[slideshow_deploy id=’45842′]

De vliegende start van Noordwijk in de Hoofdklasse zorgt niet voor euforie op Sportpark Duinwetering. Iedereen is er, mede gezien het recente verleden, van doordrongen dat een seizoen lang is en de prijzen pas bij de finish worden verdeeld. Nuchterheid is het nieuwe sleutelwoord in de badplaats, waar trainer Kees Zethof terugblikt op de eerste maanden in rood-witte dienst. Een gesprek met hem levert vaak opmerkelijke zienswijzen en uitspraken op. Duidelijkheid en no-nonsense voeren daarbij de boventoon.

,,Eigenlijk ben ik pas in een vrij laat stadium aangesteld bij Noordwijk. Dat was geen probleem, want de club ken ik allang heel goed. Ga maar na: ik heb er jarenlang gespeeld, volg mijn kinderen er al bijna twintig jaar, liep er stage voor mijn trainersdiploma en zag de ploeg ook vorig seizoen regelmatig spelen”, opent Zethof het gesprek. ,,Ik kan het nu helemaal op het fietsie af.”

De  seizoensstart van zijn ploeg is intussen uitstekend. Het spel oogt fris en zijn spelers tonen zich gretig. De beide beentjes blijven bij Noordwijk echter op de grond. Zeker als het aan Zethof ligt. ,,Ik kan me sowieso niet voorstellen dat de groep de die kenmerken voor mijn tijd niet vertoonde. Verder is het niet aan mij om dit vast te stellen.”

Uitgangspositie
,,Wat mijn spelers doen past gewoon bij Noordwijk”, vindt de oefenmeester. ,,Op dit moment praten we niet over toppers of concurrenten. Het gaat nu om het verder ontwikkelen van het team. Gewoon voetballend op een hoger plan terecht zien te komen. Op zijn vroegst kun je begin maart in een andere richting gaan praten. Is onze uitgangspositie dan nog altijd goed? Praten we verder. Voor die tijd heeft zoiets geen enkele zin.”

,,Echt tevreden ben ik nooit. Als je mij op dit moment om een cijfer vraagt kom ik tot een tweeënhalf.”

Wat dat betreft sluit dit volgens Zethof naadloos aan op de woorden die Jesse Dingjan afgelopen weekend sprak. ,,Ook Noordwijk krijgt dit seizoen nog wel met tegenvallers te maken”, liet de Ter Leede-speler op deze site weten.

,,Zo is het maar net. Iedere club krijgt gaandeweg het seizoen met een terugslag te maken. Wij dus ook. De grote vraag is dan hoe je daar als spelers en staf op dat moment mee omgaat. Lovende woorden veranderen niets aan mijn werk- en zienswijze”, vertelt Zethof met dezelfde nuchterheid die hij ook bij zijn vorige clubs tentoonspreidde.

Gretig
Dat Noordwijk op een hoger plan terecht moet komen is voor Zethof echter zo klaar als een klontje. ,,Alleen kun je dat niet programmeren. Die ambitie moeten we elke keer weer uitstralen. Maar een tijdstip kun je er niet opplakken. Het moet echter wel een keer gaan gebeuren.”

Waarna Zethof zijn verdere visie naar de spelersgroep uiteenzet. ,,Noordwijk was geen onbeschreven blad voor me, maar pas als je echt voor de groep  staat, weet je welk vlees je in de kuip hebt als trainer. Deze selectie is kwalitatief goed en de concurrentie is groot.”

,,De elf waar je voor kiest, zijn niet altijd beter dan de rest. Mijn spelers moeten altijd gretigheid uitstralen. Als iemand niet speelt snap ik de teleurstelling van zo’n speler heel goed, maar het is aan hem om daar zelf iets aan te doen. Zo simpel is het. Als trainer draag je volgens mij verder niet meer bij aan het succes dan zo’n vijf procent. Voor het overige moeten zij het doen.”

,,Op zondag bekijk ik de hele wedstrijd van de dag ervoor nog een keer.”

,,Echt tevreden ben ik nooit. Als je mij op dit moment om een cijfer vraagt kom ik tot een tweeënhalf.”  Na een verbaasde reactie aan de andere kant van de tafel, licht een lachende Zethof dit cijfer verder toe. ,,Een drie is normaal gesproken het hoogste cijfer dat ik als trainer uitdeel.”

De werkwijze van Zethof blijft ondanks de uitstekende resultaten dan ook ongewijzigd. Door ‘nooit tevreden’ te zijn wil de oefenmeester zijn spelersgroep juist op een hoger niveau terecht laten komen. ,,Op zondag bekijk ik de hele wedstrijd van de dag ervoor nog een keer. Tegen Swift wonnen we met 4-0. Dan zou je denken dat het allemaal geweldig was, maar achteraf had ik toch nog zo’n twintig punten, waar het goed en ook waar het fout ging genoteerd. Die mail ik dan naar de spelers om ze een dag later te bespreken.”

Puntjes op de i
,,En dan trainen we op donderdag nog een keer extra op zaken die voor verbetering vatbaar zijn. Het moet natuurlijk niet alleen maar negatief zijn. Dat is mijn manier van werken. Ik geloof sowieso niet in goede trainers, wel in goede spelers. Zij moeten het laten zien in de wedstrijden. Daar kan ik op de training en in gesprekken aan bijdragen. En natuurlijk ook tijdens de wedstrijd of door in de rust de puntjes op de i te zetten. Zo simpel is het.”

Foto: Leo Schrama

POPULAIRE BERICHTEN