Tom Duindam ondervindt al een maand of vijf hinder van een hardnekkige teenblessure, maar loopt ondertussen dit seizoen gewoon weer bijna 1 op 1. De trefzekere spits is op zijn plek bij SJC, maar sluit niet uit dat hij het op termijn toch nog een keer hogerop gaat proberen.
Voor Duindam (26) spelen SJC en diens omgevingsgebied een belangrijke rol in zijn leven. Hij begon met voetballen in het zwart-wit en speelt inmiddels – op een onderbreking bij FC Lisse na – alweer enige jaren in de hoofdmacht. Even verderop is hij overdag dagelijks in de weer. Duindam werkt als onderwijzer op basisschool Klaverweide, dat praktisch naast SJC ligt.
“Ik heb hier vijf jaar geleden mijn eindstage gelopen en sindsdien sta ik voor de klas. Eerst voor groep 7 en nu alweer een aantal jaar voor groep 8. Het werk is intensief, maar heel leuk. Ik heb er veel plezier in.”
‘Goede vechtersmentaliteit’
Met SJC won Duindam zondag na een 0-2-achterstand met 4-2 van Be Quick 1887. Die comeback tekent volgens de Noordwijker zijn team. “Wij zijn een club met eigen jongens. Dan is de kracht dat je sneller een hecht team bent. Ik vind dat we een goede vechtersmentaliteit hebben. We spelen bij vlagen ook best aardig voetbal, al is dat nu wat minder. Ik vind dat we beter kunnen dan we de laatste weken hebben laten zien.”
Zelf loopt Duindam al enige tijd op zijn tenen. Zowel letterlijk als figuurlijk. “Ik kamp eigenlijk al vijf maanden met dezelfde blessure. In de laatste thuiswedstrijd van vorig seizoen heb ik mijn teen gestoten. Ik ben meerdere keren in het ziekenhuis geweest en hij is niet gebroken, maar de klachten gaan maar niet weg. En omdat je gecompenseerd gaat rennen, zet dat ook door richting de rest van je lichaam.”
Toch gloort er hoop aan de horizon. “Ik gebruik sinds een halve week ontstekingsremmers en die lijken aan te slaan. Laten we hopen dat dit doorzet. Het klinkt lullig zo’n teen, maar ik loop al vijf maanden echt te klooien.”
Complimenten van IJzendoorn
Eerder dit seizoen was VIDB bij een thuisduel van SJC aanwezig. Duindam miste die wedstrijd door de bruiloft van zijn zus. SJC won met 3-0 van Alcides en na afloop gaf coach Marcel IJzendoorn aan content te zijn dat zijn ploeg had aangetoond ook zonder Duindam te kunnen winnen. Volgens IJzendoorn is de spits te goed voor SJC.
Duindam kreeg de woorden van zijn trainer mee, vertelt hij. Hoe kijkt hij er zelf tegenaan? “Dat is natuurlijk leuk om te lezen. Zelf ben ik blij dat ik van meerwaarde kan zijn voor SJC. Ik heb een goede klik met mijn teamgenoten, de trainers, en eigenlijk met iedereen op de club. Ik vind het moeilijk om te zeggen dat je ergens te goed voor bent. Als je puur naar het aantal goals kijkt: vorig seizoen maakte ik er 25, nu heb ik er acht uit negen wedstrijden en ook bij Lisse heb ik in de Derde Divisie laten zien te kunnen scoren. Het draait nu goed. Ik denk dat als ik hoger zou spelen het ook goed zou gaan.”
Duindam’s voornaamste referentiekader is zijn periode bij FC Lisse, waar hij twee seizoenen speelde. De Noordwijker verrast vriend en vijand met zijn afscheidsboodschap, uitgerekend op een moment dat hij lekker was gaan draaien.
“Het begin was wennen, mede door blessures”, vertelt Duindam. “Maar op gegeven moment begon ik te spelen en bleef ik scoren. Bij Lisse wilde iedereen graag dat ik bleef, maar ik heb bewust een stapje teruggezet. Ik vind veel dingen buiten het voetbal ook leuk. Voor veel mensen was het misschien een rare keuze: een jongen van 24 die zijn top nog moet bereiken en vervolgens lager gaat spelen. De trainer Raymond Bronkhorst en veel mensen bij Lisse vonden het jammer, maar het was voor mij een logische keuze.”
Genieten van zaalvoetbal en snowboarden
Duindam geeft aan dat hij toe was aan meer vrijheid om andere hobby’s ook uit te kunnen oefenen. Zaalvoetbal en snowboarden bijvoorbeeld. “Op vrijdagavond speel ik zaalvoetbal met vrienden. Dat is geen hoogstaand niveau, maar vind ik wel heel leuk. De staf weet daar ook van, net als van snowboarden. Iets dat ik ook graag doe: minimaal een keer per seizoen, maar het liefst twee keer.”
Tot slot, ziet Duindam zich nog jaren in het zwart-wit spelen? Een klein voorbehoud volgt. “Ik bekijk het van jaar tot jaar. Het zomaar kunnen hoor, maar ik sluit ook niet uit dat ik alsnog een keer omhoog ga. Volgend seizoen of het jaar erna. Maar misschien komt het ook niet. SJC voelt goed en ik wil niets forceren. Ik zie het wel.”
Foto’s: Johanna Oskam