Het zou zomaar een quizvraag kunnen zijn. Welke speler scoorde het allereerste competitiedoelpunt voor vv Katwijk op het hoogste amateurniveau? Op bovenstaande prachtige zwart-witopname is de betreffende voetballer terug te vinden. Weliswaar niet in het duel waarin hij die memorabele treffer wist te scoren. Wel in het bewuste seizoen 1989-1990 waarin Katwijk, net als FC Lisse overigens, zich voor het eerst in zijn bestaan met de allerbeste zaterdagclubs mocht gaan meten.

Het antwoord op bovenstaande vraag luidt: Arie van Beele. Op de foto gaat hij op 7 april 1990 in de derby tegen Quick Boys op De Krom een kopduel aan met met Gert Aandewiel. Collega Henk Langemaat reikt daarbij net iets hoger, terwijl Fred Eijsberg namens Katwijk de afloop gespannen afwacht.

Het debuut van Katwijk begint op De Krom met een klassieke terugspeelfout. Al na twintig seconden(!) komt Roda Boys op 0-1 als Van Beele in de fout gaat. Om die misser precies een kwartier later hoogstpersoonlijk recht te zetten. Na eerst een listig steekballetje van Jaap Guijt met de borst te hebben aangenomen, wipt Van Beele het leer over goalie Vernooy heen.

Beide teams zijn na iets meer dan een kwartier weer in evenwicht. Piet van Duyn zet zijn ploeg, na opnieuw op achterstand te zijn gekomen, naast de formatie uit de Bommelerwaard (2-2). Daar blijft het die middag bij in een duel waarin Katwijk het tegen de fysiek sterke tegenstander knap lastig heeft.

Van Beele (52) zit er uiteraard niet meer mee dat het destijds kort na de aftrap zo verkeerd ging, hoewel hij binnen de Katwijk-familie nog heel vaak herinnerd wordt aan dat allereerste kwartier op het hoogste niveau. ,,Het zal vast wel te maken hebben gehad me een stukje wedstrijdspanning dat het verkeerd ging. Een foutje maken was me daarnaast ook niet vreemd,” bekent Van Beelen bijna dertig jaar na dato.

Meegroeien
Van Beele speelde vanaf zijn jeugdjaren bij vv Katwijk. Eerst op de Helmbergweg en na de verhuizing in 1985 op De Krom. Daar debuteerde hij in het eerste elftal dat toen op derdeklasseniveau acteerde. ,,Een heel ander niveau dan in 1989, maar al snel bleek dat we aardig mee konden komen. Je groeide als het ware mee. Vaak vormde ik met Henk Langemaat het hart van de verdediging, maar als de tegenstander met drie spitsen speelde schoof ik meestal door naar het middenveld. Daar kon ik ook aardig uit de voeten.”

,,In de derby’s tegen Quick Boys was ik erbij. Op Nieuw Zuid weliswaar als invaller, maar in de return op De Krom speelde ik basis. Een belevenis om dat mee te maken.”

,,Dat was meteen ook mijn nadeel. Ik kon op meerdere plaatsen uit de voeten. Desondanks heb ik bijna drie seizoenen in het eerste elftal gepeeld, waarbij ik de promotie van de Derde naar de Eerste Klasse als speler volledig meemaakte. Na dat eerste jaar op het hoogste niveau was een basisplaats minder vanzelfsprekend, mede door de knieproblemen waar ik mee geconfronteerd werd.”

Het debuut van Katwijk in de Eerste klasse mocht geslaagd genoemd worden. In het debuutseizoen werd er weliswaar liefst dertien keer gelijkgespeeld, maar Katwijk handhaafde zich moeiteloos. ,,In de derby’s tegen Quick Boys was ik erbij. Op Nieuw Zuid weliswaar als invaller, maar in de return op De Krom speelde ik basis. Een belevenis om dat mee te maken,” vertelt Van Beele, in het dagelijkse leven werkzaam als verpleegkundige.

