[slideshow_deploy id=’45842′]
Ruim een jaar nadat er een einde aan zijn tienjarige loopbaan als profvoetballer kwam, speelde André de Ridder wekelijks zijn partijtje mee bij de pensionado’s van VV Noordwijk. ,,Plezier in het voetbal is altijd mijn doel geweest. Waar ik ook speelde, voor mij lag de focus gewoon op lekker ballen. Voetballen zoals het bedoeld is,” vertelt de 42-jarige Noordwijker. Het tekent de speler die altijd wars bleef van allures. Via SJC, Noordwijk en Telstar belandde de geboren Noordwijker uiteindelijk in Zwolle, waar hij na de promotie naar de Eredivisie gedurende twee seizoenen in alle grote Nederlandse stadions speelde.
De voetballer De Ridder, die in tien seizoenen als betaald voetballer tot 256 duels kwam, meldde zich, zoals het een De Ridder betaamt, op zesjarige leeftijd aan bij SJC. Een logische stap, omdat bijna zijn hele familie ooit het zwart-witte shirt droeg. ,,Op mijn vijftiende maakte ik als B-junior, samen met Cees Brouwer en Johan Hulsebosch, de overstap naar de Duinwetering. Dat team speelde destijds regionaal en een jaar later in de A-junioren werd het zelfs landelijk. De overstap naar Noordwijk werd vooral ingegeven door het feit dat ik gevraagd werd en omdat dat ik mij op een hoger niveau beter kon ontwikkelen.”
Drijvende kracht
Zelfs nog voor die ’transfer’, had de jeugdige De Ridder al twee landstitels achter zijn naam staan. Als scholier van de Christus Koningschool werd in 1985 in Zeist de landelijke schoolvoetbaltitel in de wacht gesleept. Een jaar later, de naam van de school was inmiddels gewijzigd in bassischool De Zeevlam, werd dat huzarenstukje nog een keer herhaald.
,,Dat is wel grappig, ja. Dezelfde school en toch twee verschillende namen. Maar wel heel erg leuk om mee te maken. Met meester Cor Wouters als drijvende kracht achter dit succes. Later ben ik hem bij Noordwijk nog vaak tegengekomen.”
,,Mooie tijden waren dat met veel derby’s. De krenten in de pap.”
Het is typerend voor de blonde middenvelder dat hij zich van zijn debuut in het vlaggenschip van Noordwijk onder trainer Hennie Schipper weinig tot niets herinnert. Dat geldt ook voor vele latere successen. ,,Op dat gebied verbaast het me weleens dat spelers heel veel terug kunnen halen. Ik ben daar nooit zo mee bezig geweest. Gewoon lekker voetballen was mijn hobby. Plezier in het spelletje, daar ging het me vooral om. Met cijfers en feiten hield ik me nooit zo bezig. Wat dat betreft was ik bij Noordwijk op mijn plaats in die jaren.”
,,Onder Ruud Bröring speelden we altijd zo aanvallend mogelijk in een team met veel uitstekende spelers. Een groep die buiten de lijnen ook een echt vriendenteam was. Met spelers als Arnold Reinders, Patrick van Dam, Patrick van de Gronde en Richard Pel was dat ook niet zo moeilijk. Mooie tijden waren dat met veel derby’s. De krenten in de pap.”
Lekker voetballen
Nadat eerder Haarlem belangstelling toonde en een proeftraining bij FC Utrecht op niets was uitgelopen, hapte De Ridder toe toen Telstar hem medio 1998 een contract aanbood. ,,Daar heb ik wel lang over nagedacht, maar achteraf was dat een juiste beslissing. Nooit spijt van gehad dus.” Bij Telstar ontwikkelde De Ridder zich in het seizoen 1998-1999 razendsnel. Als ‘Witte Leeuw van het Jaar’ sloot de Noordwijker zijn eerste voetbaljaar in IJmuiden af, waarna FC Zwolle halverwege het daaropvolgende seizoen bij hem voor de deur stond.
