Elke voetbaltrainer weet het: als de resultaten tegenvallen, hangt zijn lot, lees z’n toekomst bij de club, vaak aan een zijden draadje. Recent nog ruimden Hein van Heek (FC Rijnvogels), Mark Schenning (VVSB) en Jan Zoutman (Quick Boys) om die reden vroegtijdig het veld.

Wie verder terug gaat in de tijd komt een waslijst aan namen van trainers tegen die hetzelfde lot waren beschoren. In die lange lijst past ook de naam van Atte Bouma. De meest excentrieke trainer die ooit in de Duin- en Bollenstreek heeft gewerkt.

Zijn bijnaam ‘Magiër’ was Atte Bouma al vooruit gesneld toen het bestuur van Rijnsburgse Boys in de zomer van 1977 besloot om de Friese trainer naar Middelmors te halen. Zijn entree daar ging met het nodige tromgeroffel gepaard. Niet alleen in Friesland, waar hij eerstedivisionist Cambuur als 25(!)-jarige trainer bijna één seizoen onder zijn hoede had, maar in heel Nederland was hij al snel een meer dan opvallende verschijning. Bij Cambuur vertrok Bouma echter voortijdig omdat de oefenmeester niet beschikte over het diploma oefenmeester A. Dat papiertje bemachtigde Bouma tijdens zijn verblijf in Rijnsburg overigens alsnog.

Leefstijl
De excentriekeling lag op zeventienjarige leeftijd wekenlang in coma, als gevolg van een ernstig verkeersongeluk. Hij werd als fietser geschept door een automobilist. Na een aantal weken kwam hij bij. Zijn leven had een wending gekregen. Zijn voetbalcarrière, waar hij als aanstormend talent alle kaarten op had gezet, was definitief voorbij. Hij richtte zich op een andere doorbraak: het ontdekken van wie hij werkelijk is.

,,Rondom zijn kalende schedel ontspruiten lange steile haren waarin geen model te krijgen is”, schreef Ruud Paauw na zijn aanstelling in het Leids Dagblad. Dat ging slechts over het uiterlijk van de oefenmeester. Nog veel meer weken zijn innerlijk, zijn interesse in astrologie, oosterse mystiek en zijn non-conformistische levensstijl zoveel af van het gangbare dat de schijnwerpers in die jaren vol op de Fries waren gericht.

,,Spelers, trainers en bestuurders dansen allemaal rond het gouden kalf.”

‘Voetbal is als mystiek’ was een gevleugelde uitspraak van Bouma. ,,Ik ben zeker geen psycholoog, mijn ideeën zijn vooral gebaseerd op de mysterieuze krachten in het voetbal.  Dat heeft niets te maken met ‘de sterkste wint’, dat heeft alleen maar met mystiek te maken. Joris van den Berg heeft daar in zijn boek ‘Mysterieuze krachten in de sport’ iets van proberen uit te leggen. Dat boek is mijn bijbel, ik begrijp niet waarom niemand daarop doorgeborduurd heeft.”

Halverwege het seizoen, tijdens de winterstop, leidt Rijnsburgse Boys de dans in de Tweede Klasse met 21 punten. Volendam en ZCFC volgen op een enkel puntje. De titelkoers is daardoor nog volledig open. Die strijd zet zich in de tweede competitiehelft voort, maar het einde van het seizoen 1977-1978 haalt Bouma niet in Rijnsburg.

Volendam
Vier wedstrijden voor het competitie-einde zegt het Rijnsburgse Boys-bestuur het vertrouwen op in de oefenmeester. De zo vurig gewenste promotie naar de Eerste Klasse kwam na een nederlaag bij IJmuiden en een remise bij SV’35 ernstig in gevaar. ,,Bouma kwam zijn afspraken niet na”, klonk het destijds vanaf Middelmors.

