SJC plaatste zich donderdagavond voor de volgende ronde van de nacompetitie. Thuis versloeg het Nieuwerkerk met 4-3. Dat was ruim voldoende na de 0-2 overwinning in de heenwedstrijd. Nu volgt in de tweede ronde een tweeluik met FC Boshuizen. Een (oude) bekende
,,Toevallig had ik het er met Kees Zethof, onze trainer, ook over. Ik denk dat het de beste tegenstander is die wij konden loten”, blikt vleugelaanvaller Dandy Steenvoorden alvast vooruit. ,,Niet alleen omdat die ploeg ons voetballend ligt, maar het is ook een bekende uit de competitie. Daarnaast staat er een oud-trainer van ons (Stefan Roodakkers, red.) voor hun groep, een beladen duel dus. Sowieso ben ik blij dat we naar de volgende ronde zijn en dus ook met FC Boshuizen als tegenstander.”
Waar buurman VV Noordwijk in alleen een tweestrijd met ASWH kan promoveren, moet SJC in zes duels een stapje hogerop zien af te dwingen. Een groot verschil. Toch ziet Steenvoorden het probleem niet zo. ,,Je ziet het hier, de sfeer is prima en we hebben het gezellig met elkaar. Wat mij betreft mag het seizoen nog lang duren”, lacht Steenvoorden.
Kantje boord
Die goede sfeer kan niet los worden gezien van de resultaten van de Noordwijkers. Tegen Nieuwerkerk pakte SJC alweer de twaalfde (!) overwinning op rij. Toch was een einde van die reeks nabij. Pas in de 90e minuut scoorde Abbas Al Tamimy de 4-3. ,,Wat een reeks hè? Waar stopt het? Voorlopig hopelijk nog even niet, al was het donderdagavond toch wel kantje boord hoor”, is de flankspeler eerlijk. ,,Ik denk dat er door die 0-2 voorsprong die we meenamen uit Nieuwerkerk toch een beetje gemakzucht in was geslopen. Dat gaat ongemerkt.”
,,Of het uitschakelen van Nieuwerkerk een graadmeter is dat we in de Hoofdklasse ook mee zouden kunnen? Dat denk ik niet”, vervolgt Al Tamimy. ,,Als je hoort dat hun sterkste speler voor de nacompetitie z’n tas heeft ingeleverd, dan maakt dat wel verschil. Bovendien waren er nog een paar geschorsten. Dan is het te makkelijk om te zeggen dat we volgend jaar zomaar in de Hoofdklasse mee zouden kunnen mochten we promoveren.”
Foto: Johanna Wever