Z’n energie is besmettelijk. Praat een kwartier op een dag met Dwight Krolis en je hebt het gevoel minimaal het volgende etmaal weer aan te kunnen. Koppel aan zijn positieve uitstraling wat voetbalervaring en goede zorg voor z’n lichaam en de puzzel is gelegd. Op 34-jarige leeftijd rent de linksback van Leonidas nog over het veld als in zijn jonge jaren bij vv Noordwijk en Katwijk.
De Rotterdammer begint breeduit te lachen als het over zijn fysieke gesteldheid gaat. Het is niet dat schijn bedriegt, maar zo makkelijk als vroeger, gaat het voor Krolis niet meer. Ook niet afgelopen zondag tegen SJC. ,,Mijn lies hield me de afgelopen twee weken aan de kant. Maar in de rust werd er tegen mij gezegd dat ik moest invallen. Op m’n 21e had ik gedacht: ‘kom op, daar gaan we’. Nu was het wel even schrikken, maar mijn lies heeft het prima gehouden.”
Na een moeizame periode bij Capelle, leeft de 34-jarige vleugelverdediger weer op bij de ploeg in de Hoofdklasse. De overgang van Katwijk, waar hij in de zomer van 2014 vertrok, naar Capelle viel achteraf zwaarder dan gedacht. Het voetbal was anders, de intensiteit bij de trainingen lag lager.
,,Het gekke is ook dat ik een kale plek kreeg in mijn baard. Dat was gewoon stress.”
Krolis begon het langzaam aan zijn eigen lichaam te voelen. Hij werd minder uitgedaagd en gaf vooral z’n fysieke gesteldheid de schuld, totdat hij deze zomer aansloot bij Leonidas en het voetbalplezier een nieuw hoofdstuk kreeg in zijn levensboek.
Positief
En wat er ook gebeurt, Krolis is een positivo pur sang. Pakt uitdagingen aan met een glimlach. Maar het laatste jaar bij Capelle was iets te veel van het goede. ,,Ik lag ook niet zo lekker met de trainer. Het gekke is ook dat ik een kale plek kreeg in mijn baard. Dat was gewoon stress.”
,,Nu voel ik me echt weer relaxt bij Leonidas. Ik kan weer genieten van hoe het balletje rondgaat. We hebben veel goed spelers die het balletje rond kunnen laten gaan. Maar de intensiteit die SJC afgelopen zondag in de wedstrijd legde was bizar trouwens.”
Aanvoerder
De vreugde in het spel is merkbaar bij de voetballer. De manier waarop hij sowieso in het leven staat is bewonderenswaardig. Via social media laat hij regelmatig wat stukjes uit zijn energieke leven zien. Of dat nu met z’n gezin is, met het voetbal of z’n werk.
Krolis in achtervolging op Marvin Sloos afgelopen zondag tijdens SJC – Leonidas
Als één van de drijvende krachten achter de stichting Young Up kan hij inmiddels zijn eigen dag indelen. Via die stichting probeert hij jongeren aan bedrijven te koppelen en vice versa. Op die manier geeft hij jongeren een kans op de arbeidsmarkt en helpt hij bedrijven aan nieuwe collega’s.
Wie zijn verhaal hoort zou zeggen dat Krolis de perfect aanvoerder zou zijn in een elftal. ,,Dat vond Hein van Heek ook toen ik bij Noordwijk voetbalde. ‘Dwight, met jouw werk, zou je een aanvoerder moeten zijn.’ Maar dat is niks voor mij. Voetbal moet een uitlaatklep voor mij zijn.”
,,Maar er zaten zulke gave gasten in dat elftal: Bram Meurs, Rocky Pitti of Robbert Spaan.”
Hij droeg die band wel één jaar in Capelle, maar dat bleek dus geen gelukkig combinatie. Laat de 34-jarige voetballer maar lol hebben in langs het veld. ,,In de tijd dat ik bij Katwijk zat liep ik af en toe met tranen in mijn ogen van het lachen naar mijn auto. Zo’n goed gevoel met een elftal is zo belangrijk.”
Vrienden
Het is ook één van de redenen waarom Krolis met zoveel plezier terugkijkt op zijn periode in de Bollenstreek. Als Rotterdammer was het regelmatig een flink end rijden naar Katwijk of Noordwijk. De tijd die hij nu overigens dubbel en dwars terug krijgt en aan z’n gezin kan besteden door gewoon in Rotterdam te voetballen.
,,Toen ik naar Noordwijk ging, wist ik niet wat ik kon verwachten. Maar er zaten zulke gave gasten in dat elftal: Bram Meurs, Rocky Pitti of Robbert Spaan. Bij Katwijk was het niveau allemaal nog een tandje hoger en hebben we een landskampioenschap gevierd. Wat ik daar heb meegemaakt is niet te beschrijven qua wedstrijden, sfeer en het elftal. Ik heb daar heel veel vrienden aan over gehouden.”
Foto boven: Aad de Winter
Foto in tekst: Johanna Wever