Het is 14 mei 2017. De dag dat Dirk Kuijt in een kolkende Kuip Feyenoord op weergaloze wijze kampioen maakte. Het bezorgde hem eeuwige roem. En een plek in de eregalerij bij vele voetballiefhebbers. Zo ook in die van mij. Wat een baas. Om zo in je laatste wedstrijd afscheid te nemen van een toch al imposante carrière.
Zulke momenten zijn de reden dat ik voetbal kijk. Zodat ik mezelf kan verbazen. Me te vergapen. Hopend op iets unieks. Zodat ik er in de kroeg over kan lullen met vrienden of het later tegen mijn kids kan vertellen. 14 mei 2017 was zo’n moment. Met Kuijt als hoofdrolspeler.
Nu een krap jaar later zag ik diezelfde Kuijt. Op Sportpark ’t Slot, Capelle uit. En dat is, weet ik uit eigen ervaring, altijd lastig. Kuijt had het niet makkelijk. Kon zich moeilijk onderscheiden net als in zijn eerste duel tegen Jong FC Groningen. Wat je eigenlijk wel zou verwachten. Of eigenlijk het liefste wil zien.
‘Nu, bijna tien jaar later, is Van der Sar vooral Algemeen Directeur van Ajax. En ligt zijn hoofd op een hakblok na het kampioenschap van PSV.’
Begrijp me niet verkeerd: het siert de (sport-)man dat hij zijn kicksen aantrekt om zijn Quick Boys te helpen. Maar eigenlijk wil ik dat helemaal niet. Ik wil niet zien dat hij het niveau niet ontstijgt. Of de reacties van mensen lezen of horen dat het allemaal maar matig was. Ik wil Kuijt zien en herinneren zoals op die magische 14 mei 2017. Als een held.
Nicolas Anelka
Hetzelfde is op dit moment gaande met die andere icoon uit de Bollenstreek. Eerst even terug in de tijd. 21 mei 2008. Edwin van der Sar pakt in de Champions League-finale tijdens de penaltyserie de beslissende pingel van Nicolas Anelka. Heldenstatus: check.
Nu, bijna tien jaar later, is Van der Sar vooral Algemeen Directeur van Ajax. En ligt zijn hoofd op een hakblok na het kampioenschap van PSV. Ik lees dingen over wanbeleid, incapabel en ontslag. Terecht? De feiten spreken niet in zijn voordeel. Wat mij vooral pijn doet: de herinnering aan de speler Van der Sar verandert. De magie is aan het verdwijnen.
‘Helden moeten nu eenmaal helden blijven. Sorry Dirk en Edwin, had je maar niet zo goed moeten zijn.’
Die eregalerij van gevallen helden kent meerdere namen. En ik gok dat – als je een kind van de jaren ’80 bent – een aantal ook in de jouwe staat. Neem Marco van Basten als trainer en bondscoach, Ruud ‘Fantastic Game’ Gullit, Dennis Bergkamp in de hele Ajax-soap en Frank de Boer die als trainer nauwelijks nog bestaansrecht heeft. Allemaal mannen die ervoor zorgden dat jij vroeger je schoenen aantrok en buiten tegen een bal aan ging trappen. Je wilde hén zijn. Maar nu? De herinnering is er nog wel alleen niet meer zoals die was.
Publieke functie
Dus daarom, een voorstel (een referendum voor mijn part!): kunnen we niet met zijn allen afspreken dat als voetballers zó goed zijn geweest dat we mogen stemmen of ze nog een publieke functie mogen bekleden? Zodat we zelf kunnen voorkomen dat de magie verdwijnt en ze van hun voetstuk donderen. Dan kan ik mijn kinderen later zonder enige gène of voorbehoud vertellen hoe goed ze wel niet waren. Helden moeten nu eenmaal helden blijven. Sorry Dirk en Edwin, had je maar niet zo goed moeten zijn.
Bram Meurs begeleidt en traint voetballers uit het betaalde voetbal op mentaal vlak. Hij schreef in dat kader als basis de boeken Kopsterk (2010) en VoetbalPsychologie (2014). Daarnaast speelde hij acht jaar voor VV Noordwijk en is hij mede oprichter van het platform Voetbal in de Bollenstreek. Te volgen via @brammeurs.