Wie was hij toch ook alweer? Ayoub Boukhari? Was dat niet die watervlugge middenvelder die zo’n indruk maakte in de voorbereiding bij vv Noordwijk vorig seizoen? Inderdaad. Die Boukhari dartelde afgelopen weekend weer over een veld in de Bollenstreek. Even onberekenbaar. Net zo frivool. En bovenal waar nog steeds veel voetbalplezier en -techniek vanaf spatte.
,,Voetbal in de Bollenstreek toch? Ja, dat ken ik nog wel”, lacht Boukhari na afloop. De kennismaking vorig jaar was kort, maar heftig. De Rotterdammer verdween net zo snel van het toneel als dat hij opwacht had gemaakt. Noordwijk dacht een absolute groeibriljant in huis te hebben gehaald, maar het liep anders.
Na een goed begin in Noordwijk gooide een blessure roet in het eten. Boukhari speelde niet, de financiële tegemoetkoming was niet naar wens en de club en de speler besloten in de winterstop al uit elkaar te gaan. ,,Ik word niet beter als ik niet speel of, met alle respect, voor het tweede van Noordwijk moet spelen. En als ik zowat geld moet bijleggen om dat te doen, kan ik beter voor mezelf gaan trainen”, zei de middenvelder destijds.
,,Ik ben een Rotterdammer, dus Sparta zit echt in mijn hart.”
En zo geschiedde. Tot de 20-jarige voetballer zijn geluk vond op Spangen. Sinds de zomer speelt en traint het broertje van oud-Ajacied en oud-Spartaan, Nourdin Boukhari, op Het Kasteel. Z’n droom nog steeds najagend. Want waar de middenvelder nu z’n wedstrijden speelt bij Jong-Sparta. Daar moet hij uiteindelijk in het keurkorps van Sparta-trainer Alex Pastoor terecht komen. Dat is althans wel z’n ambitie.
Volwassen
Z’n glimlach bij het uit de kleedkamer stappen van de beloften van Jong Sparta was tekenend. Beetje ondeugend. Zijn elftal had VVSB met 0-2 verslagen. De Noordwijkerhouters konden niet met hun fysiek de jonkies van Sparta de baas. Die bleven volwassen en geduldig wachten op het juiste moment om toe te slaan. Na de 0-1 lieten de Spartanen zien dat hun mogelijkheid om bij een betaald voetbal organisatie (BVO) te mogen voetballen niet op toeval is berust.
Toch wordt er in de amateurwereld wat denigrerend gedaan over beloftenelftallen. Ze zouden het amateurvoetbal kapot maken. En kijk, Jong Sparta staat laatste in de Tweede Divisie. Wat moeten we daar nou mee? Maar wie die zwartgallige gedachte opzij zet en een objectieve blik werpt op de voetballende kwaliteiten, moet ook kunnen genieten van sommige pareltjes op de velden.
Boukhari: ,,Met alle respect naar Noordwijk hoor, want daar had ik ’t ook echt naar m’n zin.”
,,Die laatste plaats is een beetje vertekenend, dat denk ik wel”, geeft Boukhari zijn mening. ,,Wij spelen best goed voetbal, maar aan het begin was het voor ons als elftal ook zoekende. Nu zie je dat we aan elkaar gaan wennen. We hebben veel jonge en nieuwe gasten in de ploeg. We spelen vaak als de betere ploeg in de Tweede Divisie, alleen de drie punten gaan niet altijd mee.”
Broer
Een groot nadeel van een beloftenelftal is de ontzettende doorloop van spelers. Zo gebruikte Jong Vitesse vorig jaar in de Tweede Divisie tussen de vijftig en zestig voetballers. Aan de ene kant een luxe voor een beloftenelftal, aan de andere kant is het vragen om een gebrek aan automatismen.
Boukhari begrijpt dat, maar weet ook dat het inherent is aan het spelen bij Jong Sparta. Hij neemt het met de koop toe. Hij zit op z’n plek. Wordt voetballend meer uitgedaagd. ,,Ja, dit niveau is sowieso hoger dan de Hoofdklasse, bij Noordwijk. Dat is logisch. De Tweede Divisie is echt een perfect podium om jezelf te kunnen laten zien, om jezelf in de kijker te spelen. Ik heb altijd gewenst om bij een BVO te gaan spelen. En dan is Sparta echt de mooiste. Mijn broer heeft er ook gespeeld.”
,,We praten thuis veel met elkaar. Hij is mijn grote voorbeeld.”
,,En het is lekker dichtbij”, lacht het zeventien jaar jongere broertje van de oud-profvoetballer. ,,Ik ben een Rotterdammer, dus Sparta zit echt in mijn hart. Met alle respect naar Noordwijk hoor, want daar had ik ’t ook echt naar m’n zin. In de voorbereiding had ik er toen zeven goals in geschoten. Dus daar ging het wel echt de goede kant op. Maar ook toen had ik al aangegeven dat ik bij een bvo wilde gaan spelen.”
Geduld
Nu die stap is gemaakt heeft Boukhari nog maar één doel. Net nog even dat stapje omhoog naar ‘de echte mannen’, een full-time profvoetballer worden. ,,Om echt door te stromen naar het eerste bij Sparta Rotterdam zou het mooiste zijn. Maar daar heb ik geduld voor nodig. Maar ik geloof wel dat het goed gaat komen.”
,,Daarom praat ik veel met de staf, maar vooral ook met m’n broer. Die zit ook bij de trainers. We praten thuis veel met elkaar. Hij is mijn grote voorbeeld. We hebben het dan over bepaalde voetbalsituaties. Hij legt mij uit wat beter moet. Hij kan nu trots op mij zijn. We hebben de drie punten”, lacht Boukhari tot besluit. Lachend loopt hij weg. Net zo ondeugend zoals we Boukhari al kende.
Lees ook: ‘Hoe het grote talent Ayoub Boukhari plots van het toneel verdween bij Noordwijk’
Foto’s: Orange Pictures & Ron van der Linden