Het is goed zo. Zo kunnen we het vertrek van Robbert de Ruiter bij FC Lisse aan het einde van het seizoen het beste samenvatten. Na vijf seizoenen is het mooi geweest. Niet alleen voor de oefenmeester, maar ook voor de club. Het afscheid tussen de beide partijen verloopt in goede harmonie en met wederzijds respect. Zo had de trainer begrip voor het besluit van de club om zijn contract niet te verlengen en zo hoopt de club dat De Ruiter een mooie club weet te vinden waar hij weer iets kan neerzetten. Kortom, het is tijd voor een frisse wind op Ter Specke en voor de Woerdenaar is het tijd voor een nieuw avontuur. 

Het was dan ook geen lang gesprek tussen De Ruiter, voorzitter Leon Annokkee en technisch manager Kevin Winter. De club vond het tijd voor een nieuw gezicht voor de groep en de trainer kon zich daarin vinden. Daarna kwam er ook gelijk een gevoel van trots bij de oud-trainer van onder andere VVSB en Noordwijk.

,,Welke trainer zit er tegenwoordig nog vijf jaar bij een club?”, vraagt hij zich hardop af. ,,Vijf jaar is een lange tijd en als je er goed over nadenkt, is het voor beide partijen beter. Lisse is een club waar spelers over het algemeen lang blijven hangen en dan is het voor hen ook goed als er een nieuw iemand voor de groep komt te staan.”

Die gedachten hadden Annokkee en Winter ook. Al wilde eerstgenoemde wel duidelijk maken dat dat ook écht de hoofdreden was om na dit seizoen afscheid te nemen van de vijftiger. ,,Het heeft niks te maken met de zogenaamde druk van buitenaf. Wij maken onze eigen beslissingen en dit is er eentje van. De mensen die druk uitoefenen, zijn ook op één hand te tellen. Het is een beslissing die in goed overleg is gemaakt en we gaan er nog een mooi seizoen van maken.”

Daarnaast benadrukt de voorzitter dat hij het wel betreurt dat De Ruiter vanaf volgend seizoen geen werknemer meer is op Ter Specke. De twee bouwden in vijf jaar tijd een goede band met elkaar op. ,,Ik vind Robbert echt een fijn mens. Maar ik zit ook bij de club om beslissingen te nemen in het belang van de vereniging. We hebben onze afwegingen gemaakt en dan kom je tot de conclusie dat het na vijf jaar mooi geweest is. Het is ook niets persoonlijks, want wij hopen dat Robbert een hele mooie club gaat vinden.”

Op zoek
Dat laatste hoopt de oefenmeester zelf ook. De Woerdenaar zit nu zo’n twintig jaar in het trainersvak en hoopt daar nog wat jaren aan toe te voegen. ,,Dick Advocaat is 72 en die plakt er ook nog een jaartje aan vast”, zegt hij met een knipoog. ,,Ik ben zelf 52, dus ik heb nog wat jaartjes te gaan. Van de twintig jaar die ik er nu op heb zitten, heb ik er dertien daarvan in de Bollenstreek doorgebracht. Dat is wel iets waar ik echt trots op ben. Welke trainers kunnen dat zeggen?”

,,Ik denk ook niet dat de stap naar de top van de Derde Divisie erg groot is voor ons. Als wij een paar gerichte aankopen doen, zitten we er zo bij.”

In het verleden zwaaide hij de scepter op De Boekhorst bij VVSB, op de Duinwetering bij Noordwijk en dus vijf seizoenen op Ter Specke. Wat de trainer betreft komt daar een vierde club bij uit de Bollenstreek, maar dat is geen vereiste. ,,Het gaat er mij om dat het een mooie club is met een visie die bij mij past. Al lijkt het me ook lekker om bij een club te werken die verreweg de sterkste selectie van de competitie heeft en dat het echt aan de trainer ligt, wanneer je geen kampioen wordt. Zoiets zou ik nog wel willen meemaken. Verder ben ik als trainer eigenlijk altijd een bouwer geweest.”

Puntje te kort
Bouwen deed hij ook op Ter Specke. Al was daar in zijn eerste seizoen weinig sprake van. Toen was het overleven. De club stond er slecht voor en stevende af op degradatie. In een tweeluik met Staphorst werd dat uiteindelijk voorkomen en dus stroomde Lisse het jaar daarop in de Derde Divisie in. Daarin kende de ploeg één van de beste seizoenen onder De Ruiter.

,,Dat we om de titel meededen met een club als IJsselmeervogels was natuurlijk al weergaloos. Met terugwerkende kracht was dat seizoen daarop in de Tweede Divisie ook enorm goed. We gingen er weliswaar uit, maar haalden veertig punten. Met dat aantal zou je nu in de middenmoot eindigen. We hebben toen echt pech gehad. Thierry Monteny, die in het jaar van de promotie onwijs belangrijk voor de ploeg was, raakte geblesseerd en we moesten ook Koen Fokkema missen.”

,,Daarnaast hadden we pech met rode kaarten voor Martin van Eeuwijk en raakten we hem voor de nacompetitie zelfs kwijt. Hetzelfde gold voor Brian van der Werff, onze doelman. We hadden toen aan één puntje genoeg om ons te handhaven. Die hadden we bij Katwijk-uit kunnen halen, maar ook in Rijnsburg. Als je er aan terugdenkt, is dat wel redelijk bizar.”

