In Waalwijk en Tilburg zijn ze zich al rijk aan het rekenen. Als Nederlands grootste belofte sinds jaren deze zomer de overstap maakt naar PSG, Manchester City, Barcelona of Real Madrid, gaat de kassa rinkelen in Brabant. Frenkie de Jong speelde namelijk vijf jaar in de gezamenlijke jeugdopleiding van RKC en Willem II. En dus droegen zij op die manier hun steentje bij aan de ophanden zijnde transfer van De Jong naar een Europese grootmacht. 

Dat klinkt als een eerlijk verhaal. Elke club – amateur dan wel profclub – die bij heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van een speler, wordt daarvoor beloond als een speler het betaalde voetbal haalt. Bij de KNVB noemen ze dat een opleidingsvergoeding. Daarover schrijven zij het volgende:

Clubs hebben recht op de opleidingsvergoeding als een speler die zij hebben opgeleid voor een betaaldvoetbalorganisatie:

  • is uitgekomen in vijf bindende wedstrijden van het eerste elftal, of
  • de speler een spelerscontract heeft gesloten met die BVO.

Op deze manier wil de KNVB clubs stimuleren om spelers op te leiden. Dat loont niet alleen de club zelf, maar ook het Nederlands voetbal in zijn geheel. Sterker nog, het is de ruggengraat van het Nederlands voetbal en is feitelijk de enige manier waarop wij als land kunnen wedijveren met het grote geld in het buitenland.

Maar wat is eigelijk de definitie van een Betaald Voetbal Organisatie (BVO)? Met de flinke verschuivingen in het voetballandschap is de grens tussen betaald en amateurvoetbal steeds meer vervaagd. Zijn bijvoorbeeld vv Katwijk, VVSB en Rijnsburgse Boys BVO’s? Feitelijk hebben zij ook spelers en trainers onder contract staan. Steeds vaker voor meerdere jaren. En, ze betalen in sommige gevallen ook nog een hogere individuele vergoeding dan clubs in de Keuken Kampioen Divisie. Maar of er in het Katwijk betaald voetbal wordt gespeeld? Letterlijk in ieder geval wel.

‘Ik zou het wel weten als ik voorzitter was van vv UDO of UVS. Niet geschoten is altijd mis.’

Je zou ook kunnen stellen dat het niveau waarop een club uitkomt, bepaalt of een club een BVO is of niet. En dat die grens ligt tussen de Tweede Divisie en de Keuken Kampioen Divisie. Het zou betekenen dat Achilles ’29 ineens een BVO werd toen het promoveerde. Maar of alle clubs, waar de spelers van Achilles ’29 in de jeugd hebben gespeeld, toen een opleidingsvergoeding hebben gekregen? Ik betwijfel het. Of andersom, toen TOP Oss degradeerde, verloor het toen die status als BVO? En daarmee het recht op een opleidingsvergoeding? Lijkt me sterk.

Robbert Susan
Terug naar onze streek. Laten we er voor nu eens vanuit gaan dat bijvoorbeeld vv Katwijk wél een betaaldvoetbalorganisatie is. Daar is best iets voor te zeggen, helemaal als je bekijkt waar de club aan moet voldoen volgens de licentie-eisen. Het zou betekenen dat bijvoorbeeld vv UDO en UVS recht hebben op een opleidingsvergoeding vanuit de KNVB. Want daar speelde Robbert Susan in de jeugd en leerde hij voetballen.

In eerste instantie misschien een rare gedachte, maar met de invoering van de Tweede Divisie en het pakket aan licentie-eisen valt daar wel degelijk iets voor te zeggen. Ik zou het wel weten als ik voorzitter was van vv UDO of UVS. Niet geschoten is altijd mis.

Bram Meurs begeleidt en traint voetballers uit het betaalde voetbal op mentaal vlak. Hij schreef in dat kader als basis de boeken Kopsterk (2010) en VoetbalPsychologie (2014). Daarnaast speelde hij acht jaar voor VV Noordwijk en is hij mede oprichter van het platform Voetbal in de Bollenstreek. Te volgen via @brammeurs.

Foto: Orange Pictures

POPULAIRE BERICHTEN