Het Voetbal in de Bollenstreek kent tal van bijzondere verhalen en unieke personen. Verslaggever Matthijs Snepvangers reist door de streek om die verhalen op te tekenen. In aflevering zes de oorsprong van het amateurvoetbal in de Bollenstreek.

De Bollenstreek is de voetbalregio van Nederland. Nergens liggen zoveel voetbalclubs die op zo’n hoog niveau presteren dichtbij elkaar. Maar ergens moet het voetbal in onze regio ooit zijn entree hebben gemaakt. Het kwam er met horten en stoten. Maar uiteindelijk bleek de machtige katholieke kerk het startschot te hebben gegeven. Maar liefst acht clubs uit onze regio hebben een katholieke oorsprong. Een oorsprong die voor de Tweede Wereldoorlog ligt.

Ongeveer honderd jaar geleden zag het voetballandschap in Nederland er heel anders uit. In 1916 werd Willem II de eerste landskampioen, die niet uit de Randstad kwam. Een jaar later was Go Ahead de eerste ‘arbeidersclub’ die zich Nederlands beste mocht noemen. Voetbal was aan een ongekende opmars bezig in de eerste decennia van de twintigste eeuw. Van een elitespel voor clubs uit de grote steden van de Randstad, was het verworven tot een breed gedragen nationale sport. Er was alleen één grote groep die nog niet gevangen was door het edele balspel. Het platteland.

Verzuiling

De verzuiling had rond 1920 volop om zich heen gegrepen. Terwijl de katholieken hun zuil nog moesten optuigen, hadden de protestanten en socialisten hun zuil al volledig ingericht. Er waren al socialistische en protestantse kranten, vakbonden en politieke partijen. Maar ook hier gold de wet van de remmende voorsprong. Terwijl de andere zuilen vonden dat hun leefgemeenschap genoeg was afgebakend, sloegen de katholieken om zich heen. Vakbonden, kranten, omroepen, woningbouwverenigingen, zelfs ziekenhuizen en winkels werden katholiek. De populairste sport in ons land kon hierdoor niet achterblijven. Ook het voetbal moest eraan geloven.

Er was in de eerste twee decennia van de twintigste eeuw volop bedrijvigheid met voetbalclubs in onze regio. Vooral in Katwijk en Noordwijkerhout werden voetbalclubs aan de vleet opgericht. Maar in hetzelfde tempo verdwenen ze ook weer. Zo had je in Noordwijkerhout onder andere Ons Genoegen (1914-1915) en Noordwijkerhout (1913-1918). Hillegom had de Kaninefaten (1920) en een aantal clubs die zich kortweg Hillegom (o.a. in 1912-1913, 1913-1916 en 1918-1919) noemden, binnen de gemeentegrens. Ook Lisse liet zich in die cowboyjaren jaren niet onbetuigd. Zo was er een club die zich Geel Wit (1917-1919) noemde en ook de originele naam Lisse (1913-1914) werd uit de kast getrokken.

Een van de voorgangers van FC Lisse is ook op de katholieke leest geschoeid. Maar omdat we alleen maar zondagclubs bespreken laten we die even ongemoeid. Datzelfde geldt ook voor K.R.V. de voorloper van FC Rijnvogels. Zelfs in Katwijk zijn katholieke sporen te vinden.

Katholieken

Er waren talloze alternatieven voor de oprichting van een voetbalclub in de Bollenstreek. Weinigen waren een lang leven beschoren. Totdat de katholieken zich met het voetbal gingen bemoeien. Natuurlijk hadden ook de katholieken clubs die maar enkele jaren bestonden. Maar voor het huidige voetballandschap tussen de bollenvelden zijn ze voor een groot gedeelte verantwoordelijk.

De dadendrang van de ‘papen’ begon rond 1920 echt navolging te krijgen in Noordwijk en Hillegom. In Hillegom wordt een verre voorloper van de huidige SV Hillegom opgericht: Concordia. Latijn voor eendracht. Het Latijn, de taal van Vaticaanstad liet al zien dat de katholieken achter de oprichting zaten. Dat werd nog duidelijker als je kijkt naar de doelstelling van de club: ‘Om met bescherming en verzorging der godsdienstig-zedelijke belangen, de voetbalsport onder Roomsch-Katholieken in een Roomsch-Katholieke vereeniging te beoefenen.’

