Wie Huug Aandewiel zegt, denkt direct aan die veelbesproken transfer die in 1983 bergen stof deed opwaaien. Huug Aandewiel (54) is echter veel meer dan alleen een voetballer die bekend is van een opmerkelijke overstap.

De met veel talent gezegende ‘Zoon van Nieuw Zuid’ debuteerde aan het einde van het seizoen 1979-1980 in de blauwwitte hoofdmacht. In de zomer van 1981 koos de negentienjarige voor een avontuur bij DS’79, het huidige FC Dordrecht. Na één seizoen keerde Aandewiel weer terug bij Quick Boys, maar een jaar later maakte hij de spraakmakende transfer naar buurman en aartsrivaal Rijnsburgse Boys. Ruim 33 jaar na dato is Aandewiel, zowel als supporter als sponsor, met de geelzwarten vergroeid. Dat scenario stond in zijn jeugdjaren bepaald niet in de sterren geschreven.

Blauw en wit gekleurd. Zo moet de paplepel er in huize Aandewiel hebben uitgezien. Vader Leen speelde er ooit in de selectie en is ook nu nog als vrijwilliger en vurig supporter aan die club verbonden. Broer Gert was er in het verleden speler en trainer. Op dit moment vervult hij op Nieuw Zuid de functie van technisch directeur. Ook zijn oom Leo Pluymgraaff was ooit één van de drijvende krachten in het eerste elftal. Net als Huug maakte Pluymgraaff de overstap naar de Middelmors. Een beslissing die destijds in 1975 ook al niet op applaus vanuit de Katwijkse duinpan kon rekenen. Temeer omdat ook Piet ‘de Flap’ Haasnoot dat jaar in het kielzog van zijn ploeggenoot de overstap naar de ’Uien’ maakte.

Traditiegetrouw
De reden voor zijn carrièreswitch was opmerkelijk en eenvoudig tegelijk. Aandewiel was er van meet af aan duidelijk over, hoewel zijn keuze voor de aartsrivaal ook in zijn eigen familie insloeg als een bom. ,,Mijn meisje kwam uit Rijnsburg en omdat er ook een huis voor mij werd geregeld, was ‘één en één is twee’ voor mij. Bovendien kende ik trainer Arie Lagendijk nog van Quick Boys. Omdat er op Middelmors ook gebouwd werd aan een sterk team, was het bepaald geen straf om daar te gaan spelen. Met spelers als Arie van Dijk, Wim Driebergen, Jack Manuputty, Johan de Kroon, Rob Gilissen, de broertjes Van der Blom, om er een aantal te noemen, was het een mix van Rijnsburgers en talenten uit de regio.”

,,Direct in mijn eerste jaar pakten we de titel. Dat is in 1990 nog een keer gebeurd, waarbij we ook beslag legden op het algeheel zaterdagkampioenschap. Eigenlijk hebben we in die jaren te weinig prijzen gewonnen als je kijkt naar de namen in het elftal en het voetbal dat we op de mat legden. Maar het was wel altijd genieten. Zowel binnen als buiten het veld. De jongens van toen ontmoeten elkaar nog altijd regelmatig. Binnenkort komen we traditiegetrouw weer bij elkaar voor een avondje nostalgie. Dat zegt dertig jaar na dato ook wel iets over de onderlinge band binnen de groep”, vertelt Aandewiel.

krantenartikelaandewiel

Op ‘tien’ mocht hij zich de regisseur en dirigent van het elftal noemen. Gaandeweg zijn glanzende carrière zakte hij een linie. Ook als inschuivende verdediger drukte de balvirtuoos op die positie zijn stempel op het spel. ,,Dat het voetbal geëvolueerd is, kun je goed zien. Momenteel zijn het de backs die aanvallend hun stempel op de wedstrijd drukken. Een inschuivende laatste man zie je tegenwoordig niet meer. Juist op die positie kon ik mijn ei goed kwijt. Ik moest het van mijn overzicht hebben. Lekker het spel verdelen. Dat kon omdat ik over een goede pass en trap beschikte. En scoren ging me ook niet slecht af. Dat kon echter alleen maar omdat anderen het vuile werk voor me opknapten”, merkt de nog altijd in Rijnsburg woonachtige Aandewiel op.

Scherpe kantjes
Aandewiel heeft overigens nooit samen met broer Gert in één elftal gespeeld. Wel tijdens het zaalvoetballen, een andere liefhebberij van hem. ,,Gert speelde in de C1 toen ik bij Quick Boys vertrok. Later hebben we in het veld wel tegenover elkaar gestaan tijdens de doorgaans beladen derby’s tussen Rijnsburgse Boys en Quick Boys. Dat is ook best apart, kan ik je vertellen.”

In Rijnsburg bestiert hij sinds 1990 een sportzaak. Dat belemmert hem enigszins om Rijnsburgse Boys steeds op de voet te volgen. Het blijft vaak bij thuiswedstrijden of een duel in de regio. ,,En een enkele keer per jaar kom ik nog op Nieuw Zuid. Daar, hoe kan het ook anders, kom ik nog altijd mijn voetbalvrienden van vroeger tegen. De scherpe kantjes die mijn keuze voor de buurman teweegbracht, zijn er intussen wel vanaf.”

,,Toen ik 32 was, ben ik noodgedwongen gestopt. Mijn laatste duel was een beslissingswedstrijd om degradatie tegen Spijkenisse bij Capelle. We wonnen toen met 1-0. Het oude team was toen al uit elkaar gevallen.  Mijn knie gaf de nodige klachten en mijn enkels waren flink versleten. Ik had pijn en nu nog ondervind ik de naweeën. Vier jaar geleden heb ik zelfs een kunstknie gekregen. Toen ik stopte heb ik het nog een paar jaar op een lager niveau geprobeerd, maar ook dat ging op een bepaald moment ook niet meer. Nee, een trainer heeft er nooit in mij geschuild. Dat zou overigens ook niet te combineren geweest zijn met mijn zaak.”

Golfbeweging
Vervolgens schakelt Aandewiel over naar de dag van vandaag en blikt hij vooruit naar de derby van zaterdag tussen Rijnsburgse Boys en Quick Boys. ,,We hebben deze eeuw natuurlijk fantastische jaren beleefd met Rijnsburgse Boys. Kampioenschappen behaald met een team dat veel overeenkomsten vertoont met dat uit mijn tijd. Goed voetbal gespeeld door een hechte groep spelers. Momenteel is het wel iets minder. Noem het de golfbeweging in de sport. Zaterdag komt Quick Boys naar de Middelmors. Die wedstrijd staat sinds jaren weer eens op het programma. Net als wij draait het ook bij hen nog niet naar wens. Normaal is een wedstrijd tussen de nummers negen en tien niet echt een affiche. Deze derby is dat wel en zal dat altijd blijven. Daarin tellen vorm en stand op de ranglijst niet mee. Zo’n wedstrijd staat helemaal op zichzelf. Waarbij ik natuurlijk vurig hoop dat de punten zaterdagmiddag in Rijnsburg blijven.”

POPULAIRE BERICHTEN