Een balletje trappen op een schoolplein. Wie heeft het niet gedaan? Het typen van de zin voelt al nostalgisch. Het leuke, voor mij is het niet meer zo lang geleden.

,,Meneer, speelt u de volgende pauze een potje mee?”

Voor me staat een jongen. We staan op het schoolplein van Grassy Park High School. Een middelbare school in een buitenwijk van Kaapstad. Vooraf ben ik veelvuldig gewaarschuwd. Criminaliteit en armoede heersen hier.

Voor mijn project 80experiments.com geef ik hier vier dagen gymles. Een vak dat hier tot twee jaar geleden nog niet werd gegeven. Ware het niet dat Hannah Overgaauw — een 26 jarige dame uit Lisse — besloot het haar doel te maken deze kinderen aan het bewegen te krijgen. Toen ik haar vroeg ‘waarom’ keek ze me niet begrijpend aan. ,,Ieder kind verdient het te kunnen sporten. Of dat nu in Nederland of Zuid-Afrika is. Wit, gekleurd of zwart. Ik wil ze social skills leren. En ik ben hier om hopelijk voor 35 minuten per week een lach op hun gezicht te toveren.” Dat laatste is absoluut geen vanzelfsprekendheid.

Terug naar de jongen. Onder zijn arm heeft hij een versleten voetbal. En hij kijkt me vragend aan.

,,Natuurlijk!” zeg ik. Terwijl ik denk: ,,Ik heb net als in Singapore niet de goede schoenen bij me…”

Dan kijk ik nog een keer naar de jongen. Hij heeft zijn schooluniform aan. Het is versleten. Hij is 16. Denk ik. Hij draagt nette zwarte schoenen. Dat is verplicht. Net als het groepje jongens dat zich om ons heen heeft verzameld. En het ziet er niet naar uit dat zij eerst nog van schoenen gaan wisselen…

Wat dan gebeurt, gaat heel snel. Binnen 10 seconden zijn twee teams gevormd. Zijn 4 jasjes uitgedaan en neergelegd als doelpalen. En de bal rolt.

Het kost me een goede twee minuten uit te vogelen bij wie ik in het team zit. Iets wat lastiger wordt gemaakt doordat het spel razendsnel gaat. Deze mannetjes kunnen écht goed voetballen. Straatvoetballen. Gewoon mijn benen bij elkaar houden, spreek ik met mezelf af.

Er wordt gelachen en gedold. Mijn team krijgt de ene na de andere goal om hun oren. Niet zo gek, als je bedenkt dat alle voetballers in hetzelfde team spelen. En dat is niet het mijne.

Dan krijg ik de bal met een gelukje voor de voeten van onze spits — of nouja, spits, hij staat al het hele partijtje op de helft van de tegenstander niets te doen. Hij schiet op goal, scoort, maar schampt de jas.

Nu ben ik benieuwd wat er gaat gebeuren. Wij hadden vroeger op school maar één regel als de bal een jas schampte: Paal is paal.

Mijn teamgenoot juicht. De tegenstanders beginnen te protesteren. Paal is paal. De regel is universeel. Of je nu in Nederland bent of Zuid-Afrika. Wit, gekleurd of zwart. Paal is paal. Net als dat ieder kind het recht heeft te kunnen sporten.

En daarom, Hannah, ben je een topper!

p.s; Ik zoek tien voetballen voor Hannah en haar kinderen. Aan het einde van de week gaat er een container met sportmateriaal richting Kaapstad. Heb jij er nog 1 over?

Kevin Weijers is voormalig speler van topklasser FC Lisse. Nu reist hij als challenge de wereld rond om 80 experimenten te doen, terwijl hij bedrijven, organisaties en goede doelen helpt in ruil voor eten en onderdak. Meereizen? Volg zijn ‘Foto van de Dag’ op zijn Instagram: ‘kevinweijers’.

POPULAIRE BERICHTEN