Tegenwoordig kun je van dit soort teksten geen chocola maken. Maar in die tijd zag men hierin een katholieke haven die je beschermde van de ongelovige buitenwereld. Mensen werden lid. Ze wilden voetballen. En dat kon je beter doen onder de katholieke vlag. Dan werd je door je geloofsgenoten ook niet nagekeken.

Waar je bij Concordia nog kon denken aan een liefhebber van het Latijn in plaats van een katholiek, was dit niet meer het geval bij SJC. De oprichter van de Noordwijkse voetbalclub pakten in 1920 meteen de grootste katholiek die ooit aan het dorp verbonden is geweest. Sint Jeroens Club was tot in zijn ziel katholiek. De oprichter was een kapelaan en de leden waren allemaal katholiek. Tegenwoordig herinnert vooral dat de selectie op zondag voetbalt nog aan de katholieke oorsprong.

In Sassenheim konden ze niet achterblijven Het is altijd kortweg Teylingen als je het over de zondagsclub van de Roodemolen hebt. Maar als je naar het logo van de in 1924 opgerichte club kijkt dan zie je dat die naam niet volledig is. Duidelijk zijn de letters R.K.V.V. te zien: de Rooms-Katholieke Voetbal Vereniging.

Daarnaast speelden de roodzwarten zoals zoveel clubs in die tijd onder de vlag van de alom heersende kerk. De beleidsbepalers bij de katholieken zagen er niets in dat hun volgelingen wedstrijden zouden spelen tegen protestantse clubs of nog erger ongelovigen. Daarom richten ze buiten de toenmalige KNVB om een eigen competitie op. De R.K.F (Rooms-Katholieke Federatie). Bijna alle zondagclubs in de regio hebben in deze competitie hun wedstrijden gespeeld.

Drastische verandering

De katholieken veranderde het voetbal in de Bollenstreek drastisch. Waar clubs tot omstreeks 1920 enkele jaren bestonden voordat ze weer de eeuwigheid opzochten, kwamen er eindelijk voetbalclubs die tot op de dag van vandaag nog bestaan. Het voetbal had definitief de Bollenstreek veroverd. En vooral op zondag rolde de bal veelvuldig.

In de jaren dertig kreeg ook Noordwijkerhout zijn vaste katholieke voetbalclub. Nadat enkele clubs in de gemeente ter zielen waren gegaan kreeg Voetbal Vereniging Sint Bavo wel vaste grond onder de voeten. VVSB werd opgericht vanuit het katholieke Sint Bavo-gesticht. Werknemers wilde onderling een potje voetbal en kozen voor de gemakkelijke weg. Door de naam van hun werkgever ook toe te passen op de in 1931 opgerichte voetbalclub.

Een jaar later moest ook De Zilk eraan geloven. Waar bij de vorige clubs wellicht de schijn van het katholicisme nog kon worden opgehouden, bleef bij Van Nispen daar niets van over. De club was bij wijze van spreken regelrecht gedoopt door de paus. Alles aan de club had wel een katholiek randje. Onder leiding van een kapelaan werd er naar een alternatief gezocht om de plaatselijke jeugd bezig te houden. Uiteindelijk werd er voor voetbal gekozen. Over de clubnaam werd niet lang nagedacht. Monseigneur Van Nispen was oprichter van de Sint Jozef-gezellenvereniging in Nederland. Een vereniging die de godsdienstige belangen van jongemannen in Nederland behartigde. Precies de doelgroep waarvoor de club was opgericht.

Waar bij de vorige clubs het rijke Roomse leven in naam en toenaam ervan afdruipt, is dat bij Foreholte moeilijker te bepalen. Maar ook de Voorhouters zijn van oorsprong katholiek. Natuurlijk is dit net als bij alle andere clubs al lang naar de achtergrond verdreven. Maar nog steeds speelt ook Foreholte op zondag. En al wordt er vaak een beetje lacherig gedaan over het voetbal op zondag. De katholieken staan wel aan de oorsprong van het regionale voetbal in de Bollenstreek. Hun dadendrang zorgde ervoor dat het voetbal in de Bollenstreek eindelijk voet aan wal kreeg.

Bron en foto’s: Huygens Instituut

POPULAIRE BERICHTEN