,,Zelfvertrouwen. Man man, wat is dat toch lekker. Dat ik het veld opstap en weet: vandaag komt alles goed. Kon ik me maar altijd zo voelen. Hoeveel wereldpotten zou ik dan wel niet hebben gespeeld? Of nog beter, waar zou ik dan hebben gespeeld? Met zelfvertrouwen ben ik namelijk een totaal andere speler dan zonder.” Ik weet niet hoe vaak ik een speler zich dit al heb horen afvragen als ik met hem werk. Mijn antwoord, terwijl ik mijn kast opentrek: ,,Je hebt geluk, ik heb hier nog een potje met zelfvertrouwen staan. Alsjeblieft. Wat ga je nu doen?”

Op de een of andere manier is zelfvertrouwen een soort heilige graal waarmee een speler of een team goed of – door het ontbreken ervan – slecht speelt. Daarnaast lijkt het een welkom alibi voor een speler of ploeg wanneer hun niveau niet wordt gehaald. Zo’n trainer die zegt: ,,Door die tegengoal kreeg het zelfvertrouwen een knak en gingen we achteruit lopen en dekten we niet meer door.” Moe word ik ervan. Alsof je zonder zelfvertrouwen ineens vergeten bent hoe je een bal moet trappen of aannemen. Heb jij weleens iemand een shuttle run-test uit zien lopen omdat ie overliep van zelfvertrouwen? Ik niet in ieder geval.

‘Lees een willekeurige biografie van een topsporter met goedgevulde prijzenkast en je komt erachter dat ze trilden als een rietje voordat ze aan hun wedstrijden begonnen.’

Begrijp me niet verkeerd, het is een lekker gevoel om te hebben. En ongetwijfeld ga je er beter door voetballen. Maar het is onzin dat je zonder zelfvertrouwen niet meer kunt voetballen. Daarbij, zelfvertrouwen fluctueert constant gedurende de wedstrijd. Maak maar eens een grafiek met op de verticale as zelfvertrouwen en op de horizontale as 1 t/m 90 minuten. Al snel kom je er dan achter dat er nauwelijks een lineair verband te ontdekken valt. En dat de grafiek per wedstrijd verschilt. Het wedstrijdverloop is namelijk niet te voorspellen en verschilt per wedstrijd. Een speler gaat nu eenmaal goede en slechte ballen geven. Aannames zijn soms matig, dan weer goed. Scheidsrechters nemen beslissingen waarover je van mening verschilt. Wist je bijvoorbeeld dat in een gemiddelde voetbalwedstrijd elke 15-20 seconden een bal wordt verloren? Je prestaties ophangen aan zelfvertrouwen is om die reden alleen al allesbehalve slim.

Goedgevulde prijzenkast
Dat jouw gevoel als speler in een wedstrijd van links naar rechts gaat, is dus volkomen normaal. Je verliest een bal? Tuurlijk voel je je erna klote. Wat dacht je dan? Je gevoelens en gedachten volgen nu eenmaal de waan van de wedstrijd. Snap vooral dat je met dat klote-gevoel nog steeds kunt voetballen. Dat je nog steeds ballen kunt vragen, duels kan pakken, meters kunt afleggen, acties kan maken of je teamgenoten kunt coachen. Als je als voetballer wilt presteren gaat het om wat je laat zien, niet om hoe je je voelt. Nog nooit heeft iemand een gouden mediale gewonnen omdat hij of zij het meeste zelfvertrouwen had van iedereen. Prijzen win je door de dingen die je doet en je laat zien. Je bijbehorende gevoel is onbelangrijk. Lees een willekeurige biografie van een topsporter met goedgevulde prijzenkast en je komt erachter dat ze trilden als een rietje voordat ze aan hun wedstrijden begonnen.

‘Ze werken echt fantastisch totdat je een beetje tegenslag krijgt.’

Denk je nu nog steeds: ‘Allemaal leuk en aardig, maar doe mij dat potje zelfvertrouwen maar.’ We hebben er nog meer dan genoeg. Ze kosten € 999,- per stuk. Ze werken echt fantastisch totdat je een beetje tegenslag krijgt. Garantie is tot aan de deur. Succes!

Bram Meurs begeleidt en traint voetballers uit het betaalde voetbal op mentaal vlak. Hij schreef in dat kader als basis de boeken Kopsterk (2010) en VoetbalPsychologie (2014). Daarnaast speelde hij acht jaar voor VV Noordwijk en is hij mede oprichter van het platform Voetbal in de Bollenstreek. Te volgen via @brammeurs.



POPULAIRE BERICHTEN