Op het moment dat trainer Bas Naber bekendmaakte SV Hillegom te gaan verlaten, zullen ongetwijfeld bij heel wat trainers in de regio een belletje zijn gaan rinkelen. Want welke trainer wil er niet werken bij een club die bezig is aan een opmars en een schitterend complex heeft? Maar zover kwam het allemaal niet, want het bestuur had de opvolging voor Naber al in huis: Arend Jan Kranenburg, de trainer van het tweede.
Een totaal onbekende naam in de trainerswereld. Waar gerenommeerde trainers werden genoemd, werd het dus Kranenburg. Een man zonder ervaring bij een eerste elftal. Was het voor hem net zo’n verrassing als voor de buitenwacht? ,,Iets minder omdat ik het natuurlijk al wat eerder wist. Maar dat het zo snel zou gaan, had ook ik niet verwacht. Dus enigszins onverwacht, maar niet verrast.”
Het bestuur heeft zelfs zoveel vertrouwen in de onervaren Kranenburg dat er niet eens is gesproken met andere gegadigden. Ook het ontbreken van de juiste papieren, mocht Hillegom de stap maken naar de Eerste Klasse, vormde geen belemmering. De in Amsterdam woonachtige trainer beschikt over het diploma Trainer/Coach-II, daarmee is hij bevoegd tot de Tweede Klasse. ,,De club heeft dit, al voordat ik tekende, kortgesloten met de KNVB. Anders had het natuurlijk geen zin. Omdat ik in een bestaande situatie teken en mijn diploma daarvoor toereikeind is, krijg ik dispensatie. Ik moet wel binnen twee jaar mijn TC-I hebben gehaald.”
Top bereiken
Iets wat toch al op het verlanglijstje stond van de ambitieuze trainer. ,,Als ik word toegelaten, doe ik het al volgend seizoen. Anders het seizoen erop. Mijn doel is om in de top van het amateurvoetbal terecht te komen, dan moet je het papiertje sowieso hebben”, zegt de man die in het dagelijks leven werkzaam is al projectmanager van Players United.
In die hoedanigheid organiseert hij clinics en doet hij veel zaken met Ajax. ,,M’n hele leven draait dus zo’n beetje om voetbal. De belangrijkste bijzaak, zeg ik altijd.”
Kranenburg is aangesteld om de lijn die onder Naber is ingezet te bewaken. ,,Dat denk ik ook. En die is goed. Dat zie je ook aan de resultaten. Er verandert relatief weinig. De visie en speelwijze zal hetzelfde blijven. Bas en ik denken hetzelfde over voetbal. Daarom werken we ook zo goed samen. Het gaat vlekkeloos.”
Voor de pas 32-jarige geboren Fries wordt het dus de eerste klus als hoofdtrainer van een eerste elftal. Vorig seizoen was het bij zijn debuut bij de senioren gelijk raak en promoveerde hij met het tweede van Hillegom naar de Reserve Hoofdklasse. Daarvoor was hij werkzaam bij SV Ouderkerk als trainer van de A1. Ook had hij Argon B1 mede onder zijn hoede en was hij werkzaam bij AFC als trainer van de D1.
Veeleisend
Bang om te falen is hij niet. ,,Nee, anders zou ik het niet doen. Ik moet het hebben van mijn tactische inzicht en het omgaan met mensen. Ik communiceer wel vrij makkelijk. Omdat ik zo jong ben sta ik in de groep, maar als het moet, ben ik niet bang om er boven te gaan staan. Ik hoop dat de spelers zichzelf kunnen zijn bij mij. Op de training ben ik veeleisend en verwacht ik dat spelers de oefeningen uitvoeren zoals het hoort. Tijdens een wedstrijd gaat het om de grote lijnen. Dan heb je ook te maken met een tegenstander. Het resultaat staat dan meer voorop. Maar het gaat om de belangrijke momenten. Als je die met z’n allen herkent, zit het goed.”
De door Naber ingezette lijn wordt verder doorgezet. Wordt er dan helemaal niets anders? ,,Misschien dat we iets meer druk gaan zetten zonder bal. Ik vind ons in balbezit echt goed. Zonder bal kan het nog beter. We willen dominant voetbal spelen. Het ritme bepalen, met en zonder bal. Dan moet je ook zorgen dat je die weer snel terug in bezit hebt.”
Als toekomstig leidinggevende is Kranenburg belast met de gesprekken die nu gaande zijn met de huidige spelers. ,,Klopt. Maar dat gaat ook vrij makkelijk, omdat je elkaar kent en de spelers willen ook wel weten wat ze kunnen verwachten. Ik hoop de groep bij elkaar te houden en misschien dat er zich nog wel een versterking aandient. Maar zomaar spelers halen, ga ik niet doen.”
Foto: Dirk van de Reep