Toen minister-president Mark Rutte op 16 maart 2020 de woorden uitsprak ‘Goedenavond, het coronavirus houdt ons land in de greep. Ons, én de rest van de wereld‘, wist Niek Oosterlee nog niet dat hij ruim twee jaar geen grasveld van dichtbij meer zou zien. Voetbal behelsde tot dat moment een groot deel van zijn dagelijks leven. Eerst als speler, later als trainer. Vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week. Maar op die zondag in maart ging zijn trainerschap voor ruim twee jaar lang op een noodgedwongen pauze.
De inmiddels 59-jarige trainer was op dat moment eindverantwoordelijk bij GVVV. Dat hij na dat seizoen zou vertrekken in Veenendaal, was op dat moment al bekend. Maar dat hij na het uitroepen van de lockdown zijn spelersgroep niet meer face-to-face te woord kon staan, wist hij toen nog niet.
Uiteindelijk hield het coronavirus Nederland en het amateurvoetbal langer in een houdgreep. Voor een ‘werkloze’ trainer een lege periode. ,,Clubs en trainers waren vaak loyaal naar elkaar toe. Zo heb ik bij GVVV ook een gedeelte van mijn salaris ingeleverd, toen het virus uitbrak. Dat zullen genoeg andere trainers ook gedaan hebben. Dan zien beide partijen vaak geen reden om afscheid van elkaar te nemen.”
En dus zat Oosterlee langer dan hij zelf wilde zonder club. Ook omdat hij niet meer tegen elke vereniging zomaar ‘ja’ zei. De oud-trainer van onder andere FC Lisse en Rijnsburgse Boys zag zichzelf wel weer werken in de Bollenstreek. En in december 2021 kreeg hij dankzij Ter Leede uiteindelijk de mogelijkheid terug te keren naar zijn zo geliefde regio. ,,Ik heb nog genoeg contacten in de voetbalwereld. Dan informeer je soms eens bij elkaar hoe de vlag hangt. Zo is het balletje gaan rollen; ons kent ons, zeg maar.”
,,Ik vind wel dat ik inmiddels een betere trainer ben, dan toen ik bij FC Lisse begon.”
Met de nummer zeven van de Derde Divisie heeft Oosterlee een uitdaging te pakken die hem waarschijnlijk wel ligt. De Sassenheimers hebben na het vertrek van de hoofdsponsor twee jaar geleden het roer omgegooid. ,,Ze hebben in best zwaar weer gezeten”, weet ook Oosterlee. ,,De huidige selectie is daarom ook erg jong. Maar dat is leuk. Ik ben zelf jeugdtrainer geweest en heb later bij Alphense Boys in een soortgelijke situatie gezeten, waar veel oudere spelers weggingen.”
Dat Ter Leede met Oosterlee voor een ervaren leermeester heeft gekozen is daarom geen gekke gedachte. Maar, stelt Oosterlee, zijn behaalde resultaten bij FC Lisse en Rijnsburgse Boys bieden nog geen garantie voor de toekomst. Dat hij met Lisse amateurkampioen is geworden en met de Rijnsburgers tweede wist te eindigen in de Topklasse, telt even niet meer mee. ,,De selecties die ik toen onder mijn hoede had, die waren gewoon goed. Daar moet je als trainer ook wat geluk mee hebben. Maar ik vind wel dat ik inmiddels een betere trainer ben, dan toen ik bij FC Lisse begon.”
Geen ‘dino’
Het trainersvak is een ervaringsvak, meent Oosterlee. ,,Hoe meer kilometers je maakt, hoe beter je wordt. De tijd verandert daarin mee. Toen ik als trainer begon, hadden we nog nooit gehoord van het begrip ‘spelprincipes’. Nu kan je daar niet meer omheen. Ik ben ook continue door blijven leren. Bij GVVV werkte ik bijvoorbeeld veel met video. Ik hoor vaak buitenstaanders zeggen dat de oudere trainers niks met beeld doen. Dat is niet waar. Je bent er als trainer zelf ook bij, hè? Je moet het zelf willen, anders word je een ‘dino’. Ik lees veel boeken en houd alles bij.”
Dat maakt ook dat Oosterlee niet bang is voor een generatiekloof. Een connectie met de jeugd heeft Oosterlee ook vanuit zijn eigen vakgebied. Als gymdocent werkt hij dagelijks met pubers. ,,Dat houdt je zelf ook jong. Het mooie van met jonge mensen werken, vind ik dat je ze ziet ontwikkelen. Op school, maar ook op het voetbalveld.”
In een interview met Willem van Zuilen in het item ‘Bij Willem in de Taxi’, dacht de Alphenaar in 2017 nog dat het tijdperk Oosterlee snel wel voorbij zou gaan. Met de kersverse aanstelling in Sassenheim heeft hij dat moment uitgesteld.
,,Al zie je ook wel nieuwe trainers komen in de regio. Kijk maar bij FC Lisse, Katwijk en FC Rijnvogels bijvoorbeeld. Arie Lagendijk, Arie Curver, John Eelman; dat was de generatie voor mij. Die stopten er op een gegeven moment ook mee. Aan de andere kant loopt Henk Wisman nog rond bij Rijnsburgse Boys of John Blok bij Scheveningen, dat is ook een beetje van mij lichting.”
,,Steef moet alle ruimte krijgen om zijn werk gewoon te kunnen blijven doen.”
,,Natuurlijk kom ik straks op mijn avontuur in Sassenheim altijd hobbels tegen”, vervolgt de nieuwbakken trainer van Ter Leede. ,,Maar ik begin eindelijk weer aan iets nieuws en daar ga ik intens van genieten. Ik heb zo’n zin om weer met spelers aan de slag te gaan. Ik sta te trappelen als een jong veulen”, lacht Oosterlee.
In de luwte
Wel zal hij zich in de komende maanden nog op de achtergrond gaan houden. ,,Steef (Roodakkers, red.) doet hartstikke goed werk bij Ter Leede. Ik zal ongetwijfeld met wat spelers in gesprek gaan, maar Steef moet alle ruimte krijgen om zijn werk gewoon te kunnen blijven doen. Daar heb ik ook al met hem over gebeld. Hij heeft met het coronavirus echt in een rottijd moeten werken in Sassenheim. Hij verdient een mooi einde op De Roodemolen.”
Oosterlee zal zich de komende maanden dus in de luwte verder gaan verdiepen in de sterkte van de selectie van Ter Leede. Ook in de gesprekken met spelers zal de trainer zich bescheiden opstellen. ,,Ter Leede heeft een prima werkende technische commissie. Daarnaast blijft Cees van Tongeren (de huidige assistent van de Sassenheimers, red.). Zijn stem zal belangrijk zijn in dit verhaal. Ik heb de spelers bijna niet aan het werk gezien. Mijn stem is dus minder toonaangevend.”
Foto: Orange Pictures
Lees ook: Oosterlee keert na zes jaar terug in de Bollenstreek