In totaal openen drie regioteams zaterdag het nieuwe voetbalseizoen. Op de Boekhorst is er de derby VVSB – FC Rijnvogels, terwijl SJC in de eerste voorronde van de KNVB Beker het Overijsselse Bon Boys ontvangt. “We moeten heel snel van de mindset af dat het ‘maar’ een tweedeklasser is”, zegt trainer Marcel IJzendoorn.
Op papier is het twee klasses hoger acterende SJC de favoriet, maar dat zegt de inwoner van Leiderdorp niet zoveel. “Zij hebben dinsdag tegen Quick ’20, een vierdedivisionist, met 1-1 gelijkgespeeld. Als ik het verslag mag geloven, hebben ze met lef en durf gespeeld. Daarnaast zijn ze niet voor niets zo ver in de Districtsbeker gekomen vorig seizoen. We zullen goed en geconcentreerd voor de dag moeten komen.”
“We moeten gewoon zorgen dat we niet het lelijke eendje van deze kwalificatieronde zijn”, vervolgt IJzendoorn. “Je weet dat er altijd wel twee of drie verrassingen zijn, daar moeten we zelf niet bij zitten. De focus ligt op doorkomen. Of dat nou bij de negende penalty gebeurt, of via verlenging, so be it. We moeten door.”
‘Ik zou niet weten waarom je acht oefenwedstrijden zou moeten spelen. Als speler zou ik dan zelf ‘oefenwedstrijdenmoe’ worden en daarnaast vraag je om het deksel om de neus wat betreft blessures.’
Dat een eventueel vervolg in de KNVB Beker uiteindelijk ook zeer fraaie affiches kan opleveren, leeft in deze fase nog niet bij IJzendoorn. “Hierna is nog een tussenronde, dan stromen de Tweede Divisie-teams in, op de periodekampioenen en de kampioen na. Het wordt pas echt leuk in oktober, maar dat is allemaal nog heel ver weg. De volledige focus ligt op Bon Boys. Ik hoop dat we goed genoeg zijn om in eigen huis van deze tweedeklasser te kunnen winnen.”
‘Geleidelijke opbouw’
SJC startte vergeleken met veel andere Divisie-clubs redelijk laat aan de voorbereiding. “Dat hebben we bewust gedaan”, vertelt IJzendoorn. “We hebben na het seizoen wat langer doorgetraind in juni en hebben het op 24 juli weer opgepakt. Ik geloof namelijk wel in vier of vijf weken volledige rust voor de spelers. Inmiddels hebben we een stuk of tien trainingen en twee goede wedstrijden in de benen en is er redelijk wat arbeid verricht.”
In de oefenduels hield SJC zich redelijk staande tegen twee clubs waar IJzendoorn als doelman actief was. Tegen Scheveningen werd met 1-0 verloren, terwijl dinsdag VVSB met 1-2 te sterk was. Een dominante eerste helft tegen de Noordwijkerhouters bood IJzendoorn echter het nodige vertrouwen.
Al met al koos IJzendoorn voor een geleidelijke opbouw, waarvan hij later in het seizoen profijt hoopt te hebben. “Het is maar net waar je de prioriteit legt. Ik zou niet weten waarom je acht oefenwedstrijden zou moeten spelen. Als speler zou ik dan zelf ‘oefenwedstrijdenmoe’ worden en daarnaast vraag je om het deksel om de neus wat betreft blessures. Ik heb altijd geleerd dat je in oktober en november en in maart en april top moet zijn. Natuurlijk moet je iedere competitiewedstijd gasgeven, maar de boog kan niet tien maanden gespannen zijn. Ik geloof heel erg in frisheid en zin hebben in plaats van overtraind zijn. Als spelers fris in hun hoofd zijn, maakt dat ze ook fit.”
‘We zijn wat breder geworden en het lijkt kwalitatief iets beter. Daardoor kunnen de jongens nog meer gasgeven op elkaar.’
Klaplong Duindam
SJC kan in de eerste fase van het seizoen niet beschikken over Tom Duindam, die een klaplong heeft opgelopen. Daar tegenover staat de terugkeer van Wesley Haasnoot, die een fiks aantal maanden aan de kant stond vanwege een peesplaatblessure. “Wesley oogt super fit en deed het goed in de spits in de twee oefenwedstrijden”, zegt IJzendoorn, die naar eigen zeggen over een sterkere groep dan vorig seizoen beschikt
“We zijn wat breder geworden en het lijkt kwalitatief iets beter. Daardoor kunnen de jongens nog meer gasgeven op elkaar. We hebben 20 of 21 spelers die het elkaar en mij moeilijk moeten maken om tot een vaste basiself te komen.”
Foto: Johanna Oskam
Lees ook: VVSB en Rijnsburgse Boys winnen derby’s in oefenverband, remise bij FC Rijnvogels – Noordwijk