Pech als een rode draad
Het jaar op het hoogste amateurniveau was voor Lisse goed, maar het resulteerde niet in handhaving. Daarna braken er magere jaren aan op Ter Specke. Vorig seizoen eindigden de Lissers bij terugkomst in de Derde Divisie in de middenmoot en ook dit seizoen lijkt het die kant op te gaan. Volgens de trainer is dat een logisch gevolg van een bepaalde koerswijziging.

,,We hebben een ontzettend jonge ploeg en we zijn bezig met door selecteren. Ergens vind ik het ook wel jammer dat ik dat traject niet ga afmaken. Ik denk ook niet dat de stap naar de top van de Derde Divisie erg groot is voor ons. Als wij een paar gerichte aankopen doen, zitten we er zo bij. Dan heb je het over dragende krachten en met dat soort gasten hebben we de laatste jaren pech gehad. Denk aan Hanne Hagary, Mark de Loor en Tom Noordhoff. Want als Tom op dit moment niet meedoet, scheelt het ook een slok op een borrel.”

Daarom was ik ook één van de eersten die vrede had met de degradatie naar de Derde Divisie. Dat was voor deze ploeg veel beter.

,,Die dragende krachten zorgen ervoor dat de jonge gasten zich kunnen optrekken aan het niveau en dat ze zich kunnen ontwikkelen. Als die jongens in een draaiend elftal terechtkomen, dan gaat het wel, maar dat is bij ons niet het geval. Als ze spelen met gasten, die ze helpen, dan kunnen de talenten zich profileren.”

Daarnaast erkent de 52-jarige trainer dat hij pech heeft gehad met blessures. Zo raakte hij niet zijn minste spelers kwijt aan zware blessures. ,,Denk dan aan jongens zoals Kevin van der Zwet, maar ook Fokkema, Monteny en ga zo maar door. Dat is niet iets waar ik mij achter verschuil, maar het is wel de realiteit. Kijk bijvoorbeeld naar die buitenspeler van VVSB. Mo El Osrouti. Die heeft ook tijd nodig om in zijn ritme te komen.”

Intensieve jaren
Het waren niet de makkelijkste jaren voor een trainer op Ter Specke. Er waren, vergeleken met andere clubs uit de Bollenstreek, weinig financiële mogelijkheden en er was dus sprake van veelvuldig blessureleed. Dit seizoen en het vorige seizoen waren dan ook vrij intensief voor de oud-trainer van ARC.

,,Ik kan me voorstellen dat je als supporter van Katwijk ontevreden bent als er te weinig strijd en passie wordt geleverd. Daar hebben ze ook nog eens een hoop supporters. Wij hebben er een paar, maar die zorgen wel voor onwijs veel stennis. Dat maakt het wel vermoeiend. Daarnaast beïnvloeden zij een hoop jonge gasten die niet volwassen genoeg zijn om daarmee om te gaan. Je mag best weten dat ik daar last van heb gehad.”

,,Als alles meezit kunnen wij echt wel vijfde worden. Zit het tegen met schorsingen en blessures, dan moeten wij puntjes gaan sprokkelen. Dat is de realiteit.”

,,Maar dat zijn ook de mensen waarbij de realiteitszin helemaal weg is”, gaat de oefenmeester verder. ,,Als je veertig punten haalt in de Tweede Divisie, dan heb je het gewoon fantastisch gedaan. Zeker met onze mogelijkheden. Ik wist na dat jaartje in de Tweede Divisie wie er zouden vertrekken en wat we ervoor zouden terugkrijgen. We kregen een jonge ploeg, die het niet had gered op het hoogste amateurniveau. Daarom was ik ook één van de eersten die vrede had met de degradatie naar de Derde Divisie. Dat was voor deze ploeg veel beter. Maar er zijn mensen op de club, die dat niet inzien. Het is best moeilijk om die mensen buiten de deur te houden.”

Opvolger
De Ruiter wil de komende maanden nog één keer al zijn energie in de club steken. Hij hoopt op een mooie eindklassering, maar weet na twintig jaar voetballerij dat pech en geluk enorm dicht bij elkaar liggen. ,,Als alles meezit kunnen wij echt wel vijfde worden. Zit het tegen met schorsingen en blessures, dan moeten wij puntjes gaan sprokkelen. Dat is de realiteit. Wij moeten proberen een mooie serie neer te zetten en als het meezit, dan gaat dat lukken.”

Dan is het het komende seizoen de taak aan een andere trainer om voort te borduren op het werk wat de huidige trainer heeft neergezet. Annokkee erkent dat het voor de club een rare situatie is om na vijf jaar weer de markt op te moeten. ,,De lijnen zijn open wat dat betreft”, zegt de preses lachend.

,,Het is nog redelijk vroeg in het seizoen en dat hebben we bewust gedaan, omdat we duidelijkheid wilden scheppen. Het is nu aan Kevin (Winter, red.) en zijn manschappen om een geschikte trainer te vinden. In principe zal er een sollicitatieprocedure komen, dus we gaan het zien. Lisse is een baken van rust voor een trainer, dus dat moet wel goed komen.”

Foto’s: Hubert Habers

Lees ook:(PREMIUM) – Simons: ,,Als trainer moet je ook naar je eigen houdbaarheidsdatum kijken”

POPULAIRE BERICHTEN