Fred Eijsberg (58) kent het Katwijkse voetbal op zijn duimpje. Opgegroeid op Nieuw Zuid waar hij voor Quick Boys ruim honderdmaal in de hoofdmacht uitkwam, verkaste hij op 29 jarige leeftijd naar vv Katwijk. Na zijn actieve periode als voetballer startte Eijsberg zijn trainerscarrière op de Krom om later als hoofdtrainer ook (tweemaal) Valken’68 en het toenmalige MVKV onder zijn hoede te hebben. De laatste vijf jaar is de in Rijnsburg woonachtige Eijsberg aan FC Rijnvogels verbonden als coördinator jeugdopleiding.
,,Een mooi rijtje. Van de voetbalclubs in de gemeente Katwijk ontbreekt dus alleen Rijnsburgse Boys in dat rijtje”, constateert Eijsberg (rechts op de foto) met een glimlach. ,,Daar woon ik echter al jarenlang, maar op Middelmors ben ik alleen maar als voetballer, trainer of toeschouwer op bezoek geweest. Naast de genoemde clubs was ik in het verleden als trainer buiten de regio ook nog actief bij RCL en SEV. Tegenwoordig ben ik weer met de jeugd in de weer. Zo ben ik ooit ook begonnen als trainer en het bevalt me uitstekend op De Kooltuin.”
Als voetballer was Eijsberg een laatbloeier. De kleine middenvelder debuteerde pas op zijn 23e in het vlaggenschip van Quick Boys. ,,Vooral mijn debuut tegen DOS Kampen en de allereerste derby in de Eerste Klasse tegen Rijnsburgse Boys voor 6.000 toeschouwers staan nog in mijn geheugen gegrift. Uiteindelijk was ik 29 toen trainer Hans van der Zee klip en klaar aangaf dat ik wel bij de selectie bleef behoren, maar niet meer voor het eerste team in aanmerking kwam. Dat was voor mij het sein om de overstap naar Katwijk te maken. Ik voelde me nog te jong en wilde me nog bewijzen. Echt gevoelig lag dat niet. Zolang je geen Aandewiel of Van Duijn heet, was dat ook toen niet zo’n probleem in Katwijk.”
Onder de trainers Peter Ciere, en later Arie Lagendijk, promoveerde Eijsberg met Katwijk in twee seizoenen van de Derde naar de Eerste Klasse, het destijds hoogste amateurniveau. ,,Dat was echt een geweldige periode. Ik vertrok bij Quick Boys na een seizoen waarin we met het tweede elftal de landstitel behaalden. Daarna bleven de successen zich voor mij aaneen rijgen. Totdat Johan de Kroon naar Katwijk kwam en ik mijn basisplaats verloor. Een jaar later ben ik gestopt. Het was mooi geweest. Wel ben ik toen direct aan de slag gegaan als jeugdtrainer bij Katwijk. Vervolgens heb ik ook mijn diploma’s gehaald tot en met Oefenmeester 1.
Eijsberg, die het naar eigen zeggen als voetballer vooral moest hebben van zijn inzet, nam die mentaliteit ook mee in het trainersvak. ,,In het veld was ik een bijtertje, iemand die zich wegcijferde en in dienst speelde van het elftal. Daar had ik geen enkele moeite mee, het was juist mijn kracht. Als trainer nam ik die mentaliteit ook mee. Als hoofdtrainer had ik het daardoor weleens moeilijk. Dan kreeg je te maken met spelers die daar toch anders tegenaan keken. Ik bracht een bepaald fanatisme mee, dat kwam ook omdat ik op een hoger niveau had gespeeld denk ik nu. Dan gebeurde het wel dat ik die dingen mee naar huis nam. Dat neemt niet weg dat ik als trainer met name bij Valken’68 in die eerste periode drie heel mooie jaren heb meegemaakt.
In opbouw
,,Op een gegeven moment heb ik weloverwogen besloten om het anders aan te pakken. Lekker weer werken met de jeugd en vanuit een heel andere invalshoek. Bij FC Rijnvogels kan ik op die manier mijn ei goed kwijt. De jeugd maakt stapjes, maar is nog wel volop in opbouw. Het is mooi werken. Eigenlijk doe ik van alles. Ken de hele jeugdafdeling, spreek met de jeugdtrainers. Komt er een speler die gescout is, dan praat ik daarmee en met de ouders en daarnaast doe ik samen met Huig Hoek het elftal onder 23 jaar. Zo zie je maar dat je trainersloopbaan soms een heel andere wending kan krijgen. Ik hoop dit nog wel een tijdje vol te houden”, klinkt het enthousiast uit de mond van Eijsberg, in het dagelijks leven in Noordwijkerhout werkzaam als senior adviseur politieke pensioenen en uitkeringen.
Zijn loopbaan als voetballer heeft Eijsberg doen inzien dat een jonge speler niet te snel moet gaan shoppen om zijn loopbaan op de rails te krijgen. ,,Zelf heb ik relatief lang moeten wachten om op het hoogste niveau te mogen spelen. Daarom ben ik blij dat ik destijds gewoon bij Quick Boys ben gebleven, toen ik niet meteen voor het eerste elftal in aanmerking kwam. Gewoon keihard werken en vertrouwen hebben. Vooral in jezelf. Als trainer heb ik geleerd dat je in de ogen van de spelers moet kijken of ze er wel echt plezier in hebben. Soms vergat ik dat nog weleens als trainer, maar het is allemaal goed gekomen.”
En tot slot: ,,Voetballers kun je het beste beoordelen als een team niet draait. In zo’n situatie komen de echt goede voetballers vanzelf bovendrijven.”
Tekst: Leo Schrama
Foto: FC Rijnvogels