Bijna twee decennia lang was Hans van der Plas een van de smaakmakers bij Quick Boys. Na zijn debuut in het eerste elftal op 19-jarige leeftijd in 1983 nam de voormalige vleugelverdediger pas zestien jaar later afscheid. In de twee daaropvolgende voetbaljaargangen keerde hij tussentijds als redder in de nood terug in het blauwwitte vlaggenschip. Voetballen doet de inmiddels 51-jarige eigenaar van een schildersbedrijf nog altijd met een aantal (jongere) blauwwitte coryfeeën in Quick Boys 7.  ,,Lekker een balletje trappen met nog altijd de echte wil om te winnen. Dat is toch heerlijk.”

De gedreven Van der Plas was en is door zijn speelstijl en aanwezigheid, zowel binnen als buiten de lijnen, geen man waar je snel omheen kunt. Vanaf zijn jongste jeugd behept met het Quick Boys-virus stond hij 378 keer aan de aftrap in het eerste team. Daarmee is hij nog altijd recordhouder bij ‘zijn’ club. ,,Bij Quick Boys tellen alleen wedstrijden mee voor de competitie waarin je in de basis start. Met alle andere wedstrijden erbij, zoals beker en vriendschappelijke duels, zijn het er ontelbaar meer geweest”, vertelt Van der Plas, die als captain zijn ploeg in 1991 en 1992 naar de afdelingstitel in de Hoofdklasse voerde.

Bekroning

Het laatste seizoen was een ultiem hoogtepunt. Nadat  de zaterdagtitel in 1991 was binnengesleept, ging De Treffers er nog met de algehele amateurtitel vandoor. Een jaar later was het wel raak, toen Rheden in de eindstrijd werd afgetroefd en Quick Boys zich wel tot landskampioen kroonde. ,,De bekroning na tien seizoenen waarin we met veel eigen jongens en later ook met spelers van buitenaf  een top- en vriendenteam hadden gesmeed”, stelt Van der Plas.

,,Eerst met spelers als Johan Jonker, Arie van Duijn en Leen van der Plas. Later kwamen Floor en Jaap van Duijn, Frenk van der Kleij en Gert Aandewiel erbij. De tendens om spelers van buitenaf binnen te halen, speelde ook bij ons een rol. Met Marco Dijkhuizen, Richard Hoogervorst, Fred Kanbier en een jaar later Edwin Otte haalden we voetbal, brutaliteit en flair in huis. De ideale mix die tot de twee kampioenschappen leidde. Iedereen kende daarin zijn rol. De wisselwerking met Floor van Duijn en mij op de linkerflank was echt uniek. We voelden elkaar perfect aan. Na acht tweede plaatsen werd het toen ook wel tijd dat we echt succes boekten.” Afbeelding 003 (1)

Na die twee gloriejaren maakte Van der Plas nog zeven seizoenen vol in de hoofdmacht. Na het seizoen 1998-1999 zette de verdediger, die het zelfs een seizoen tot topscorer schopte, een punt achter zijn carrière. De volgende seizoenen werd Van der Plas echter teruggeroepen, omdat zelfs het degradatiespook op de loer lag. ,,Ik speelde na mijn afscheid in het vijfde en was de eerste keer al na drie maanden en met één training in de benen weer terug. Ik dacht dat het er definitief opzat, maar het volgende seizoen stond ik – na al in november en januari gevraagd te zijn –  in maart weer in de basis. Toen de klus geklaard was, zat het er echt op. Tegenwoordig speel ik in het zevende elftal. Eerst was dat met jongens waarmee ik zelf in het eerste heb gespeeld, maar nu word ik omringd door spelers als Maarten Bak, Derek van der Plas, Peter Timmermans en Jan Schaap. Met mijn 51 jaar ben ik echt de nestor van het team, maar ik kan het spelletje nog altijd niet missen.”

Frustrerend

Al zes jaar heeft Quick Boys de Topklasse-boot gemist. Een gegeven dat ook Van der Plas pijn doet. ,,Qua historie, grootte en entourage horen we natuurlijk op dat niveau thuis. Hoe langer je er weg blijft, hoe moeilijker het ook wordt om er naartoe te gaan. Vier jaar terug waren we er heel dicht bij. De beslissingswedstrijd bij Noordwijk verloren we toen met 1-0. Heel frustrerend. Daarna hadden we nog een paar keer de kans om er via de nacompetitie te komen, maar ook dat lukte niet. We komen steeds tekort, daar zijn geen excuses voor. Je zal het toch zelf op het veld moeten laten zien.”

,,Daarbij is de bezetting in de as heel belangrijk. Uit onze eigen opleiding, die een hoog niveau heeft, breekt niemand op die posities door. De overige spelers zijn vaak dienend. Die hebben we vaak wel. Bovendien is de stap vanuit de jeugd naar het eerste nog groter geworden dan deze ooit was. We moeten het steeds hebben van spelers van buitenaf op de belangrijk posities en dat is ook niet altijd gemakkelijk. Met Joey Ravensbergen hebben we nu een jongen die wel een grote rol kan gaan spelen”, aldus Van der Plas die zich momenteel op de achtergrond nog als scout voor zijn club inzet.

In combinatie met drie voetballende zoons (Marco, Hans en Bart  spelen eveneens bij Quick Boys) zelf voetballen, zijn scoutingswerkzaamheden  en het volgen van het eerste team  is Van der Plas nog volop betrokken bij zijn club. Dat hoopt hij nog lang vol te houden. ,,Over zeven jaar hoop ik een halve eeuw actief voetballer te zijn. Dat wil ik graag bereiken. Mijn rechterknie moet er eigenlijk uit voor een kunstknie. Mijn kop is vaak sterker dan mijn lichaam. Dus stel ik dat nog even uit. Gewoon spelen zoals altijd. Het balletje lekker laten gaan en vooral niet tegen je verlies kunnen. Zoveel is er nu ook weer niet veranderd.”

Tekst: Leo Schrama

POPULAIRE BERICHTEN