Pascal Bosschaart en Adrie Poldervaart keerden vorige week voor de eerste ronde van de KNVB Beker terug in het amateurvoetbal, daar waar zij allebei werkzaam waren. Poldervaart trainde diverse amateurclubs, waaronder Barendrecht op het hoogste niveau, en Bosschaart was speler en assistent-coach bij IJsselmeervogels. VIDB sprak na afloop met beide coaches en vroeg ze naar ervaringen in heden en verleden.
Zowel Poldervaart als Bosschaart kwam winnend uit de strijd. Eerstgenoemde was met zijn De Graafschap met 1-3 te sterk voor Rijnsburgse Boys, terwijl Bosschaart FC Rijnvogels met SC Cambuur pas in de tweede helft wist af te remmen: 0-3. In beide gevallen gold echter dat de profclubs het een fase heel lastig hadden.
“Ik vond Rijnvogels de eerste helft erg goed”, zei Bosschaart, die bij afwezigheid van Henk de Jong de honneurs waarnam. “Wij waren zelf erg slecht, maar het zou niet fair zijn om het daar op te gooien, want dan doe je Rijnvogels tekort. Zij hebben ons de eerste helft gewoon hun wil opgelegd.”
‘Ik vond een aantal jongens bij FC Rijnvogels heel goed. Die linksbuiten bijvoorbeeld (Virgil Tjin-Asjoe), echt een goede speler.’
Onder de indruk
Poldervaart had een uur volledige controle over Rijnsburgse Boys, maar na de aansluitingstreffer (de 1-2) van Dani van der Moot begon het toch nog te spoken. De Graafschap hield echter stand en liep in de slotseconden nog uit naar 1-3.
“Ik vind Rijnsburg een vreselijk aansprekende vereniging”, zei Poldervaart na afloop. “Dat zag je vandaag ook terug in de setting en in de uitstraling. Ik had het vooraf nog tegen mijn jongens gezegd: ‘dat zie je niet op de beelden, maar zij hebben een tribune over de gehele lengte van het veld, die er echt netjes uitziet’. Verder ligt er een goed veld en hebben ze een mooi scorebord. Een prima ambiance om in te werken.”
Poldervaart praatte na afloop even bij met Jeffrey Jongeneelen, die hij nog kende van onderlinge wedstrijden tussen Barendrecht en Katwijk. “Dat zijn leuke dingen, Jeff is een fantastische voetballer.”
“En hoe heette die eikel aan de andere kant bij Katwijk ook alweer?” Met een knipoog en uiteraard goed bedoeld stelde Poldervaart een wedervraag aan de verslaggever van dienst. “Oh, Donny van Oijen, ja! Man, man, man, dat waren wel twee lastige prikkers om tegen te spelen hoor.”
De Graafschap-trainer Adrie Poldervaart
Bosschaart zei het prettig te vinden om de Bollenstreek weer eens aan te doen. “Het is altijd leuk om hier te spelen, deze regio ademt voetbal. Als je ziet hoeveel clubs van naam hier dicht bij elkaar zitten, dan is dit zeker in de amateurwereld een voetbalhart. Dat is wel heel mooi, ook voor de mensen die hier werkzaam zijn.”
Poldervaart zegt nog een actief volger van het amateurvoetbal te zijn. “Ja natuurlijk. In mijn telefoon staan 5.000 contacten, daar zitten een hoop amateurtrainers en amateurvoetballers tussen. Ik heb in het amateurvoetbal veel vrienden en kennissen, met wie ik nog regelmatig contact heb. En een zoon van een goede vriend van mij speelt bij Nieuwenhoorn, dat is nu Vierde Divisie. Zo blijf je betrokken.”
Interesse uit de Tweede Divisie
De 51-jarige Poldervaart heeft de laatste jaren een aantal keer de kans gekregen om terug te keren naar het hoogste amateurniveau, vertelt hij. “In de periode dat ik bij Groningen zat, ben ik door een aantal Tweede Divisie-clubs gevraagd. Ik vind het niet netjes om te zeggen welke clubs, maar Groningen wilde toen mijn contract verlengen. Nu zit ik bij De Graafschap. Ik hoop hier iets neer te zetten, waar ik positief aan herinnerd word. En niet door de positie waar we nu in zitten. Ik ga het gewoon zeggen: we staan er klote voor.” De Graafschap is de huidige nummer zeventien van de Keuken Kampioen Divisie.
Bosschaart geeft desgevraagd aan dat de Tweede en Derde Divisies(s) voor SC Cambuur geen focuscompetities zijn om te scouten voor het eerste elftal. Toch vielen hem Rijnvogels-spelers in positieve zin op. “Ik vond een aantal jongens bij FC Rijnvogels heel goed. Die linksbuiten bijvoorbeeld (Virgil Tjin-Asjoe), echt een goede speler. Er liepen nog wel meer jongens waarvan ik dacht: die kunnen misschien wel een stapje hogerop.”
‘Er vallen wel wat jongens op. Tegelijkertijd moet ik daarbij zeggen dat op een niveau komen niet zo’n probleem is, maar er blijven vaak wel.’
Voor De Graafschap geldt eveneens dat de Jack’s League geen plek is waar actief wordt gescout. “Dat is meer een vraag voor mijn t/d, maar in principe zoeken wij het meer in het betaalde voetbal”, aldus Poldervaart. “Maar het is natuurlijk vaak genoeg gebeurd dat spelers vanuit het amateurvoetbal zijn doorgestoten.”
Waren spelers van Rijnsburgse Boys hem nog opgevallen? “Ik moet zeggen dat ik er anders naar heb gekeken, omdat ik tijdens een wedstrijd vooral met mijn eigen team bezig ben. Maar Furhgill (Zeldenrust) ken ik nog van Zwaluwen en ik moet zeggen dat Asante een frisse indruk maakt. Verder ken ik nog wel een aantal jongens, zoals Gielisse en Van der Plas. En Van der Moot scoort makkelijk natuurlijk. Sommige jongens van mij hebben met hem gespeeld, bij AZ geloof ik. Er vallen wel wat jongens op. Tegelijkertijd moet ik daarbij zeggen dat op een niveau komen niet zo’n probleem is, maar er blijven vaak wel.”
Foto’s: Orange Pictures