Goals van Dennis Bergkamp, dribbels van Lionel Messi, passes van Andrea Pirlo: stuk voor stuk prachtig. Maar weet je wat ik net zo mooi vind? De perfecte sliding. Dit omdat ik de technische behendigheid bij lange na niet bezit om de kunststukjes van de genoemde heren te benaderen maar vooral ook vanwege het feit dat ik als te langzame centrale verdediger nog wel eens gedwongen wordt een sliding in te zetten.

De kunst van de perfecte sliding is het timen van het juiste moment om de sliding in te zetten. De aanvaller moet als een prooi geduldig worden achtervolgd richting het eigen doel. Op het moment dat de aanvaller iets inhoudt om uit te halen, in gedachten de bal al tegen de touwen ziet gaan en vluchtig bedenkt hoe hij zijn treffer zal vieren, moet de sliding worden uitgevoerd.

Meesterwerk
Precies op dat moment kan de bal voor de voeten van de aanvaller weggegleden worden om hem verbouwereerd achter te laten. Zo’n sliding is een meesterwerk en kan het verschil betekenen tussen winst en verlies. Net als een ‘Panenka’ maakt het risico dat kleeft aan de perfecte sliding, hem nog mooier. Bij de perfecte sliding is er namelijk bij voorkeur sprake van een doorgebroken aanvaller en wordt hij uitgevoerd binnen de eigen ’16’.

Het risico van een sliding zit hem alleen niet enkel in de directe gevolgen voor de wedstrijd: een rode kaart en/of een penalty tegen. Met een sliding neem je ook juridische risico’s. Een sliding kan ten koste gaan van de benen van de aanvaller als de sliding bijvoorbeeld te laat wordt ingezet.

‘De vraag die opkomt: hoe kijkt een rechter dan aan tegen de sliding?’

In sommige gevallen wordt de aanvaller zo hard geraakt dat hij zeer zwaar of zelfs blijvend letsel aan de sliding overhoudt. De verzekeringsmaatschappijen die vervolgens een uitkering doen om de letselschade in zo’n geval te vergoeden, proberen die schade nogal eens te verhalen op de persoon die de sliding maakte. Ook worden er met enige regelmaat spelers strafrechtelijk vervolgd (en veroordeeld) naar aanleiding van een sliding die niet helemaal uitpakte als de perfecte sliding.

De vraag die opkomt: hoe kijkt een rechter dan aan tegen de sliding? Bestaat er een juridisch perfecte sliding? Uit een uitspraak waarin het ging over een situatie waarin een aanvaller die met bal richting een leeg doel liep, werd gevloerd en waarbij zijn been uiteindelijk geamputeerd werd, keek de rechter met een juridische bril naar de sport voetbal:

,,Voetbal is een contactsport. Inherent aan deze sport is dat getrokken en geduwd wordt en dat een sliding of tackle wordt geplaatst. Voetballers kunnen door de tegenstander geraakt worden tijdens duels hetgeen regelmatig tot blessures leidt. Een sliding als de onderhavige waarbij – zo volgt uit hetgeen hiervoor is overwogen – uiteindelijk de tegenstander in plaats van de bal wordt geraakt is weliswaar volgens de spelregels ongeoorloofd maar leidt, ook als lichamelijk letsel het gevolg is, nog niet tot civiele aansprakelijkheid wanneer die handeling als het ware nog door het spel wordt bepaald of in zekere zin in dienst staat van het nagestreefde resultaat en niet buiten de grenzen valt van wat in sport en spel over en weer nog te verwachten is.”

,,Deze acceptatie over en weer gaat echter niet zover dat de tegenstander binnen deze grenzen in feite vogelvrij wordt verklaard. Wanneer het fysiek ingrijpen van één van de deelnemers redelijkerwijs niet meer geacht kan worden nog verbonden te zijn met het spel, komen onrechtmatige daad en juridische aansprakelijkheid in beeld.”

Er was in de bedoelde zaak uiteindelijk geen sprake van aansprakelijkheid voor de geleden schade volgens de rechter. Een sliding hoort dus bij het voetbal. Een mislukte sliding en blessures die daarop volgen ook. Als de sliding maar in dienst staat van het nagestreefde resultaat (en dat resultaat is niet een dikke enkel van je tegenstander).

‘Ik ga met mijn dochters straks aan de slag om te proberen ze de nobele kunst van de sliding bij te brengen.’

Uit een strafrechtelijke uitspraak van vorig jaar volgt een voor verdedigers angstiger beeld. De strafrechter veroordeelde een speler namelijk terwijl hij voor de bal ging. Zijn sliding stond kennelijk wel in dienst van het nagestreefde resultaat, maar omdat hij bewust het risico nam dat hij zijn tegenstander zou raken was er (uiteindelijk) volgens de rechter sprake van mishandeling. Tricky dus, zo’n sliding!

Achtertuin
Moet je je nu wel twee keer bedenken voor je een sliding maakt? Is het risico van een mislukte sliding groter dan de schoonheid, het resultaat en de euforie van een perfecte sliding? Als je de laatste uitspraak goed leest, valt het wat mij betreft wel mee. In die tweede zaak had het slachtoffer de bal nog namelijk niet aan zijn voet toen hij werd geraakt, was er sprake van een sfeer die was ‘opgefokt’ en zou de veroordeelde speler de overtreding al min of meer hebben aangekondigd.

Er kan dus nog altijd naar hartenlust worden gegleden. Laat ik het anders zo zeggen: afgelopen weekend heb ik in mijn achtertuin gewoon gras gelegd. Ik ga met mijn dochters straks aan de slag om te proberen ze de nobele kunst van de sliding bij te brengen. Ze moeten toch wat, als ze de snelheid van hun vader hebben…

Wouter Vlasveld is oud-voetballer van Foreholte. In het dagelijks leven is Vlasveld advocaat bij Geelkerken Linskens Advocaten. Hij wordt door de rechtbank Den Haag regelmatig als faillissementscurator benoemd en ondersteunt ook de overige curatoren van Geelkerken Linskens Advocaten bij de afwikkeling van faillissementen. 

Tekst: Wouter Vlasveld

Foto Valken: Saam de Mooij
Foto VVSB: Orange Pictures

Lees ook: ‘Column: napraten zonder na te trappen’



POPULAIRE BERICHTEN