bierkorier

Succes kent vele vaders. Maar als dan toch één van de architecten genoemd moet worden als het gaat om de gestage opmars van VVSB naar de Nederlandse (amateur)voetbaltop, dan is het Theo Nulkes. Als rechtsback speelde de geboren en getogen Noordwijkerhouter elf seizoenen aaneengesloten in het paarsgele vlaggenschip. Direct na het beëindigen van zijn carrière als actief speler nam hij het toen nog geheel onontgonnen terrein van de scouting en het overige technisch beleid op zich. 

Als speler promoveerde Nulkes van de Vierde naar de Tweede Klasse, om als bestuurslid Technische Zaken de opmars naar de Topklasse, en als het even meezit over enkele weken naar de nieuw te vormen Tweede Divisie, van heel dichtbij mee te maken. Nulkes (48) blijft nuchter onder die reeks van successen. Een karaktertrek die hij, naar eigen zeggen van vader Theo heeft. Net als zijn liefde voor het voetbal. Senior ging hem zowel als speler van het eerste elftal én als bestuurslid van VVSB voor. ,,Mijn vader prentte me altijd in om vooral gewoon te blijven doen. ‘Dan doe je al gek genoeg’, zei hij vaak. Ik was een verdediger die het vooral van hard werken moest hebben. Zo hield ik me staande. Mijn vader was bollenkweker en teelde bloemen. Dat bedrijf heb ik later overgenomen en in die branche is hard en veel werken een vereiste.”

Zijn levenslange verbintenis met VVSB, Nulkes woonde in zijn jonge jaren op een steenworp afstand van De Boekhorst, werd alleen in zijn periode als A-junior onderbroken door een tweejarig verblijf bij UVS. In de regionale jeugd van de Leidenaars deed hij de (brood)nodige ervaring op ,,Een bewuste keuze waar ik nooit spijt van heb gehad. Het was naast een leerzame tijd ook heel leuk om op hoog niveau te spelen. De B-junioren van VVSB speelden destijds hoog, maar de kloof met de A-jeugd was qua niveau best wel groot en daarom besloot ik het voor twee jaar hogerop te zoeken. Daarna ben ik teruggekeerd bij VVSB en nooit meer weg gegaan.”

Sprong in het diepe
Eenmaal beland in het eerste elftal van VVSB regen de successen zich aaneen. Dankzij een uitstekende lichting werd binnen vijf seizoenen de sprong naar de Tweede Klasse gemaakt, waarna de rek er nog lang niet uit was. ,,Het is altijd via de weg der geleidelijkheid gegaan en zo gaat het nog altijd. Al in mijn tijd als speler kwamen de eerste jongens van buitenaf. Spelers als Jan van den Berg (SJC) en René van der Meer en Marco Joustra (Noordwijk) kwamen uit eigen beweging naar ons toe en vormden een wezenlijk onderdeel van het succes. De club zelf sprak steeds de ambitie uit om hogerop te komen en maakte dat ook waar door via onze sponsors, verenigd in VVSB Promotion, voor de randvoorwaarden te zorgen.”

Op het moment dat Nulkes op zijn dertigste stopte als selectiespeler werd hij door toenmalig voorzitter Gerard Heemskerk gevraagd de scouting te gaan doen. ,,Het spelen werd mij te zwaar. Driemaal trainen en een wedstrijd spelen in combinatie met een eigen bedrijf kon ik niet meer opbrengen. Toen Gerard me vroeg om als bestuurslid Technische Zaken toe te treden en de scouting voor mijn rekening te nemen was dat helemaal nieuw binnen de club. ‘Begin maar gewoon’, zei Gerard tegen me. Ik heb er wel even over na moeten denken en ben vervolgens in het diepe gesprongen. Het eerste jaar onder Ruud de Groot maakten we meteen drie klappers. We promoveerden naar de Eerste Klasse, pakten de Districtsbeker en de Leidsch Dagblad Cup. Wat een jaar!”

In het begin lag het werkterrein van Nulkes vooral in de regio. Dat betekende dat het vooral neerkwam om spelers te bekijken in de buurt. ,,Zo bouw je langzaam maar zeker een netwerk op. Eerst deed ik dat in mijn eentje. Jongens die het bij een hoofdklasser net niet redden en toch op niveau wilden spelen. Toen ook de Hoofdklasse en later de Topklasse volgden, werd mijn werkterrein uitgebreid en dat gold ook voor mijn werk bij de club. Dan moet je in andere vijvers gaan vissen. Dat doen we tegenwoordig met vijf man, terwijl we via oud-trainers en -spelers ook veel tips binnen krijgen”.

Op nul beginnen
Daarbij is het volgens Nulkes de kunst om spelers aan te trekken die ook als persoon bij de club passen. ,,Op dat aspect letten we in het bijzonder, want voetballen kunnen ze allemaal. Garanties heb je echter nooit. Je leert een speler pas echt kennen als hij een keer op de bank terechtkomt. Gelukkig kan ik zeggen dat we het vaak bij het juiste einde hebben, maar je kunt je altijd vergissen. Op zaterdag ben ik altijd onderweg en ook als het eerste op zondag uit speelt. Thuis ben ik er wel bij, want ik wil onze spelers ook geregeld aan het werk zien. Je hebt toch ook de evaluatiegesprekken rond de winterstop en dan moet je weten waarover je praat.”

Nulkes hoopt zijn werkzaamheden bij en voor VVSB nog lang vol te houden. Vrijwilligerswerk dat in zijn ogen altijd door echte clubmensen moet worden gedaan. ,,Nee, een betaalde kracht zie ik niet zitten. Als die vertrekt ben je ook de knowhow weer kwijt. Ik weet overigens niet zeker of ik deze functie ook zou hebben aangenomen als hij destijds al in deze vorm bestond. Vroeger werkten we bij wijze met een bierviltje, nu gaat alles officieel met contracten enzovoorts. En toch wil ik het niet missen. Het belangrijkste is nu dat we met beide benen op de grond blijven staan. We beginnen ook volgend seizoen gewoon weer op nul. De successen en dan bedoel ik met name het bereiken van de halve finale in de beker vergeten we natuurlijk nooit, maar daar krijgen we straks geen punten voor. Integendeel, we zijn toch die halvefinalist waarvan iedereen wil winnen. Vooral nuchter blijven en gewoon blijven doen. Dat past ook het beste bij VVSB.”

Foto: Orange Pictures

POPULAIRE BERICHTEN