In de voetballerij wordt ieder type speler vaak vlot van een stempel voorzien. Geef het beestje een naam. Als het verblijf van Marciano Mengerink (25) op de Krom gekarakteriseerd zou moeten worden, dan zou hij een ideale ‘eerste seizoenshelft-speler’ genoemd kunnen worden. ,,Ik wil nu een heel jaar laten zien wat ik kan”, klinkt het ambitieus uit de mond van Katwijks aanvalsleider.
Bovenstaande is wellicht wat gechargeerd gesteld, maar berust ook zeker op waarheid, vindt Mengerink. ,,In mijn eerste twee jaar bij Katwijk heb ik steeds de eerste seizoenshelft goed gepresteerd. In beide jaren was het tweede deel teleurstellend. Vorig seizoen kwam dat door mijn blessure. Botte pech. En het eerste seizoen waren mijn prestaties na de winter gewoon matig.”
‘Katwijk-bril’
Door zijn noodgedwongen absentie werd Mengerink in het voorjaar node gemist in de titelrace. ,,Het seizoen eindigde in mineur, zowel voor mij als heel Katwijk. Zo voelt het nog steeds, ondanks dat we gepromoveerd zijn. Ik vond dat wij de titel hadden verdiend. Wellicht kijk ik teveel door een Katwijk-bril, maar wij hebben het beste voetbal gespeeld, of in ieder geval altijd de intentie gehad. Maar het zat niet mee, en vooral thuis hebben we teveel laten liggen. Dieptepunt was die laatste wedstrijd tegen HHC. Ik voelde op de tribune pure onmacht. We waren zo dichtbij… Echt ongelooflijk balen, nog steeds.”
Dat Mengerink niet inzetbaar was, was het gevolg van een opeenstapeling van fouten en verkeerde diagnoses. Hij raakte in februari geblesseerd tegen Rijnsburgse Boys. Aanvankelijk werd gedacht dat het om een kneuzing ging en dat een paar weken rust zou volstaan. Het bleek een verkeerde inschatting. Mengerink had een breukje in zijn voet.
De inwoner van Amsterdam hield logischerwijs een slecht gevoel over aan de gang van zaken. ,,Ze hadden in het ziekenhuis best wat beter onderzoek mogen doen. Op basis van de foto’s waren ze te snel tevreden. Ook verschillende fysio’s die ik hoog heb zitten, hadden meer initiatief mogen tonen, of eerder aan de bel moeten trekken.”
Inmiddels is Mengerink hard op weg om weer de oude te worden. ,,Het gaat steeds beter”, vertelt hij. ,,Op foto’s was te zien dat de breuk best goed geheeld is. Het is nog niet pijnvrij, maar ik heb me laten vertellen dat het erbij hoort. Het genezen van een breuk kost tijd. De dag na een wedstrijd of training is nog wel een hel. Maar bij Katwijk zit een nieuwe, goede fysio en ik heb ook nog mijn eigen fysio.”
Topfit is Mengerink nog niet, al is zijn fysieke gesteldheid ruimschoots voldoende om zaterdag te kunnen aantreden in de seizoensouverture tegen TEC. ,,Ik voel me goed. Zaterdag tegen Westlandia heb ik negentig minuten kunnen maken en dat ging lekker. Topfit ben ik nog niet, maar dat komt wel.” Maar zal Mengerink daadwerkelijk ook aan de aftrap verschijnen? ,,Daar moet je altijd een beetje mee uitkijken hé”, grijnst de spits. ,,Je weet het nooit, maar op basis van de voorbereiding acht ik de kans wel groot. Ik ga er stiekem een beetje vanuit.”
Verwachtingsvol
Op de Krom wordt er verwachtingsvol uitgekeken naar de Tweede Divisie. Weer een nieuw avontuur. Mengerink is het niet anders gewend. ,,Het is mijn derde jaar en voor de derde keer spelen we in een andere competitie. Het is op voorhand lastig inschatten, maar de vorige keren verliep de aanpassing steeds heel goed. Ik verwacht dat dat opnieuw het geval zal zijn.”
Mengerink heeft gemengde gevoelens over de nieuwe voetbalpiramide en de daaraan gekoppelde Tweede Divisie. ,,Ik vind het lastig. De beste zaterdag – en zondagteams gaan de strijd aan. Er zal een antwoord komen op de eeuwige discussie wie het beste is. Dat vind ik iets moois. Aan de andere kant missen we uit de regio clubs als Quick Boys en Rijnsburgse Boys. En ook IJsselmeervogels ontbreekt. Dat vond ik altijd wel de charme van de zaterdagse Topklasse om tegen die clubs in een mooie ambiance te spelen.”
De grote vraag is of Katwijk bovenin opnieuw een rol van betekenis gaat spelen. Onder Dick Schreuder werden de oranjehemden kampioen van de Hoofdklasse B en vorig seizoen derde in de Topklasse. Schreuder liet recentelijk tegen VIDB weten dat Katwijk volgens hem in de breedte minder sterk is geworden. Mengerink kan zijn trainer in die opmerking vinden.
,,Ik vind onze verdediging sterker geworden. Een aantal gerichte versterkingen maken ons achterin echt beter. In de breedte zijn we nu wel wat minder. We hebben veel jonge jongens. Als we op hen een beroep moeten doen, kunnen we niet verwachten dat zij er direct staan. En in aanvallend missen we iemand als Mark de Loor (nog altijd geblesseerd, red.). Maar overall hebben we gewoon nog een goede selectie, hoor.”
Mengerink weet als geen ander dat de ontwikkeling van een speler snel kan verlopen. Zelf is hij daar een goed voorbeeld van. Als een betrekkelijke onbekende streek hij op de Krom neer, maar inmiddels is hij een grote meneer geworden. Indien fit misschien wel één van de beste aanvallers uit het amateurvoetbal. Ziet hij dat zelf ook zo?
,,Dat vind ik lastig om over mezelf te zeggen”, vertelt een bescheiden Mengerink. ,,Daar mogen anderen over beslissen. Maar als je naar mijn statistieken van vorig seizoen kijkt, zou je dat misschien wel kunnen concluderen.” Mengerink tekende toen in de eerste seizoenshelft voor vijftien goals in zestien duels.
Er volgde zelf serieuze belangstelling uit de Jupiler League, maar tot een vertrek kwam het niet. ,,Naar het einde toe werd het wel iets concreter, maar ik heb toen besloten het niet te doen. Op dat moment speelde ook de vraag of ik nog helemaal zou herstellen. Als ik de kans krijg om ergens eerste of tweede spits te worden en het totaalplaatje klopt, zou ik het best willen proberen bij een aantal clubs uit de Jupiler League. Maar aan de andere kant zit ik gewoon goed bij Katwijk, één van de grootste en mooiste amateurclubs. Bovendien ga ik het laatste jaar van mijn studie in, en wil ik een maatschappelijk carrière opbouwen. En wellicht gaan we wel met Katwijk naar de Jupiler League.”
Foto’s: Aad de Winter