,,Eigenlijk doe je er als journalist niet zo toe. Je schrijft natuurlijk altijd over andere mensen of teams. Hoe het met jou gaat, maakt in principe nooit wat uit. Al zijn er, zeg in een voetbalteam, altijd wel één of twee die ook oprecht geïnteresseerd in jou zijn”, was getekend Hielke Biemond. De sportverslaggever van het Leidsch Dagblad nam zo’n twee maanden geleden afscheid van de sportredactie van de Leidse krant. Voor ons reden om de schijnwerper een keer om te draaien en afscheid te nemen van de journalist die de afgelopen zeven jaar de mooiste, scherpste en meest ontroerende voetbalverhalen uit de Bollenstreek vereeuwigde op papier.
Als Biemond wordt gevraagd wat hij het meest heeft gewaardeerd aan zijn werk als sportjournalist, komt hij niet met een voor de hand liggend antwoord op de proppen. Het is bijvoorbeeld niet de lof die hij kreeg voor mooie interviews of de schitterende kampioensverhalen van VV Katwijk, die nu nog steeds in de kantine op De Krom pronken. De waardering van zijn vak zat ‘m voor Biemond juist vaak in het kleine. Zoals iets als ‘wederzijdse interesse’, waar hij dit artikel mee begon, dat al kon zijn.
Keizer
,,Ik weet nog dat ik bij een wedstrijd van VVSB zat, toen ik hoorde dat mijn opa niet meer lang te leven had. Ik had een ontzettende goede band met hem. Ik ben de hele wedstrijd toch blijven zitten en heb daarna snel Marcel Keizer, die toen trainer was, geïnterviewd en gezegd dat ik snel weg moest. Toen ik hem daarna weer sprak, vroeg hij nog naar mijn opa. Zoiets komt niet heel vaak voor, maar ik heb het altijd onthouden en ontzettend gewaardeerd”, blikt Biemond terug.
Zijn fascinatie en bewondering voor ‘kleurrijke clubmensen’, zoals hij zelf mannen als Han de Haan (voormalig teammanager FC Lisse red.), Floor van der Gugten (VV Katwijk), Jankees Faas (FC Lisse) en Dion Piket (Ter Leede) en Franjo Jozic (VVSB) noemt, sluiten daar eigenlijk naadloos op aan. ,,Ik had altijd wel oog voor dat soort mensen die kleine dingen lijken te doen, zoals de opstellingen regelen of de koffie klaarzetten. Eigenlijk zijn zij juist ontzettend belangrijk voor zo’n club en een soort smeermiddel. Dat zag je heel duidelijk bij FC Lisse met het overlijden van Han, dan lijkt de hele club gewoon even in te storten.”
,,Spelers begonnen me toen met natte handdoeken te bekogelen.”
Het in woorden vangen van de kleine voetbalzielen en de aparte charmes van de sport is iets waar Biemond echt in uitblonk en wat hij eigenlijk ook het liefst deed. ,,Noem het voetbalcultuur. Daar ben ik liefhebber van en daar heb ik altijd goed op gelet. Ik kan vaak meer genieten van de wat kleinere dingen, een wedstrijd in de Tweede Divisie om het kampioenschap is ook mooi, maar ik vind het ook leuk om te zien hoe dingen achter de schermen gaan. Zo heb ik ook een keer Quick Boys de B1 gevolgd. Het is allemaal wat amateuristischer dan bij zo’n eerste elftal natuurlijk, maar hoe de spelers en trainer dat beleven en ook naar het eerste kijken, dat vind ik gaaf om te beschrijven.”
Zijn gevoel voor sfeer, bleef bij het Leidsch Dagblad ook niet lang onopgemerkt en het is daarom niet verwonderlijk dat een van zijn eerste klussen voor het de krant het sfeerverslag van Quick Boys – Katwijk was. ,,Van die wedstrijd weet ik alles nog van. Katwijk won. Ik stond na de wedstrijd in eerste instantie in het halletje voor de kleedkamers te wachten, maar mocht van Cees Bruinink de kleedkamer in. Spelers begonnen me toen met natte handdoeken te bekogelen, ontzettend grappig en leuk om mee te maken. Dat was voor mij de kennismaking met hoe voetbal in de Bollenstreek kan zijn. Een aardig begin met die hele sfeer met alles erop en eraan. Je kan je voorstellen dat ik gelijk enthousiast was.”
Kritisch
Op de juiste momenten, de juiste kritiek leveren: daar heeft Biemond zich in de loop der jaren steeds meer in ontwikkeld. Naar eigen zeggen komt dat doordat hij steeds meer vergelijkingsmateriaal kreeg om zijn kritiek op te baseren. Zo kon hij steeds beter bepalen of bij bijvoorbeeld een Rijnsburgse Boys iets goed of slecht gaat.
,,Het heeft me verder nooit moeite gekost om kritisch te schrijven. Ik vond ook wel dat de clubs op het hoogste amateurniveau in deze regio, dat al neigt naar een soort semi-prof niveau, het verdienen om zo serieus genomen te worden. De meeste mensen zijn dat uiteindelijk wel met je eens: als iets slecht is, is iets slecht. Al heb je natuurlijk altijd ook de mannetjes die op de tribune de hele wedstrijd zitten te mopperen, maar bij het weggaan naar je roepen: ‘maak er een mooi stukkie van hè’. Schitterend.”
,,Maak er een mooi stukkie van hè”
,,Op kritiek krijg je natuurlijk al snel minder leuke reacties. Zo heb ik wel moeilijke situaties aan de kaak gesteld: tijdens de degradatie van Katwijk of de worsteling van Quick Boys in de hoofdklasse en wat zaken bij Rijnsburg bijvoorbeeld. Dat heb ik altijd wel met open vizier gedaan, dus mensen konden bij mij altijd terecht als ze het er niet mee eens waren.”
,,De reactie’s bij deze drie clubs waren dan vaak wat heftiger, maar dat komt ook omdat de voetbalbeleving het meest tegen het profvoetbal aanzit. Als het feest is, is het ook echt feest. Maar als het mis is, is het vaak goed mis. Dat dat laatste minder leuk is om terug te lezen, begrijp ik ook wel”, verklaart Biemond.
Terugblikkend heeft Biemond eigenlijk vooral genoten van zijn vak. In die zeven jaar is geen noot voor hem te hard geweest en geen voetbalziel te klein, maar heeft hij het allebei met evenveel passie opgeschreven. Om te voorkomen dat het schrijven over sport een routine klus wordt, werkt hij nu voor de algemene redactie van de Duin- en Bollenstreek. Dat gaat voor nu helaas ten koste van een alom gewaardeerde en zeer bekwame sportjournalist in het interessante voetbalwereldje van deze streek. Dank Hielke en hopelijk tot ziens langs de velden, al is het maar voor die één of twee uit dat voetbalteam.
Foto: Leidsch Dagblad.
Lees ook: ‘Polak: ruwe bolster, blanke pit’