Marc Magan zal afgelopen zaterdag stiekem toch wel een klein vuistje hebben gebald, ondanks het verlies van Rijnsburgse Boys tegen Koninklijke HFC (0-1). De middenvelder stond namelijk voor het eerst sinds twee-en-een-half jaar in de basis bij de ‘uien’. Na een periode met blessureleed aan zijn schouder werd het lange wachten eindelijk beloond.

De 22-jarige voetballer kwam in 2016 over van Jong Cambuur. Het leven als profvoetballer werd vaarwel gezegd en Magan ging voor zijn kans in het top van het amateurvoetbal. Alleen die gelegenheid kwam er nooit, mede doordat hij zijn schouder brak in het seizoen 2016-17 tijdens het duel met Quick Boys.

„Op een paar invalbeurten na heb ik nooit gespeeld voor het eerste elftal. Je hoopt op een kans en daar geef ik ook alles voor tijdens de training. Ik kom ook niet uit de buurt, dus dan is het af en toe lastig om vrede te hebben met een plek op de bank of speelminuten bij het tweede.’’

,,Mijn vader heeft altijd gezegd dat ik mijn best moet blijven doen.”

Doorzettingsvermogen
Dus was het een frustrerende periode voor de jongeling. Hij deed zijn stinkende best in het tweede elftal, maar kreeg weinig kansen om zich te bewijzen. Heeft Magan, na zo’n lange periode met vrijwel geen speelminuten, ook wel eens gedacht aan een vertrek?

„Tuurlijk spookt dat af en toe wel is door je hoofd. Maar je houdt altijd hoop. Je praat met de trainer, de spelers en gaat ervan uit dat die kans ooit een keer komt. Het is voor mij een bevestiging van de bekende uitspraak: ‘met doorzettingsvermogen kom je er uiteindelijk wel’. Alleen duurde het voor mij wat langer.’’

Ouders
Dat mag gezegd worden. In die lange tijd waren er voor Magan genoeg mensen waar hij steun van kreeg. Onder meer verdediger Hidde Prijs was een belangrijk persoon voor de inwoner van Almere.

„Ik praat altijd veel met hem en daarom vind ik het ook jammer dat hij komende winter vertrekt naar FC Lisse. Maar ik begrijp zijn keuze wel. Daarnaast voel ik me gesteund door mijn ouders die altijd komen kijken. Mijn vader heeft altijd gezegd dat ik mijn best moet blijven doen, want dan kan de trainer op een gegeven moment niet meer om me heen.’’

,,Ik vond het zelf niet onaardig gaan.”

Een goede instelling, maar afgelopen zomer moest de middenvelder toch even getwijfeld hebben aan die uitspraak. Zo werden Bram Ros, Jeroen Spruijt en Edo Knol gehaald voor een plek in de middelste linie. Hij kreeg de kans om zich te bewijzen, maar viel buiten de boot.

„Dat was wel even lastig, maar de knop is daarna vrij snel weer omgegaan bij mij. Ik ben een speler die veel diepgaat en scorend vermogen heeft, maar daar heb ik een geduchte concurrent in de vorm van Joël Tillema. Ons probleem is dat we, net als vorig seizoen, veel tegengoals krijgen. De trainer kiest dan misschien voor iets meer zekerheid op de andere twee plekken op het middenveld, in plaats van een speler met meer diepgang.’’

Begin van iets moois
Maar in de wedstrijd tegen Koninklijke HFC speelde Magan dan eindelijk vanaf de aftrap. In een controlerende rol kwam hij uitstekend tot zijn recht en was hij zelfs één van de betere aan de kant van de Rijnsburgers. Kennelijk vond trainer Wilfred van Leeuwen dat ook, want Magan mocht negentig minuten lang blijven staan.

„In het begin was het even zoeken naar een plekje. Ik moest wennen aan het hogere niveau in de Tweede Divisie, maar ik vond het zelf niet onaardig gaan. Hopelijk is dit niet het einde, maar juist het begin van iets moois.’’

Tekst: Roy van der Meij

Archieffoto: Hans Heemskerk

Lees ook: ‘Winterstop moet de hoofden weer fris maken in Rijnsburg’

Bekijk ook: ‘De samenvattingen en interviews Tweede Divisie’



POPULAIRE BERICHTEN