Gert Labots verruilde afgelopen zomer Sportlust ’46 voor FC Rijnvogels. De start in Katwijk was veelbelovend, maar het team moet hem nu al vier weken missen door een blessure. En in tegenstelling tot veel gevallen is de kwetsuur niet voetbalgerelateerd. Labots raakte geblesseerd bij een auto-ongeluk.

Nietsvermoedend stond Labots te wachten voor een rood stoplicht, toen hij van achteren werd aangereden door een automobilist die niet op zat te letten. ,,Hij reed zo bij me naar binnen”, vertelt Labots desgevraagd. ,,Ik knalde daarna door op mijn voorganger. Het was een fikse klap.”

In eerste instantie leek het wel te gaan. Labots, wiens auto total loss werd verklaard, stapte gewoon uit en vulde zelfs nog schadeformulieren in. ,,Dat was in het moment zelf, door de adrenaline voel je dan niet zoveel.” Daarna kwam de ambulance en stelden de ambulancebroeders vast dat de wervels van Labots niet beschadigd waren. Maar daarna pas kwamen de klachten.

Whiplash
Die klachten bestaan uit nek- en rugpijn, gebrek aan concentratievermogen en hoofdpijn. De diagnose is dan snel gesteld: Labots bleek een whiplash opgelopen te hebben. ,,Spieren in je nek die je normaal bijna niet gebruikt gaan ineens van 0 naar 100 procent inspanning in een fractie van een seconde.”

Samen met een fysiotherapeut en een osteopaat, een specifiek soort manueel therapeut, werkt Labots aan zijn herstel. ,,Vorige week heb ik tweemaal twintig minuten op een hometrainer gezeten. Ik merk dat het langzaam beter gaat, maar als je te vroeg begint, kom je geheid jezelf tegen. Ik zal geduld moeten hebben, maar dat is helaas niet mijn sterkste kant.”

Metaal zwaar
Voor iedere voetballer die niet kan of mag spelen, geldt dat het nooit de makkelijkste periode is. Dat is voor Labots ook zeker het geval. ,,Het lastige is dat ik geen uitzicht heb op wanneer ik weer kan spelen. Ik probeerde me te richten op begin januari. Dan gaat het team op trainingskamp en ik hoopte mee te kunnen. Na een gesprek met mijn osteopaat twijfel ik daaraan. Hij heeft het me namelijk afgeraden. Thuis kun je toch beter rusten en dat is nu belangrijk.”

Ondanks dat het mentaal best zwaar is, probeert Labots zich nu te focussen op het positieve: ,,In het begin bleef ik een beetje hangen in het negatieve. Ik was ook echt boos op die vent, die gewoon niet op zat te letten.” Nu gaat het gelukkig langzaam maar zeker beter met Labots. Hij werkt alweer vijf uur per dag en bezoekt alle thuiswedstrijden van Rijnvogels. ,,Het gaat fantastisch met het team. Ik gun het die gasten ook echt. We werken hard voor elkaar.”

Toch kan hij niet wachten om weer aan te sluiten. ,,Ik leef nu heel anders naar wedstrijden toe. En ik voel me best wel nutteloos, want geblesseerd hoor je er niet echt bij. Gelukkig geeft Rijnvogels me ruimte om in alle rust te herstellen en ik merk ook echt dat het steeds beter gaat.”