In de rubriek Vergeten Verleden duikt Leo Schrama in de historie en reconstrueert hij bijzondere verhalen uit het regionale amateurvoetbal. In deze aflevering de vele successen die de zaterdagclubs uit de regio kenden.
Na dit seizoen verandert er het nodige in voetballand. De nieuwe voetbalpiramide krijgt door het in het leven roepen van de Tweede Divisie gestalte. Daarin gaan straks zeven zaterdag- en zondagclubs aangevuld met vier beloftenteams de strijd aan. Dat betekent ook dat er een einde komt aan wat het zaterdag-, zondag- en algemeen amateurkampioenschap wordt genoemd. Met name in de eerste en in (iets) mindere mate de laatste categorie grossierde de Duin- en Bollenstreek sinds 1942 in prijzen.
Willem van Zuilen meldde het afgelopen maandag al op deze site. ,,Wat hebben we toch een schitterende voetbalregio”, kopte Willem in zijn wekelijkse analyse. Daarmee doelend op het grote aantal verenigingen dat in deze regio op topamateurniveau aan de weg timmert. Een situatie die bepaald niet van vandaag of gisteren is.
Kleine broertje
Nadat in 1942 alle Nederlandse voetbalclubs onder de KNVB-paraplu waren samengebracht, mocht de zaterdagtak met recht het kleine broertje worden genoemd. Met de Vierde Klasse A en B in het district West 2 als hoogste niveau stak de zaterdaginbreng schril af tegen het legioen aan zondagclubs.
Dat nam niet weg dat Quick Boys de prijzen in die periode aaneenreeg. Na in 1942 en 1944 afdelingskampioen te zijn geworden, werd in 1946 de eerste officiële zaterdagtitel in de wacht gesleept. Nadat een jaar later de Derde Klasse tot stand kwam, bemachtigde Quick Boys in het daaropvolgende decennium maar liefst acht afdelings- en vier zaterdagtitels. Na de invoering van de Tweede Klasse in 1957 wisselden Ter Leede en Quick Boys de daaropvolgende vier jaar steeds stuivertje als het om de zaterdagtitel ging. Namen als Leen Aandewiel, Floor van Duijn senior, Arie van den Oever, Gerrit van Harskamp en de drie gebroeders Moolenaar worden bij respectievelijk Quick Boys en Ter Leede nog altijd met eerbied uitgesproken.
In 1962, de Tweede Klasse was intussen ingevoerd, eiste Quick Boys de zaterdagtitel maar weer eens voor zich op. Een jaar later pronkte Noordwijk met haar eerste afdelingstitel, waarna het vijf jaar later opnieuw raak was aan de Duinwetering. Twee jaar later werd dat huzarenstukje herhaald. De algehele landstitel was toen nog een brug te ver, maar die eisten de roodwitten in 1973 als eerste regioclub voor zich op door het Roosendaalse RBC over drie duels te verslaan. Het was duidelijk het decennium van Noordwijk, want ook in 1976 en 1978 was het prijs in de inmiddels Eerste Klasse. Waarna in 1980 naast de afdelingstitel ook het landskampioenschap onder leiding van John Eelman werd binnengesleept door zondagkampioen Xerxes op een bomvol Nieuw Zuid onder apocalyptische weersomstandigheden met 3-2 te verslaan. In zowel 1981 als 1983 pakte Noordwijk opnieuw de afdelingstitel, maar meer zat er dit keer niet in.
Vervolgens brak het tijdperk Rijnsburgse Boys aan. Na de afdelingstitel in 1984 werd in 1990 de zaterdagtitel veroverd, maar bleek Geldrop in de strijd om de landstitel toch net iets te sterk. Hierna waaide de voetbalwind weer vanuit Katwijk. Quick Boys pakte in 1991 en 1992 de zaterdagtitel en kroonde zich in dat jaar ook tot landskampioen. Van Nieuw Zuid naar De Krom. Daar zwaaide Arie Lagendijk de scepter en pakte Katwijk met de landstitels van 1993 en 1994 meteen flink uit. In 1995 werd nog wel de afdelingstitel gepakt. De landstitel ging ditmaal ,niet voor het eerst overigens, naar IJsselmeervogels.
Waar FC Lisse en Noordwijk zich als hoofdklasser in respectievelijk 1997 en 1999 tevreden moeten stellen met een afdelingskampioenschap, pakte Katwijk in 2000 haar derde landstitel. Als afdelingskampioen volgde FC Lisse met haar eerste zaterdagtitel in 2001 de oranjehemden op. Op naar Quick Boys dan maar weer. De blauw-witten voegden in 2003 en 2004 twee zaterdagtitels en een landskampioenschap aan haar imposante totaal toe. Daarna was de Rijnsburgse Middelmors in 2006 en 2007 met twee afdelingstitels aan de beurt. Waar het de Uien niet lukte, slaagt FC Lisse met Niek Oosterlee aan het roer een jaar later wel. De eerste landstitel werd een feit.
De wellicht meest historische titelstrijd vond een jaar later plaats. Rijnsburgse Boys leek in 2009 bij WKE onbedreigd op de eerste landstitel af te stevenen. Na een onwaarschijnlijke slotfase draaide het in Emmen alsnog uit op strafschoppen, die door WKE net iets beter werden genomen. Voor Ted Verdonkschot, spelers en supporters werd het ‘Emmense-trauma’ een feit. Na het instellen van de Topklasse, die in het seizoen 2010-2011 van start gaat, werd Katwijk de enige regioclub die zich tot kampioen weet te kronen. Door zondagkampioen Achilles’29 in mei 2013 te verslaan werd ook de vierde landstitel een feit.
Bepaald geen slecht gemiddelde
Quick Boys, Katwijk, Noordwijk, FC Lisse, Rijnsburgse Boys en Ter Leede: alle zes droegen deze clubs, in 74 (!) seizoenen, bij aan het uitstekende voetbalimago van de Duin- en Bollenstreek. De afdelingstitels zijn legio en dat geldt ook voor de behaalde zaterdagkampioenschappen. Nadat VVOG in 1969 de eerste algehele landstitel voor zich op had geëist, deden vier regioclubs dat kunstje in de daaropvolgende 46 jaar in totaal negen keer na. Bepaald geen slecht gemiddelde voor de relatief kleine regio waarin ‘onze’ verenigingen opereren.
Op 21 en 28 mei staan de duels tussen zondagkampioen FC Lienden en de nu nog onbekende kampioen van de zaterdagse Topklasse op het programma. Een beetje nostalgie past wel bij deze tweekamp die na 28 mei definitief tot het verleden behoort.