Katwijk is uniek in Nederland: een relatief kleine gemeente met drie topamateurclubs die stuk voor stuk meespelen in de hoogste regionen van het amateurvoetbal: Rijnsburgse Boys, VV Katwijk en Quick Boys. Al jaren strijden deze clubs niet alleen om sportieve successen, maar ook om de eer binnen de gemeentegrenzen. De rivaliteit is diepgeworteld, emotioneel en soms fel. Maar wat als deze krachten ooit gebundeld zouden worden? Kunnen de ‘grote drie van Katwijk’ samen de stap naar het betaald voetbal maken?
Rivaliteit tot in het bot
De onderlinge rivaliteit is niet zomaar een gezonde competitie; het gaat verder dan het veld. Wedstrijden tussen deze clubs worden steevast omschreven als ‘de derby van de Bollenstreek’ en trekken duizenden toeschouwers. Spanningen lopen vaak hoog op. Zo herinneren fans zich nog goed de verhitte duels waarbij de politie massaal aanwezig moest zijn om rellen te voorkomen, zoals in 2017 toen Quick Boys en VV Katwijk tegenover elkaar stonden en het naast het veld net zo intens was als erop. Ook de traditie van spandoeken met prikkelende teksten en het belachelijk maken van de andere club is inmiddels folklore geworden.
Sportief is de rivaliteit minstens zo fel. VV Katwijk won in 2022 nog de landstitel bij de amateurs, Quick Boys beschikt over een grote achterban en ambitie, terwijl Rijnsburgse Boys bekendstaat om hun enorme scorend vermogen en attractief voetbal. Alle drie hebben ze iets bijzonders en voelen zich de trotse vertegenwoordigers van hun eigen dorp of wijk binnen Katwijk.
Fusie: droom of utopie?
In theorie zou een fusieclub enorme potentie hebben. Financiële middelen, faciliteiten en talent zouden gebundeld kunnen worden. Met de gezamenlijke achterban en sponsorkracht zou de club kunnen uitgroeien tot een serieuze speler op het niveau van de Keuken Kampioen Divisie en mogelijk zelfs de Eredivisie.
Maar in de praktijk lijkt een fusie een onhaalbare kaart. De identiteit van de clubs zit diepgeworteld in de gemeenschap. Voor veel supporters is de club onderdeel van hun familiegeschiedenis, hun jeugd en het sociale leven. Quick Boys-supporters zullen nooit in oranje willen lopen, VV Katwijk-fans zullen geen blauw-wit aan willen trekken, en Rijnsburgers zullen hun geel-zwart nooit verraden.
Ook bestuurlijk zijn er obstakels. Ieder bestuur heeft zijn eigen visie, beleid en achterban om tevreden te houden. Daarnaast is er het praktische probleem van accommodatie: welk stadion wordt het thuisfront? Wie bepaalt de clubkleuren? Het logo? De naam?
Voor de geldkraan zou het overbruggen van de verschillen tussen de clubs een meesterzet zijn. Sponsorgelden zouden gemakkelijker op te halen zijn en ook sportweddenschappen zouden een stuk meer geld in het laatje kunnen brengen. Het is namelijk alleen mogelijk om te wedden op de Eredivisie en Eerste Divisie in Nederland. De Tweede Divisie (ook wel Betnation Divisie genoemd) kan in veel mindere mate profiteren van het grote kapitaal van de bookmakers vanwege beperkte interesse.
Conclusie
De rivaliteit tussen Rijnsburgse Boys, VV Katwijk en Quick Boys is wat het Katwijkse voetbal zo bijzonder maakt. Die onderlinge strijd zorgt voor passie, beleving en prachtige wedstrijden. Een fusie zou sportief misschien indrukwekkende resultaten kunnen opleveren, maar lijkt op dit moment vooral een onrealistische droom. Want soms is rivaliteit niet iets dat je moet wegpoetsen, maar juist koesteren.