,,Op de allerlaatste dag van de vorige eeuw tekende ik daar toen een contract. Misschien was het wel de laatste transfer van de eeuw,” lacht De Ridder. ,,FC Zwolle draaide steeds bovenin in mee. Eerst onder Dwight Lodeweges en later onder Paul Krabbe. Dat was lekker voetballen. In het voorjaar van 2002 bereikten we de Eredivisie. Wat volgde was een geweldig feest.”
,,Aan trainers die hun spelers vol opdrachten stoppen heb ik bovendien altijd een hekel gehad.”
Het tweede seizoen op het allerhoogste niveau sloot FC Zwolle af met degradatie. In een uitverkochte Kuip vierde Feyenoord het afscheid van Bert van Marwijk met een 7-1 overwinning, waarmee het lot van de Zwollenaren definitief was bezegeld. ,,Het was natuurlijk mooi om op dat niveau uit te komen, maar voetballend was het heel anders. Van dominant spelen kwam weinig terecht.”
,,Het was vooral achter de tegenstander aanlopen en dat is toch wel iets anders dan ik gewend was en als voetballer ook wilde”, concludeert hij. ,,Eigenlijk was ik meer liefhebber dan prof. Zo steek ik in elkaar. Aan trainers die hun spelers vol opdrachten stoppen heb ik bovendien altijd een hekel gehad,” vertelt de voormalige linkermiddenvelder die zich als voetballer een ware kilometervreter met voetballend vermogen toonde.
Warme club
Na de degradatie maakte FC Zwolle schoon schip. ADO Den Haag toonde vervolgens belangstelling, maar uiteindelijk werd het FC Den Bosch. Dat avontuur duurde echter nog geen week. ,,Vooraf heb ik aangegeven dat ik nogal opkeek tegen de afstand tussen Noordwijk en Den Bosch. In Zwolle was dat geen probleem, omdat ik daar in die jaren heb gewoond, maar daarna wilde ik weer graag terug naar mijn geboorteplaats.”
,,Wekelijks minimaal vijf keer heen en weer zag ik al snel niet zitten, dus keerde ik uiteindelijk weer terug bij Telstar. Drie jaar later ging ik terug naar Noordwijk. Bij Telstar kom ik nog altijd een paar keer per seizoen. Een gewone club met warme mensen. Ik kom er graag. Beetje vergelijkbaar met Noordwijk.”
,,Door het instellen van de voetbalpiramide is het toch anders geworden. Nauwelijks nog derby’s en tegenstanders die veel minder aanspreken.”
Zijn terugkeer aan de Duinwetering werd geen succes. Binnen een half jaar wist De Ridder dat hij bezig was aan zijn laatste seizoen op Hoofdklasse-niveau. ,,Van de oude garde was zo goed als niemand over. Bovendien speelde er nog nauwelijks Noordwijkse jongens. Ik speelde liever mijn partijtje mee met de pensionado’s. Allemaal Noordwijkse jongens die ik kende en die op niveau hebben gespeeld. Hoewel voetballen de laatste jaren wel wat minder is geworden. Heupklachten spelen daarbij een rol. Voetballen blijft het allerleukste dat er bestaat. Op mijn 33e was het dus mooi geweest.”
De Ridder ziet zijn oude club nog af en toe spelen. Nog altijd in de Hoofdklasse, maar dat het anders is dan destijds is voor De Ridder het intrappen van een open deur. ,,Door het instellen van de voetbalpiramide is het toch anders geworden. Nauwelijks nog derby’s en tegenstanders die veel minder aanspreken. Je ziet het ook aan de publieke belangstelling. Ik kom er nog graag, maar het zou goed voor de club zijn als de stap omhoog wordt gemaakt. Veel spelen zie ik ze echter niet. En als ik er ben, dan sta ik vaak meer te praten met oude bekenden dan te kijken,” vertelt de eigenaar van een koeriersbedrijf.
Sportief
Lekker sportief bezig zijn blijft een van de bezigheden van de oud-voetballer voor wie er altijd meer geweest is dan alleen voetbal. ,,Beetje lopen, fietsen of surfen. Dat soort dingen. Maar voetballen zoals voetbal bedoeld is, op welk niveau dan ook, blijft het allerleukste. Wat dat betreft vind ik het jammer dat die tijd er bijna opzit.”