De voorsprong van vier punten op Volendam was op dat moment in het twee puntensysteem als sneeuw voor de zon verdwenen. Op 24 april 1978 viel het doek voor Bouma, die medio februari al met eersteklasser Emmen overeenstemming had bereikt om daar het volgende seizoen als trainer in dienst te treden.


,,Als een voetballer achteraf zei: ik was even mijzelf niet, bedoelt hij eigenlijk te zeggen dat hij uit zijn rol schoot. Hij was juist wel zichzelf!”

Atte Bouma


Kritiek uit de spelersgroep op met name de trainingsaanpak van de trainer in combinatie met de geringe aandacht voor de overige (selectie-)elftallen, die het bestuur als argument aanvoerdde, leidde tot het vroegtijdige vertrek van Bouma. Onder zijn opvolger, (oud-)eerste-elftalspeler Jac van Klaveren, kon het tij niet meer worden gekeerd. Op de voorlaatste speeldag kroonden de wijdbroeken zich in Volendam tot kampioen door Rijnsburgse Boys in een rechtstreekse confrontatie met 2-0 te verslaan.

De angst van Bouma dat zijn ploeg de titel toch nog zou mislopen kwam daardoor uit. Kort voor zijn ontslag liet de oefenmeester al weten bang te zijn dat het niet zou gaan lukken. ,,Ik vrees dat een aantal schorsingen ons straks aan het einde van de competitie alsnog de das om gaat doen’’, blikte de magiër uit Friesland medio april nog vooruit.

Kampioenschap
In het post-Bouma tijdperk kwam die zienswijze dan ook genadeloos uit. Door een handvol schorsingen, waaronder die van het koningskoppel Piet Haasnoot en Henk van der Zwan, kwam Rijnsburgse Boys tekort.

De geel-zwarten moesten daardoor nog een jaartje geduld hebben om de stap omhoog alsnog te zetten. Precies een jaar later meldde ‘de Uien’ zich onder leiding van Herman Wijnands op het hoogste amateurniveau om opnieuw een jaar haar debuut in de Eerste Klasse met een kampioenschap te bekronen.

,,Ik moest mijn spelers doorgronden, begrijpen, want alleen dan kon ik het sterkste team samenstellen.”

Bouma zelf trainde na Emmen nog drie amateurclubs totdat een knieblessure hem definitief van het gras verjoeg. Sinds medio jaren tachtig is Bouma als yoga-leraar actief. Aan zijn inzichten van destijds is nog altijd weinig veranderd. In die hoedanigheid liet hij ooit de volgende, veelzeggende uitspraak noteren.

,,Het klatergoud van het topvoetbal heeft me nooit meer getrokken. Het is zo krampachtig, men wil het liefst vooraf de uitslag al invullen. De angst om te verliezen is groter dan de wil om te winnen. De basis is kapot. Er verdwijnt te veel geld in te weinig zakken. Spelers, trainers en bestuurders dansen allemaal rond het gouden kalf. Materiële welvaart is een voorname drijfveer, en men wil zoveel mogelijk plannen. Maar niets is voorspelbaar, de enige concrete werkelijkheid is het heden.”

Onderstroom
Als trainer was Bouma naar eigen zeggen vooral bezig zijn spelers te observeren. Op de training en tijdens wedstrijden vallen immers de maskers af was zijn overtuiging. ,,Dan zie je het leven zoals het werkelijk is en niet het toneelspel van de maatschappij. Als een voetballer achteraf zei: ik was even mijzelf niet, bedoelt hij eigenlijk te zeggen dat hij uit zijn rol schoot. Hij was juist wel zichzelf!”

,,Ik moest mijn spelers doorgronden, begrijpen, want alleen dan kon ik het sterkste team samenstellen. Later als yogaleraar is de spiritualiteit de onderstroom van mijn leven gebleven. Mijn grootste, nooit vervulde wens, was meer aardser: trainer van SC Heerenveen worden. Dat is er nooit van gekomen.”

Foto: blog Atte Bouma



POPULAIRE BERICHTEN