Ze zijn op het hoogste amateurniveau van een uitstervend ras: echte clubmannen. Het geelblauw van FC Lisse behoort Rik Vermeulen toe. Een monoloog met de kleurrijke aanvallende middenvelder over blessureleed, verantwoordelijkheid, ziekte en zijn liefde voor de FC.
Vermeulen praat zoals hij voetbalt. Altijd vanuit zijn hart, recht voor zijn raap en zonder poespas. Nooit zit hij om een mening verlegen. Niet op het veld, niet na afloop van een wedstrijd tegenover journalisten en ook niet op een doorsnee dinsdagmiddag. Zo blijkt als Vermeulen ons ontvangt in zijn woonplaats Lisse.
De aanvallende middenvelder staat werkelijk te trappelen van ongeduld. ,,Ik heb zin om te voetballen”, antwoordt de Lissenaar op de vraag hoe het met hem gaat. Voetballen deed hij de eerste seizoenshelft slechts zevenmaal in competitieverband en eind oktober bij Spakenburg voor het laatst. Door schade en schande wijs geworden heeft hij zich echter niet vastgepind op een (te) snelle rentree.
,,Ik ben een eigenwijze jongen”, zegt Vermeulen. Drieënhalf jaar geleden, bij de historische start van de Topklasse, liep hij een scheurtje in zijn meniscus op. Nooit nam hij de tijd om die kwetsuur volledig te laten genezen. ,,Ik heb drie jaar lang scheef gelopen. Kon mijn knie goed buigen, maar niet overstrekken.”
Onder druk
Het gevolg was een keur aan blessures. Van knieklachten bleef hij echter gevrijwaard. ,,Het waren andere plekken zoals mijn rug, heup en kuit”, zegt Vermeulen. ,,Dat komt omdat alles in je lichaam met elkaar in verbinding staat. Vorig jaar zat ik tegen een hernia aan. De voorbereiding op het nieuwe seizoen miste ik door een scheurtje in mijn kuitspier. Onder druk van mezelf en de trainersstaf heb ik elke keer weer te snel mijn rentree gemaakt.”
Een andere fysiotherapeut opende zijn ogen. Pas als zijn lichaam het toestaat, gaat Vermeulen zijn rentree maken. Met gerichte oefeningen werkt hij aan de stabiliteit van zijn knie. ,,Het kan nog een maand duren, maar ook nog twee. Ik wil eerst topfit worden en daarna voor doelpunten gaan zorgen. Dat gaat vrij moeizaam dit seizoen.”
Moeilijk is het wel voor Vermeulen, van de tribune toekijken. Zeker nu het de laatste tijd minder gaat. ,,Ik zit me soms op te vreten, hoewel het wel anders is nu ik ouder en meer ervaren ben.” Pijnlijk was de oorwassing bij Rijnsburgse Boys (6-0) zaterdag. ,,De geluksfactor ontbreekt momenteel”, zegt Vermeulen. ,,Die rode kaart was misschien niet helemaal terecht. Aan de andere kant hadden we niet in die positie moeten komen.” Onnodig hoog liep de score op, vindt Vermeulen. ,,Ik wil mijn ploeggenoten niet bekritiseren, maar het was behoorlijk naïef. Ze hadden logisch moeten nadenken en de score beperkt moeten houden.”
Geen keuze
De huidige coach van Rijnsburgse Boys, Niek Oosterlee, wilde oud-pupil Vermeulen twee jaar geleden naar de Middelmors halen. Het kwam er niet van, net zoals een overgang naar FC Volendam een aantal jaar eerder strandde. Vermeulen: ,,Hanne Hagary heeft nagenoeg weinig met Lisse, ondanks dat hij hier het plezier terugvond en het goed naar zijn had. Als je hoort hoe moeilijk de keuze om weg te gaan voor hem al was. Moet je nagaan hoe dat voor mij is. Eigenlijk was het niet eens een keuze.”
,,Lisse is mijn club”, vervolgt Vermeulen. ,,Het is het presteren, het sociale gebeuren, de ontspanning en mijn vrienden. Ik heb voetbalvrienden en met bijvoorbeeld Kevin Weijers en Jeroen van der Zijden m’n echte maatjes. Verder heb ik familie door de hele club en speelt bijvoorbeeld Kevin Winter nog bij Rijnsburgse Boys.” Vermeulen voelt zich een bevoorrecht man. ,,Laatst had ik het er nog met Lars Rauws over dat wij ons gelukkig mogen prijzen. We wonen op vijf minuten van zo’n mooie club en spelen als jongens van het dorp in het eerste.”
Woensdagochtend verschijnt het tweede deel van het interview. Vermeulen gaat dan in op het (te) hoge verwachtingspatroon, ideale schoonzonen, winnaarsmentaliteit en de ziekte van neef en goede vriend Jeroen van der Zijden, die hem zeer aan het hart gaat.
Foto: Hubert Habers/FC Lisse