[slideshow_deploy id=’45842′]

Loopvermogen en zichzelf kunnen wegcijferen. Het was in zijn actieve periode als voetballer hèt handelsmerk van Wim de Jong. De geboren Haarlemmer speelde rond de eeuwwisseling zeven seizoenen op Sportpark Duinwetering. Daar maakte hij deel uit van kampioensteam, dat in het seizoen 1998-1999 beslag legde op de titel in de Hoofdklasse A. Nu, bijna twintig jaar later, is De Jong nog altijd actief op de velden en daarbuiten. Waarbij de voetballende ‘stofzuiger’ zijn voormalige club nog altijd niet uit het oog heeft verloren.

De Jong (50) debuteerde pas op 27-jarige leeftijd op het hoogste amateurniveau. De lange aanloop daarnaartoe bracht hij door in het Haarlemse. Die jaren werden slechts voor een korte periode onderbroken voor een verblijf in Alkmaar bij het toenmalige C-team van AZ. ,,Ooit begon ik bij DIO om via Ripperda in Alkmaar terecht te komen. Daar was het aanpoten geblazen. Lange dagen. En het reizen was problematisch.”

,,Uiteindelijk bleef het tot een kort avontuur beperkt, waarna ik via opnieuw Ripperda bij EDO belandde. Daarna ben ik bij Noordwijk terecht gekomen. Toch heeft die periode voor Noordwijk mijn ogen als voetballer geopend. De trainingen zagen er destijds heel anders uit.”

,,Tactiek en conditioneel kregen voorrang. Voor zaken zoals tweebenigheid, je basishouding, kappen en draaien, was geen of weinig aandacht. Eigenlijk deed je dat soort zaken gewoon op intuïtie. Veel dingen leerde je in je jeugd gewoon op straat. Pas later in mijn carrière kwam daar veel meer aandacht voor.”

,,Een uitstekende mix, waarin aanvoerder Arnold Reinders de leider was. De titel in 1999 vormde de bekroning.”

,,Daarom vind ik het nu belangrijk om de jeugd al in een vroeg stadium dit soort zaken bij te brengen”, vertelt De Jong die in zijn woonplaats Bennebroek momenteel als technisch coördinator bij het plaatselijke BSM de jeugdafdeling voor zijn rekening neemt.

Impuls
,,Al op jonge leeftijd heb ik de diploma’s TC2 en TC3 behaald en ben ik naast het voetballen als jeugd- en later als techniektrainer aan de slag gegaan”, vervolgt De Jong. ,,Het is voor mij altijd al een uitdaging geweest om jonge spelers naar een hoger niveau te brengen.”

,,Dat doe ik nu dus in een iets andere vorm. Wat dat betreft is er voor mij niet zoveel veranderd. Binnenkort hoop ik bij BSM, dat negentien jeugdteams telt, een beleidsplan te presenteren. Dat moet een verdere impuls geven om talent op te leiden. Het is geen echt grote vereniging, maar talenten vind je overal. Het is vooral de manier waarop je er mee omgaat om ze te ontdekken.”

Bloedvorm, geen prijs
Bij vv Noordwijk, en in de regio, werd De Jong vooral bekend als een middenvelder met een enorm loopvermogen. Voor die positie werd hij in 1997 echter niet naar de badplaats gehaald. Vrijwel direct naar zijn komst werd de als centrale verdediger opgeleide voetballer door zijn trainer Ruud Bröring een linie naar voren geschoven.

,,Ik kwam daar terecht in een ploeg die naar een kampioenschap toe werkte. Op een gegeven moment hadden we een team om te dat ook te realiseren. Een uitstekende mix, waarin aanvoerder Arnold Reinders de leider was. De titel in 1999 vormde de bekroning. Het is wel doodzonde dag we de zaterdagtitel, en wellicht nog meer, hebben laten liggen. We verkeerden op dat moment echt in een bloedvorm. Met eerst nog die knotsgekke kampioenswedstrijd tegen Rozenburg die we met 8-5(!) wonnen.”

