‘Ach, die oude Hoofdklasse A’. Je hoort het nog weleens zo her en der op de tribune, of zomaar langs de lijn. De tijd van ‘ons kent ons’ en de achterliggende gedachte van ‘dat komt nooit meer terug’. Melancholische overpeinzingen die, wat mij betreft, vanaf nu gewoon de prullenbak in kunnen nu de strijd is gestreden en het seizoen 2018-2019 op een oor na is gevild.

Kampioenen en promovendi vierden uitbundig hun feest, degradanten likken nog altijd stilletjes hun wonden. Met daar tussenin veel clubs waarvoor het afgelopen seizoen niet geworden is wat er vooraf van gehoopt werd. Waar weer andere verenigingen hun handhaving vierden als een kampioenschap. Als er in de top van het amateurvoetbal na afloop van het zojuist beëindigde seizoen echter één conclusie kan worden getrokken dan is het wel die van het verdere herstel van de ‘oude’ voetbalhiërarchie.

De oude voetbalhierarchie? Jawel, want wie de samenstelling van de Tweede Divisie voor het seizoen 2019-2020 bekijkt, moet wel een heel sterk déja vu-gevoel bekruipen. De door de KNVB ingevoerde voetbalpiramide, waarmee in het seizoen 2010-2011 met de Topklasse zaterdag en zondag een begin werd gemaakt, kreeg drie jaar geleden een tweede impuls door het instellen van de Tweede Divisie en daaronder twee Derde Divisies, de voormalige zaterdag en zondag Topklasse.

Déja vu
Na drie seizoenen promoties naar en degradaties uit de Tweede Divisie is het deelnemersveld danig veranderd. Van de achttien die in het allereerste seizoen 2016-2017 deel uitmaakten van die afdeling zijn er intussen zeven clubs verdwenen. Jong AZ promoveerde naar de (latere) Keuken Kampioen Divisie, terwijl UNA, FC Lienden, Jong Twente, Jong Vitesse, Barendrecht en VVSB inmiddels zijn gedegradeerd.

Spakenburg en TEC verdwenen, maar kwamen weer snel terug. Dat gold niet voor Jong Almere dat na een tussentijdse promotie ook weer afscheid diende te nemen. Ook FC Lisse hoort nog in dit rijtje thuis. De Ter Specke-brigade hield het echter slechts één seizoen (2017-2018) vol op het hoogste niveau.

Als er zeven clubs verdwenen in drie seizoenen, is het logisch dat er ook zeven nieuwelingen zijn bijgekomen. De nieuwkomers in het seizoen 2019-2020 ten opzichte van drie jaar geleden zijn: IJsselmeervogels, Rijnsburgse Boys, Scheveningen, ASWH, Quick Boys, Noordwijk en Jong Volendam.

Zeven verenigingen die met uitzondering van Jong Volendam van origine een zaterdagclub zijn. En juist dat laatste rijtje clubs brengt het ‘déja vu-gevoel’ met zich mee. Behalve IJsselmeervogels (speelden in de Hoofdklasse B) maakten de overige vijf zaterdagclubs decennialang deel uit van de vroegere zaterdag Hoofdklasse A. Zij hebben schijnbaar allemaal op hun beurt moeten wachten om zich te kwalificeren voor de Tweede Divisie.

Wie er de Hoofdklasse A van het seizoen 2001-2002 bij pakt, komt daarin maar liefst acht(!) van de destijds veertien clubs tegen die zich inmiddels opnieuw op het hoogste amateurniveau melden. Katwijk, Kozakken Boys en Excelsior Maassluis maken vanaf de start al deel uit van de Tweede Divisie. Rijnsburgse Boys, Scheveningen, ASWH, Quick Boys, Noordwijk hebben zich daar inmiddels ook gemeld.

 

Neem daarbij ook in ogenschouw dat er tot het seizoen 2009-2010 op het hoogste amateurniveau zes Hoofdklassen bestonden. Drie op zaterdag en drie op zondag. Met elk veertien clubs maakt dat 84 verenigingen. Dan is de conclusie snel getrokken dat het aandeel van de vroegere Hoofdklasse A zaterdag intussen overweldigend is in de Tweede Divisie.

De vele verstokte regionale voetballiefhebbers in deze regio die ‘hun’ afdeling door het instellen van de voetbalpiramide voor altijd ter ziele verklaarden, krijgen jaar na jaar een beetje meer ongelijk. Inmiddels hebben naast de genoemde acht zaterdagclubs ook grootmachten als IJsselmeervogels, Spakenburg, GVVV en HHC Hardenberg in het ‘elite’ peloton hun plekje gevonden. Kortom een afdeling om van te likkebaarden.

‘Zaterdagranglijst’
Voor VVSB zijn de druiven intussen zuur. Na vijftien jaar onafgebroken op het hoogste niveau te hebben geacteerd, moest ‘de BAVO’ daarvan afgelopen zaterdag noodgedwongen afscheid nemen. In de Derde Divisie zal VVSB komend seizoen echter verwoede pogingen in het werk stellen om dat verloren terrein zo snel mogelijk te herwinnen. Een strijdperk overigens waar ook FC Lisse en Ter Leede hopen hun partijtje mee te blazen.

Om het bovenstaande verder te benadrukken nog het volgende: ‘de eeuwige zaterdagranglijst 1970-2010’. Vier clubs handhaafden zich in die vier decennia onafgebroken aan de top. Naast Noordwijk en Quick Boys zijn dat de beide Spakenburgse grootmachten Spakenburg en IJsselmeervogels.

De overige acht zaterdagclubs deden het overigens niet bepaald slecht in die veertig seizoenen. In de eindklassering waarin meer dan 130 clubs zijn opgenomen is de klassering van die overige acht clubs hoog. GVVV (8e), Kozakken Boys (9e), Rijnsburgse Boys (11e), Excelsior Maassluis (18e), Katwijk (20e) en ASWH (22e) presteerden voor het instellen van de voetbalpiramide ook al jarenlang uitstekend. Alleen Scheveningen (35e) en HHC Hardenberg (58e) zijn in dat opzicht relatieve nieuwkomers.

Saillant detail is dat van die twaalf verenigingen alleen Rijnsburgse Boys, GVVV en HHC Hardenberg er nooit in slaagden de algehele amateurtitel één of meerdere malen te bemachtigen. Het zegt allemaal voldoende over het stevige fundament waarop deze clubs gebouwd zijn.

‘De ranglijst liegt niet’, is een gevleugelde uitspraak in voetballand. Ook in dit opzicht is dat dus zo. De rookwolken zijn opgetrokken, maar over ruim twee maanden is het alweer zover. Op naar het nieuwe seizoen waar in de Tweede Divisie in deze regio maar liefst twaalf derby’s op het programma staan. Met daarnaast allemaal duel tegen tegenstanders van naam en faam.

Foto: Hans Heemskerk

Lees ook: ‘Vergeten Verleden: 36 jaar geleden liep het (ook) goed af voor VVSB’

POPULAIRE BERICHTEN