Door vijf vragen te stellen beschouwen we kort voor met een speler of trainer op de eerstvolgende wedstrijd van zijn club. Deze week stellen we de vragen aan Jordy Strooker, verdediger van Spakenburg. Een ruime maand geleden maakte Strooker bekend weer terug te keren naar Rijnsburgse Boys, de club waar hij tussen 2012 en 2014 ook voor speelde. En uitgerekend deze twee clubs staan zaterdag tegenover elkaar. Zonder Jordy Strooker.

Hallo Jordy. Zaterdag zit je op de tribune bij de wedstrijd tussen Spakenburg en Rijnsburgse Boys. Waarom?
,,Ja, slecht nieuws. Vorige week speelde ik een wedstrijd in het tweede en raakte ik geblesseerd aan mijn bovenbeen. Donderdag kon ik nog niet trainen, dus zaterdag komt te vroeg. Ik moet de wedstrijd vanaf de tribune bekijken. Ik speel sowieso weinig de laatste tijd, sinds ze bij Spakenburg weten dat ik vertrek zo’n vier a vijf weken geleden speel ik niet en moet ik het doen met invalbeurten en een plek op de bank. De linksback die er nu in staat die blijft gewoon bij de club. Tja, in het voetbal weet je dat het zo werkt. Maar ik heb nog nooit zo lang op de bank gezeten.”

Hoe ga jij de wedstrijd tussen jouw huidige club en jouw toekomstige club beleven?
,,Het zal een gek gevoel zijn. Als wij met Spakenburg in ieder geval één punt halen, hebben we een ticket voor de Tweede Divisie binnen. Maar Rijnsburg heeft de punten ook hard nodig. Daarnaast speelt GVVV, de concurrent van Rijnsburgse Boys uit bij Katwijk. Natuurlijk hoop ik dat Rijnsburg ook de Tweede Divisie gaat halen. Maar als Spakenburg-speler wil je altijd dat je eigen club wint, maar mocht het morgen nu uitlopen op een scenario dat wij de Tweede Divisie binnen hebben en dat Rijnsburg ook nog profiteert, dan hoor je mij niet klagen hoor.”

Hoe is jouw terugkeer bij Rijnsburgse Boys eigenlijk ontvangen in Rijnsburg zelf? Heb je berichtjes gekregen?
,,Ja, heel veel! Met teamgenoten heb ik altijd contact gehouden. Zo spreek ik Joël Tillema en Railey Ignacio bijvoorbeeld regelmatig. Maar ook van supporters heb ik berichtjes gekregen. Ik heb het altijd naar mijn zin gehad op de Middelmors. Toen ik bekend maakte dat ik zou vertrekken bij Spakenburg, was Rijnsburg altijd mijn nummer één club om naar terug te gaan.”

Krijg je nu zo vlak voor de wedstrijd tegen Rijnsburg ook berichtjes?
,,Haha, ja. Ook van wat andere vrienden om me heen. ,,Geef maar een puntje aan Rijnsburg”, sturen ze dan. Niet dat ik dat als speler zou doen, maar ik zit nu op de tribune. Ik moet het dus ook allemaal maar gaan zien en beleven.”

Je gaat Spakenburg dus verlaten, maar je zal aan alles merken dat het op amateurgebied de grootste club van Nederland is. Bijna elke week worden er wel verhalen de wandelgangen in geslingerd. Wat vind jij daar van?
,,Bizar is dat. We zouden bijvoorbeeld als selectie niet bij elkaar in één kleedkamer zitten. Niks van waar. Ook al heb ik het dit seizoen wel heel erg gemerkt, kan ik er zelf niet zo veel mee. Laat ik het zo zeggen, bij mij gaat zoiets het ene oor in en de andere weer uit. Maar ik kan me best voorstellen dat het andere spelers of trainers irriteert. Voor Spakenburg is dit gewoon een slecht seizoen. We zijn vrijwel kansloos voor de titel, en moeten tot op het laatste moment meestrijden voor de Tweede Divisie. Zelfs als we tweede staan is het in Spakenburg nog niet goed genoeg. Als je bij deze club speelt moet je van de buitenwacht winnen met 3-0 en ook nog met goed voetbal. We moeten zaterdag overleven. Want daarna spelen we nog uit tegen DVS ’33 en tegen Excelsior Maassluis. Als we nou eenmaal die Tweede Divisie binnen hebben kan daar in ieder geval niemand meer over klagen.”

Archieffoto: Hans Heemskerk

POPULAIRE BERICHTEN