Met 350 duels in het vlaggenschip van Van Nispen is Martien Meiland geen recordhouder bij de Zilker voetbalclub. Die eer is weggelegd Michael van der Linden, maar als er in ogenschouw wordt genomen dat Meiland pas op zijn 23e zijn rentree bij de club vierde en toen pas debuteerde in het eerste elftal, mag dat aantal op zijn minst respectabel worden genoemd. Nu, ruim dertig jaar later, is de voormalige nummer tien nog altijd verknocht aan de club waar hij ooit zijn voetbalcarrière startte.
,,Met daartussen een periode van bijna tien jaar bij Sportclub Lisse en later, na de fusie FC Lisse. Mijn ouders verhuisden toen ik twaalf was vanuit De Zilk naar Lisse. Uiteraard speelde ik toen al in de jeugd van Van Nispen. Het was best wel ingrijpend om op die leeftijd De Zilk te moeten verlaten. Tja, en toen zat er niets anders op dan te gaan voetballen op Ter Specke. Eerst op de oude accommodatie en later, na de fusie, aan de overkant, blikt Meiland (54) terug op de eerste stappen in zijn langdurige voetbalcarrière.
Warme herinneringen
Meiland, die in de C4 begon, werd binnen de kortste keren overgeheveld naar het hoogste jeugdelftal in zijn categorie om dat tot en met de A-junioren vol te houden. ,,Ik weet nog dat we in de A-junioren promoveerden naar de A-regionalen. Dat was destijds het hoogste niveau. Speelden we toch mooi tegen clubs als Feyenoord, Sparta ADO en Excelsior. Daar bewaar ik warme herinneringen aan.”
,,Vooral die keer dat we uit tegen Feyenoord speelden. Je zag vanaf de Brienenoordbrug de lichtmasten van De Kuip in de verte en dan dacht je: daar ga ik straks voetballen.’ Stond ik later die middag tegenover Mario Been, van wie je toen nog niet besefte welke carrière hij later zou maken.”
,,Met langs de lijn iconen als Wim Jansen en Willem van Hanegem. Dat maakte toch wel de nodige indruk op me. Dat gold ook voor de duels die ik met FC Lisse tegen Ajax en Feyenoord speelde. De eerste ter gelegenheid van de opening van de nieuwe accommodatie en later tegen Feyenoord vanwege de ingebruikname van de tribune en de lichtmasten.”
,,Ik miste alleen snelheid. Alles ging bij mij in één tempo, maar zoals gezegd bij Van Nispen was dat geen probleem.”
Vanuit de A-junioren belandde Meiland direct in het eerste (zondag-)team van FC Lisse, dat destijds op Tweede Klasse-niveau acteerde. Met spelers als Harrie van der Zwet, Wim Bouckaert, Willem van Beek, Dorus en Laurens van er Voort beschikte FC Lisse zondag destijds over een ijzersterk team.
Meiland: ,,Het niveau in de Tweede Klasse lag toen echt wel een stukje hoger dan tegenwoordig. Dat heeft vooral te maken met het feit dat het aantal clubs dat op zondag speelt, met name de afgelopen tien jaar in sneltreinvaart gedaald is.”
Charme van de club
Uiteindelijk keerde Meiland op 23-jarige leeftijd terug naar zijn jeugdliefde Van Nispen. ,,Op een gegeven moment boterde het niet zo tussen de trainer en mij. En omdat ik merkte dat de club enkele jaren na de fusie tussen Sportclub Lisse en Lisser Boys haar pijlen meer en meer op de zaterdag begon te richten, ben ik naar Van Nispen teruggekeerd.”
,,Mijn schoonvader Bram Polderman, jarenlang hoofdsponsor bij FC Lisse-zaterdag, heeft nog geprobeerd om me op andere gedachten te brengen. Hij wilde me graag op zaterdag zien spelen, maar omdat ik toen net voor mezelf was begonnen in de bloemen en planten heb ik daar vanaf gezien. ‘Dan zorg ik wel voor personeel op die dag’, vertelde hij me.”
,,Daar ben ik toch maar niet aan begonnen en zo stond ik vanaf de zomer van 1986 weer als speler bij Van Nispen in het veld. Ik ben toen ook weer in De Zilk gaan wonen en dat gaf me alles bij elkaar wel het gevoel van thuiskomen. Van Nispen was en is een club waarin prestaties alleen nooit zaligmakend zijn. Dat is ook meteen de charme van de club. Met daarbij als streven om doorgaans met eigen jongens te proberen om op een zo’n hoog mogelijk niveau een balletje te trappen.”
Zaalvoetballen deed Meiland ook graag, maar die discipline bleef voor hem beperkt tot een paar seizoenen. ,,Eigenlijk gaf ik ook daarvoor voorrang aan mijn bedrijf. Spelen op zondag en twee keer trainen vond ik wel voldoende. Net zoals ik belangstelling van andere clubs een paar keer heb afgeslagen. Zo heeft John Eelman, destijds trainer bij Noordwijk, weleens een visje bij me uitgegooid, maar ik vond het wel goed zo. Nooit geen spijt gehad ook.”
Bij Van Nispen speelde Meiland ruim twaalf seizoenen in het eerste om daarna in het tweede en later het derde elftal af te bouwen. Op zijn 39e was het genoeg. ,,Toen ik terugkeerde bij Van Nispen speelde ik ineens twee klassen lager, dus dat ging me makkelijk af.”
,,Het voetballen kon ik wel missen, maar de kleedkamer en de gezelligheid rond de wedstrijden niet.”
,,Het feit dat ik op een hoger niveau gespeeld had riep echter wel de nodige verwachtingen op bij de club, maar daar kon ik wel mee omgaan”, vertelt de voormalige nummer tien, die gezegend was met een uitstekende trap en een dito koptechniek. ,,Ik miste alleen snelheid. Alles ging bij mij in één tempo, maar zoals gezegd bij Van Nispen was dat geen probleem.”
Kleedkamer
Zijn mooiste herinnering bewaart Meiland aan een beslissingsduel om de titel in de Vierde Klasse. Bij BSM in Bennebroek pakte Van Nispen het kampioenschap ten koste van Geel Wit uit Haarlem. ,,Eigenlijk speelde ik al die jaren, een enkele uitzondering daargelaten, ieder seizoen in West I. En dat laatste is me altijd uitstekend bevallen.”
,,Net als dat duel in Bennebroek voor zo’n 3.000 man publiek. Dat was echt een belevenis. Ik was toen al in de nadagen van mijn carrière beland, maar die wedstrijd zal me altijd bijblijven. Nadat ik afscheid had genomen van het eerste heb ik eerst afgebouwd in het tweede en derde om vervolgens als grensrechter en al snel als scheidsrechter bij Van Nispen actief te blijven. Het voetballen kon ik wel missen, maar de kleedkamer en de gezelligheid rond de wedstrijden niet.”
Zijn zoons Dennis en Sjors hebben het voetbal niet van een vreemde. Sjors is momenteel geblesseerd, Dennis een aantal jaar geleden gestopt. Sportpark Wassenaar is toch een tweede thuis voor mij. Dat was het al op jeugdige leeftijd en hopelijk blijft dat nog heel lang het geval.’’