,,Michiel kan met recht Mister Katwijk genoemd worden”, waren de woorden die op de site van vv Katwijk stonden na het bekendmaken van zijn contactverlenging. De verdediger gaat zijn elfde seizoen in en speelt met nog net zoveel passie als in zijn eerste contractjaar op De Krom. In Katwijk-Noord hoeven ze in ieder geval niet bang te zijn dat het heilige vuur eruit is bij de oud-prof. De honger om nog één keer iets met de regerend kampioen van de Tweede Divisie te bereiken, is nog steeds aanwezig.

Hij is de langst dienende speler in de selectie van de Katwijkers. Er is maar één speler die in de buurt komt van Van Dam en dat is Robbert Susan. De aanvoerder staat al acht seizoenen onder contract bij de club. Met trouwe clubmensen wordt er speciaal omgegaan. Niet alleen door de supporters, maar ook door het bestuur en in dit geval de technische commissie van de club. Het was niet de club die bepaalde of de centrumverdediger doorging. Nee, dat was de ex-speler van Telstar zelf.

Eerst fit worden
,,Ik heb dit seizoen een tijdje gekwakkeld met blessures”, vertelt Van Dam. ,,Daarom lag de focus voor mij lange tijd op mijn herstel. Ik wilde mij niet bezighouden met m’n contract. Ik heb dan ook tegen de club gezegd dat ik eerst volledig fit wilde worden, voordat ik met ze in gesprek zou gaan.”

,,Het maakt mij niet uit. Want sinds ik hier speel, ben ik gewend om voor m’n plek te strijden.”

Eenmaal terug van zijn blessure toonde Van Dam direct zijn waarde. Na een absentie van een aantal weken had de verdediger twee minuten de tijd nodig om weer eens belangrijk te zijn voor z’n ploeg. In het thuisduel met Jong Almere City FC knikte hij kort voor tijd de winnende treffer binnen. Daarmee was zijn comeback compleet en wist alles en iedereen weer dat hij aanwezig was.

De strijd aan gaan
Na die wedstrijd tegen de beloften van Almere City was de Velsenaar niet meer weg te denken uit het elftal. Steevast stelde Jan Zoutman hem op. Daardoor keerde het speelritme terug en in het veld werd direct zichtbaar dat de leider van de achterhoede gemist werd.

,,We waren er vrij snel uit”, gaat Van Dam verder. ,,In principe heb ik afgesproken dat ik dezelfde rol houd. Als ik fit ben, dan vind ik dat ik moet spelen. Dat is alleen wel iets wat ik zelf moet afdwingen, want we hebben een geweldige selectie met goede centrumverdedigers.”

,,Het maakt mij niet uit. Want sinds ik hier speel, ben ik gewend om voor m’n plek te strijden. Ik vind het leuk om jaarlijks de strijd aan te gaan en om op dit niveau te spelen. Als ik er geen plezier meer in had gehad, dan was ik allang gestopt”, sluit de verdediger af met een knipoog.

Foto’s: Hans Heemskerk en Peter Teunissen

Lees ook: ‘Analyse: Katwijk te twijfelachtig op de zijkanten’