Vincent Solleveld heeft besloten om Warmunda aan het einde van het seizoen te verlaten. De fanatieke rechtsback gaat zijn heil ergens anders zoeken en hoopt op zondag actief te blijven bij een leuke club uit de Tweede of Derde Klasse.

,,Ik heb vorige week uitgesproken dat ik op zoek ga naar een nieuwe club”, vertelt Solleveld. ,,Ik kan het niet meer opbrengen. Ik steek er eigenlijk wekelijks met kop en schouders bovenuit, mede doordat er wat jongens zijn gestopt. Ook zijn er wat dingetjes gebeurd met de trainer. Mijn aanvoerdersband is afgepakt en dat doet mij nog steeds gigantisch veel pijn. Ik hoop zo snel mogelijk een nieuwe club te vinden. Ik heb met twee clubs gesproken en wil heel graag op zondag blijven voetballen. De zaterdag wil ik vrij houden voor die kleine jongen van me. ”

Solleveld stelt dat hij klaar is voor een stap hogerop. ,,Ik vind dat ik de Derde Klasse ontstegen ben. Ik kwam bij SJC vandaan, dat toen uit de Eerste Klasse vandaan. Als ik volgend seizoen bij een club uit de Tweede Klasse kan voetballen, zou dat mooi zijn. Ik ben niet het type dat zelf gaat bellen. Als er clubs geïnteresseerd zijn, dan kunnen ze bellen. ”

Schitterend vorig seizoen
,,Ik heb de stap gemaakt naar Warmunda omdat Alan (Campfens, red.) mijn oude trainer was bij Ter Leede. Ik beschouwde hem meer als vriend. Ze wilden bij Warmunda een stap omhoog maken met een nieuwe selectie. Vorig jaar hadden we een schitterend seizoen. We promoveerden naar de Derde Klasse en dit had niemand verwacht. Ook waren we bijna dertig wedstrijden ongeslagen.”

,,We spraken vooraf uit een traject in te gaan van twee jaar minimaal en ik heb me aan mijn woord gehouden. Dat we dit seizoen zo slecht draaien, heeft ook met spelerstekort te maken. We hebben veel blessures en schorsingen. Dat speelt ook allemaal mee. Op een gegeven moment houdt het dan voor mij ook op. Ik ben te ambitieus om nog een jaartje in de ‘kelder’ te gaan voetballen. Ik ben niet van plan om in de Vierde Klasse te gaan spelen. Dan hang ik liever mijn schoenen aan de wilgen.”

Foto: Jeannette Dijkstra