Uitzonderingen bevestigen de regel. Wie de naam Kattenberg zegt, zegt Abbenes. Dat geldt echter niet voor Ron Kattenberg. Als peuter belandde hij in Lisserbroek, om er vervolgens nooit meer te vertrekken. Kattenberg (45) scoorde voor Kagia dertien jaar lang aan de lopende band en trapt er in een vriendenteam op een lager niveau nog altijd tegen een bal aan.
,,Bijna mijn hele familie, – ooms, neven en achterneven – heeft bij Abbenes gevoetbald of een andere rol gespeeld. Mijn ooms en neven Karel, Kees, Erik, André, Peter en Armand ‘Kit’ Kattenberg waren op de voetbalvelden bepaald geen onbekenden. Met achterneef André heb ik nog samen bij Kagia gespeeld en Erik voetbalde zelfs nog voor FC Lisse. Voor mijzelf was en bleef het altijd Kagia”, duikt Ron in de rijke familie-voetbalgeschiedenis. ,,Mijn broer Paul heeft er ook nog gespeeld, maar hij kwam niet verder dan het tweede team. Alleen mijn vader heeft nooit gevoetbald. Hij was melkboer en had op zaterdag wel andere dingen aan zijn hoofd.”
Vis in het water
Doelpuntenmachine Kattenberg weet zelf niet hoeveel treffers hij, na zijn debuut in 1990, achter zijn naam heeft staan. ,,Het moeten er legio zijn. Ik denk dat ik de grens van tweehonderd goals wel minimaal heb benaderd. Niet op techniek overigens. Wat dat betreft was ik een ongepolijste spits. Een vrije trap, met het hoofd of gewoon op de goede plek staan, dat soort acties. Dat leverde elk jaar wel twintig of meer doelpunten op. Nee, hoger spelen kwam nooit in mij op. Ik ben ook nooit benaderd door een andere club. En als dat wel het geval was geweest, dan had ik toch nee gezegd. Lekker bij Kagia spelen sprak me veel meer aan. Daar voelde ik me als een vis in het water.”
De doelpuntenproductie van Kattenberg had nog veel hoger kunnen uitvallen als de vele schorsingen hem geen parten hadden gespeeld. Gele en rode prenten lopen naast goals als een rode draad door zijn carrière. ,,Met die kaarten kan ik mijn kamer wel behangen, ja. Op onrecht zoals spugen of natrappen reageerde ik altijd direct. ‘Hier heb je ‘m’, was het dan. Tja, dan ben je bij de scheids wel meteen de pineut. Daardoor heb ik ook nogal wat geld aan de KNVB moeten overmaken.”
Toch was het vooral leuk om voor Kagia te spelen. Altijd in een team vol echte Lisserbroekers, waarbij de tegenstanders doorgaans dezelfde waren. ,,Van de toenmalige LVB tot en met de Derde klasse. Dat betekende dat ik naast promoties ook degradaties heb meegemaakt. Altijd veel derby’s tegen clubs als Valken’68, Woubrugge, Zevenhoven, Alphia en TAVV. En omdat ik nog altijd speel, loop je weleens een oude bekende tegen het lijf”, vertelt voetbaldier Kattenberg die momenteel ook nog wekelijks in Lisse in de zaal actief is.
Geval van nood
Afscheid nemen van het Kagia-vlaggenschip deed Kattenberg op een hoogtepunt. Op 3 mei 2003 bleek een 1-1 gelijkspel in een beslissingswedstrijd op het SVOW-terrein voldoende voor promotie naar de Derde Klasse. ,,Dat gebeurde in een team met spelers als de broers Jan en Cock Kaak, Lex de Ree Alfred de Kooker, Erik Wijnhout en Richard Trompert. Toch heb ik er toen een punt achter gezet. Een aantal oudgedienden stopte na dat seizoen, terwijl er een aantal nieuwe talenten aankwam. Het was mooi geweest.”
,,Vervolgens ben ik in een vriendenteam bij Kagia verder gegaan. In geval van nood heb ik daarna incidenteel nog weleens in het eerste of tweede meegedaan. Op mijn veertigste vroeg trainer Raymond Hageraats me om het nog een keer te proberen. Voor het geval dat heb ik in een belangrijk duel tegen Haarlem/Kennemerland op de bank plaatsgenomen. Nee, invallen was toen niet nodig, we wonnen die wedstrijd geloof ik met 5-2”.
Bij Kagia vertoont Kattenberg zich als voetballer nog altijd wekelijks, terwijl hij op zaterdag naast de wedstrijden ook altijd op de club te vinden is. ,,Als ik niet speel (,,Dat is uiteindelijk toch het leukste”) kijk ik graag nog bij het eerste elftal. Leuk, omdat ikzelf ook nog onder Anton Wijsman gespeeld heb. Hij doet het goed in zijn tweede periode bij Kagia. Hoewel er, in tegenstelling tot mijn tijd, tegenwoordig veel jongens van buiten Lisserbroek spelen, is Kagia nog altijd Kagia. Dat dorpse is gelukkig gebleven. De ambitie om hogerop te komen zorgt voor aanloop van buitenaf. Dat is ook noodzakelijk, omdat spelen op een hoger niveau niet alleen met aanwas uit onze eigen jeugd te realiseren is”, klinkt het realistisch uit de mond van Kattenberg, die al jarenlang als timmerman in Lisse de kost verdient.
Als aanvaller in een vriendenteam is de doelpuntenmachine van weleer dit seizoen nog niet op gang gekomen. De teller staat eind december nog altijd op nul. ,,Een goed voornemen om daar in het nieuwe jaar verandering in aan te brengen. Maar als de anderen scoren vind ik het ook best. Het gaat me alleen nog om het plezier. Dat felle is er nu wel van af”, klinkt het tot besluit.