Het duurt nog even en de grootste verbazing over het gemak waarmee de Tweede Divisie ingevoerd werd is voorbij. De voorzitter van AFC sputtert nog flink tegen in het openbaar, maar bij de nieuwjaarsspeech van de nieuwbakken voorzitter van Katwijk werd de Tweede Divisie niet alleen als voldongen feit, maar zelfs als doel genoemd. Er gaat dus veel veranderen in het Nederlandse voetballandschap, in veel gevallen is het te vroeg voor conclusies. Maar één conclusie kan al getrokken worden: meer nog dan bij de invoering van de Topklasse vereist de Tweede Divisie een (verdere) professionalisering van de grote amateurclubs.

In 2014 werden de twee amateurclubs met de meeste landstitels geconfronteerd met bestuurlijk gekonkel. Zowel IJsselmeervogels als Katwijk had een zwaar jaar, waarbij het nodige veranderde. Lokale, regionale en sociale media liepen vol met bespiegelingen, analyses en modder gooien. In die schijnwerpers gebeurden er de gekste dingen met mensen. Die schijnwerpers waren een stuk kleiner dan straks in de Tweede Divisie. Natuurlijk krijg je te maken met beloftenteams, maar het zijn wel beloftenteams van Betaal Voetbalorganisaties. Clubs die een veel grotere aanhang hebben, clubs die meer stromingen kennen en vooral clubs waar de schijnwerpers altijd vol op staan.

Reilen en zeilen

En die beloftenteams zijn niet het enige probleem. Het grootste probleem zit hem in het feit dat de meest succesvolle amateurclubs geworteld zijn in (kleine) dorpskernen waar de betrokkenheid van mensen met hun cluppie groot is. Of je nu supporter, kantinemedewerker of trainer van de F6 bent, je cluppie is je cluppie en je moet en zal over het reilen en zeilen binnen je club wat te zeggen hebben. Of het nu gaat om trainingstijden- en benodigdheden, de inkoopprijs van patat en (het belangrijkste) de actuele bierprijs, ze zullen je horen. En juist dat cluppie zal in de Tweede Divisie zijn eerste elftal nog meer los moeten maken van de vereniging. Uit dat diepgewortelde verenigingsgevoel zal een redelijk professionele organisatie moeten ontstaan, die zich kan meten met de grootste amateurclubs en beloftenteams van de grootste profclubs. Bovendien legt de KNVB nog wat extra eisen op.

Op zich lijken dit allemaal praktische zaken, maar niets is minder waar. Elke trouwe volger van een amateurclub voelt een enorme betrokkenheid en verbondenheid bij die club en juist die twee zaken maken het amateurvoetbal tot wat het is. Spelers en trainers (aan)spreken in de kantine en directe kritiek naar het technisch beleid van een club zijn gemeengoed. Die cultuur met korte lijnen maakt een amateurclub tot wat die is. En die cultuur komt op de tocht te staan. De korte lijnen gaan langer en schimmiger worden en het gaat heel veel geld kosten om een technisch beleid op te zetten wat aan de doelstellingen gaat voldoen.

Ivoren Torens

En waar het technisch beleid en de doelstellingen van profclubs voornamelijk worden gemaakt in de ‘Ivoren Torens’ en ze geanalyseerd en bekritiseerd worden in de landelijke media en op de vele voetbal- en clubforums, wordt het technisch beleid van een amateurclub vooral doorgesproken tijdens de Derde Helft met Jan, Piet en Klaas, trouwe vrijwilligers en supporters. De (vaak betaalde) TD wordt, ondanks de professionele insteek, geacht deze wekelijkse borrelpraat aan te gaan. En de spelers en trainers zullen, ondanks de verdere professionalisering, zich niet alleen voor de pers, maar ook voor de (in sommige gevallen) half beschonken supporter moeten verantwoorden. Juist het feit dat de acteurs en regisseurs van het vlaggenschip zo makkelijk bereikbaar zijn, is een van de charmes van het amateurvoetbal. En het is maar de vraag in hoeverre die charme behouden blijft voor de topamateurclubs in de Tweede Divisie.

Met speeldagen en tijden, sponsoring, contracten en uitzendrechten zijn er voldoende praktische problemen te noemen, maar in de wortel zal een topamateurclub moeten proberen, tegen de stroom van professionalisering in, een topAMATEURclub zien te blijven. De beleidsmakers van de traditieverenigingen balanceren op een heel dun koord.

Tekst: Henk Kasius

Foto: Kooltuinstrijders

POPULAIRE BERICHTEN