Thijs van Seggelen (32) is al jaren samen met een aantal andere spelers het uithangbord van ROAC. De aanvaller speelt al sinds zijn zeventiende in het eerste van de ploeg uit Rijpwetering. Op een jaartje bij Noordwijk na, heeft hij de club nooit verlaten. Komende zondag kan zijn elftal, Teylingen een handje helpen in een onderling duel tegen Stompwijk’92. Bij puntenverlies van de Stompwijkers zijn de Sassenheimers namelijk alsnog periodekampioen.
Hallo Thijs! Je bent een flinke tijd uit de running geweest met een blessure aan de meniscus van je rechterknie. Ben je nu volledig hersteld?
„Gelukkig wel. Afgelopen zondag speelde ik eindelijk mijn eerste negentig minuten. De week daarvoor deed ik zestig minuten mee en twee weken geleden maakte ik mijn eerste minuten voor het tweede elftal. Ik liep nog wel met een knieband om, maar dat was alleen uit voorzorg.’’
Hoe is die periode van revalidatie voor je geweest?
„Het was mentaal heel zwaar, want ik had nog nooit heftige blessure meegemaakt. Ik had altijd hooguit een beetje last van mijn enkel, maar daar bleef het tot dit moment gelukkig bij. Ik wilde tijdens mijn blessure wel bij de groep blijven, dus ging ik op wedstrijddagen bijvoorbeeld de materiaalman maar een beetje helpen. Ik baalde als een stekker, maar heb er tegelijkertijd geen moment aan gedacht om te stoppen. Daar ben ik simpelweg nog veel te fanatiek voor. Het moment dat ik weer op het trainingsveld stond, voelde echt geweldig.’’
De revalidatie duurde uiteindelijk veel langer dan dat je van tevoren had gedacht. Hoe kwam dat?
„In de wedstrijd tegen DSOV ging er een speler op mijn rechterknie staan. Dat was in februari van het vorige jaar. Maar ik bleef eigenlijk altijd wel een beetje last houden. De ene keer ging het wel weer beter, maar op een ander moment deed het weer pijn. Ik besloot om na de zomer wel weer de gehele voorbereiding te spelen en ik speelde zelfs nog de eerste competitiewedstrijd, maar dat voelde weer niet lekker aan.’’
„Daarna kwam het besef dat het niet langer zo kon. Ik besloot over te stappen naar een andere fysio. Die wees me erop dat het misschien toch handig was om een keer een MRI scan te laten maken. Daar bleek dat ik mijn buitenste meniscus had beschadigd. Achteraf belastte mijn eerste fysiotherapeut me te veel. Ik heb daar wel wat van geleerd. Al hoop ik natuurlijk dat dit me niet nog een keer overkomt.’’
Je speelt natuurlijk al bijna je hele leven voor de club uit Rijpwetering. Kan je jezelf inmiddels ‘mister ROAC’ noemen?
„Dat zeg ik niet zo graag over mezelf. Natuurlijk heb ik met 180 doelpunten voor de club wel mijn bijdrage geleverd, maar er zijn nog zat andere spelers, zoals Dick en Freek Heemskerk, die heel veel wedstrijden voor ROAC hebben gespeeld. Dat is denk ik ook wel de kracht van ons team. We teren nog steeds op de goede lichting van destijds. Af en toe komt er iemand van de jeugd of een speler van buitenaf bij. Als we er over een aantal jaar mee stoppen, moeten we afwachten hoe dat opgevuld wordt. Maar daar heb ik alle vertrouwen in, want in het tweede elftal en bij de A-junioren spelen genoeg spelers met veel potentie.’’
Aanstaande zondag nemen jullie het voor de tweede keer in een week tijd op tegen Stompwijk’92. Bij puntenverlies van de club uit Stompwijk, is Teylingen periodekampioen. Hebben ze vanuit Sassenheim al een paar kratjes bier opgestuurd?
„Ik heb wel wat signalen gehoord dat ze met een flinke groep deze kant opkomen. Ik ga er wel vanuit dat we wat bier krijgen als we ervoor zorgen dat zij er met de periode vandoor gaan. Maar wij gaan in eerste instantie zelf volle bak voor de winst, want we willen onze tweede plek verstevigen. We zijn bezig met een goed jaar, dus hopelijk kunnen we dit vasthouden en aan het eind van het seizoen ook aan de nacompetitie deelnemen.’’
Foto: Peer Compeer
Lees ook: ‘Een overzicht: waar wordt het nog spannend?’