Sport kan bizarre wendingen nemen. Vraag het Katwijk. De landskampioen dreigt als een baksteen af te zakken naar de Hoofdklasse. Zaterdag drukte ONS Boso Sneek met een 5-3 zege Katwijk dieper in de problemen. ,,We moeten van de laatste tien wedstrijden er zeven winnen”, zegt middenvelder Robbert Susan. ,,Dat is een kampioenswaardige reeks en het probleem is dat-ie meteen ingezet moet worden. Dat wordt een heel moeilijke opgave.”
Katwijk toonde in Sneek karakter door van een 3-1 achterstand terug te komen. Susan: ,,We hadden echt het gevoel dat we erop en erover zouden gaan. We hadden Sneek volledig onder druk en zij hanteerden alleen nog maar de lange bal. Het was wachten op een goal van ons. En toen viel opeens uit het niets die 4-3. Dat was de genadeklap. Dit komt heel hard aan. “
Susan, die zelf de 3-2 maakte, begint er langzamerhand moedeloos van te worden. ,,De ene goal van hun was nog mooier dan de andere. De eerste ging stijf in de kruising en de tweede en derde hard in het zijnetje.” Maar dan kritisch. ,,We krijgen er drie tegen uit dode spelmomenten. Dat mag niet gebeuren. Het zijn elke keer persoonlijke fouten die ons de das omdoen. Dat moet er uit. De vorm en het zelfvertrouwen zijn er momenteel ook niet.”
Oegstgeestenaar Susan bezigde krachttermen door te stellen dat Katwijk ‘nooit opgeeft’ en ‘tot het einde zal blijven strijden’. Toch klonk in zijn stem een serieuze toon van wanhoop door. ,,Er gebeuren momenteel teveel rare dingen. Wij als spelers moeten in de spiegel kijken en iedereen moet gaan doen waar hij goed in is. De één kan scoren, de ander een bal afpakken. Ik zeg niet dat jongens het expres doen, maar wij vervallen in dezelfde fouten.”
Susan en Katwijk lijken in een nachtmerrie te zitten waar maar geen einde aan komt. Susan: ,,De supporters hebben een kampioensmuur gemaakt en dat ziet er werkelijk waar fantastisch uit. En nu staan wij tegen degradatie te vechten. Het valt bijna niet te bevatten. Maar iedereen is zich ervan bewust dat het code rood is en dat het echt moet gaan gebeuren. Tegen Capelle moeten we echt gaan winnen.”
Archieffoto: Ron van der Linden