,,Vervolgens speelden we IJsselmeervogels in het eerste duel om de zaterdagtitel in eigen huis met 0-3 van de mat, waarna het tegen DOVO thuis misging. Toch hadden we daarna alles nog in eigen hand. Uit bij DOVO was een overwinning genoeg om de zaterdagtitel alsnog te pakken.”

,,Vriend en vijand waren het er na afloop over eens dat we die wedstrijd met een monsterscore van het veld hadden moeten stappen. In plaats daarvan werd het 1-0 voor DOVO. Zij kwamen één keer over de middenlijn en toen was het meteen raak. Bij ons lukte er die middag helemaal niets ondanks een lawine aan mogelijkheden. Je moet het eigenlijk gezien hebben om het echt te geloven”, haalt De Jong die teleurstellende ervaring op sportpark Panhuis nog maar eens terug.

Voldoening
Tijdens zijn carrière bij Noordwijk verkaste De Jong voor één seizoen naar het Haarlemse EHS om na een jaar spoorslags weer terug te keren op het oude nest. ,,Een keuze waar ik inderdaad snel op terugkwam, omdat het niveau me toch niet beviel”, verklaart De Jong zijn snelle terugkeer bij de rood-witten.

Daardoor werd Noordwijk, toen hij daar uiteindelijk als midden dertiger vertrok, zijn laatste vereniging op niveau. De middenvelder toonde zich daar een speler die zich voor het team altijd wenste weg te cijferen. Een ideale teamspeler waar elke trainer mee wegliep. Dat de hoofdrol zelden voor hem was weggelegd, deerde de middenvelder overigens niet.

,,Voetbal is echter een teamsport en als je medespelers en de trainer tevreden zijn, kun je daar ook je voldoening uithalen.”

,,Nee, dat kostte me eigenlijk geen moeite. Dat zit gewoon in mijn karakter. Voor de buitenwacht viel ik door de rol die ik op het veld vervulde nooit echt op. De aandacht is in het voetbal nu eenmaal vooral weggelegd voor de aanvallers en de keeper. Voetbal is echter een teamsport en als je medespelers en de trainer tevreden zijn, kun je daar ook je voldoening uithalen”

Naast zijn parttime werkzaamheden bij KWF Kankerbestrijding en bij BSM is De Jong eveneens voor zijn eigen bedrijf, Vita-Jong, werkzaam. Daar verzorgt de voormalige voetballer werkzaamheden als personal trainer, maar ook loop- en bootcamptrainingen.

,,Een lekker druk leven dus. Geen probleem, want als je het naar je zin hebt maakt dat niet uit. Mijn zoon Damian speelt tegenwoordig in het eerste elftal van BSM en ook mijn dochter Linda voetbalt er. Daar wil ik als het even kan ook graag bij zijn. Heel veel tijd om elders te gaan kijken blijft er dan ook niet over.”

Hoofdtrainer
,,Wel ga ik als het even kan nog weleens langs op De Duinwetering. Noordwijk heeft nu eenmaal een speciaal plekje in mijn hart. Ik ben er trouwens ook nog twee jaar als trainer van het vrouwenteam actief geweest. Het trainerschap heeft me overigens niet helemaal losgelaten, integendeel.”

,,In de toekomst hoop ik nog eens aan de slag te gaan als hoofd- of assistent-trainer. Als die kans een keer op mijn pad komt, zal ik die zeker niet laten lopen. Laat dat dan maar maar de volgende uitdaging voor me zijn. Ik voel me er fit genoeg voor en met mijn ervaring en visie zit het denk ik wel goed. Laat maar komen”, klinkt het aan het slot ambitieus uit de mond van het voormalige loopwonder.

Foto: privécollectie

Lees ook: ‘Van Wonderen (Teylingen): een realistisch voetbaldier’

POPULAIRE BERICHTEN