,,Arie Lagendijk was de eerste trainer waar ik echt iets van geleerd heb. Het opleiden van spelers stond toen nog in de kinderschoenen. Niet te vergelijken met nu. Net als de faciliteiten. Later heb ik van anderen vaak gehoord dat ik een betere voetballer was dan ik zelf besefte.”

,,Toen de periode van de grote Katwijkse successen aanbrak behoorde ik nog altijd tot de A-selectie, maar het waren toen toch vooral  invalbeurten waar ik het van moest hebben. Dat kwam door een aantal knieoperaties die ik moest ondergaan.”

Meer dan voetbal
,,In 1994 heb ik in de wedstrijd om de landstitel tegen Stevo nog als invaller meegespeeld. Dat herinner ik me nog heel goed. In een prachtige ambiance met dito weer werd het een fantastische wedstrijd met een spannend scoreverloop. Als ploeg hebben we toen nog tot lang na de wedstrijd in tenue aan het bier hebben gezeten.”

,,Voor mij was er echter meer dan voetbal alleen. Ik hield van zeilen, surfen, badminton en tafeltennis. Eigenlijk vond ik alle sporten leuk.  Door mijn  knieklachten, tot aan een gescheurde kruisband toe, en de bijbehorende operaties liep het allemaal anders. Later is er zelfs nog een protheseknie bij mij geplaatst,” vertelt Van Beele.

,,Als spelers na afloop er weleens de smoor in hadden dat er niet gewonnen was, beleefde ik dat vaak anders, hoewel dat de buitenkant was.

Hij was later als trainer bij vv Katwijk jarenlang bij de jeugd werkzaam en had ook het tweede en derde elftal onder zijn hoede. ,,Vorig seizoen was ik, zo goed en zo kwaad als het ging, nog betrokken bij het team waarin mij zoon Tom speelde. “

Heel veel steun
Met dat laatste verandert het onderwerp van gesprek danig. Privé nam het leven van Van Beele in het najaar van 2016 een dramatisch wending. De diagnose galwegtumor kwam keihard aan bij Van Beele. Iets waar hij desondanks openhartig over vertelt.

,,Najaar 2016 traden de eerste verschijnselen op. Na een operatie  en een maandenlang herstel, keerde de tumor vorig najaar helaas toch weer terug. Op dit moment sta ik voor een serie van zestien chemokuren. Ook bij de club is iedereen hiervan op de hoogte. Ik ben er openhartig over.”

,,Misschien heeft dat ook met mijn werk te maken als verpleegkundige, waarin ik de laatste jaren ziekenhuishandelingen bij mensen thuis uitvoerde. Hoewel de prognose slecht is, sta ik er positief in. Ik voel me momenteel goed en geniet van elke dag. Daarbij heb ik heel veel steun van mijn vrouw Tanja en mijn kinderen Tom en Renée. Zij betekenen echt alles voor me.”

Buitenkant
Zijn ziekte maakt voetbal eens te meer relatief. Toch is Van Beele ook nu nog zo vaak mogelijk op De Krom te vinden. Zijn liefde voor het spelletje en zijn club nam, zo blijkt uit zijn woorden, in de loop der jaren alleen maar toe. ,,Voetbal stond bij mij als speler nooit echt op nummer één. Ik vond andere dingen ook leuk.”

,,Als spelers na afloop er weleens de smoor in hadden dat er niet gewonnen was, beleefde ik dat vaak anders, hoewel dat de buitenkant was. Van binnen borrelde het heus wel. Tegenwoordig bezoek ik alle thuiswedstrijden van Katwijk. Uit ben ik er bij als het niet te ver weg is. Door de jaren heen ben ik fanatieker geworden merk ik. Eigenlijk is Katwijk steeds meer mijn cluppie is geworden.”

POPULAIRE BERICHTEN