Jordy Groot kan er nog altijd geen genoeg van krijgen. De linkspoot (34) plakt er nog een jaartje aan vast bij SJC. “Je kunt me altijd wel wakker maken voor een potje voetbal.”

Een mooi verhaal is het wel. Toen SJC hem zo’n vijftien jaar geleden benaderde, had Groot nog nooit van de zwartwitten gehoord. Anno 2023 is Noordwijk al lange tijd zijn uitvalsbasis, is hij bezig aan zijn dertiende seizoen in de hoofdmacht en fungeert vader John ook alweer enige tijd als radioverslaggever voor de lokale omroep BO. Dat belletje destijds van Marcel Schenk, toenmalig trainer van het tweede, heeft hem dus bepaald geen windeieren gelegd.

“Ik ben begonnen bij DSOV en daarna naar AFC gegaan. Destijds belde Marcel. Ze zochten een linksbuiten voor het eerste en hij vroeg of ik een keer mee wilde trainen”, vertelt Groot. “Eerlijk gezegd had ik nog nooit van de club gehoord. Mijn leven was meer gericht op Haarlem en Amsterdam, steden die in de buurt lagen.”

Uiteindelijk bleek SJC een club die hem paste als een warme jas. “Het beviel meteen goed. Er was veel gezelligheid. We bleven dan tot laat in de kantine of gingen nog op stap in Noordwijk. Ik bleef dan vaak bij jongens van de A1 slapen, zoals Dandy en Frank Steenvoorden, Bart Zonneveld en Mike Verhoek. Uiteindelijk heb ik in die periode ook Lin leren kennen.” Met de voormalig speelster van de vrouwentak van SJC heeft Groot twee kinderen: een zoon en een dochter.

‘Als er fysiek dingen gaan tegenzitten, snap ik de twijfel. Ik moet het afkloppen, maar ik heb nooit last van blessures.’

Groot was sindsdien niet altijd op de Lageweg actief. Hij speelde een seizoen voor zowel Voorschoten ’97 als Quick Boys. “Voorschoten ’97 speelde toen in de Hoofdklasse in een mooie afdeling met ook Quick Boys en Ter Leede. Daarboven zat toen alleen de Topklasse. Het was een mooi jaar, waarin we het goed deden, maar wel degradeerden. Het kwam op de laatste speeldag aan. Bij winst hadden we de derde periode gewonnen en bij verlies moesten we PD voor lijfsbehoud spelen.” Het laatste gebeurde en dat liep niet goed af.

De linkspoot keerde in de zomer van 2012 terug bij SJC en koos vier jaar later voor een nieuw avontuur. “Toen belde Quick Boys en dan hoef je niet lang na te denken. Ik was 28 jaar, een mooie leeftijd om het nog eens te proberen. Het was een mooie tijd, ondanks dat ik niet alles speelde. Op gegeven moment ga je dan toch denken: je weet wat je bij SJC hebt. Dat is uniek en ook nog relatief op niveau. Typerend voor SJC is dat het altijd vriendengroepen zijn geweest, ondanks dat er elke keer weer nieuwe jongens bijkwamen.”

De laatste jaren wordt de teamgeest aangezwengeld door Marcel IJzendoorn, een trainer voor wie Groot lovende woorden over heeft. “Echt een topvent”, vertelt hij. “Een teambuilder, iemand die als geen ander het team strijdbaar kan maken. Hij is duidelijk en eerlijk naar iedereen toe. De nummer achttien zal hetzelfde over hem praten als de basisspelers. Niet iedereen heeft dat in zich. Het menselijke aspect is bij hem minstens zo belangrijk als wat er op het veld gebeurt.”

Samen met Frans van Niel (ook 34 jaar) behoort Groot tot de nestors van SJC. Die rol als ervaren speler behoort hij ook te vertolken. Hoe zou hij zijn eigen rol omschrijven? “Een verlengstuk van de trainer, iemand de boel op scherp kan zetten als het moet.”

In zijn element als back
Dat doet hij doorgaans op zijn vaste plek als linksachter. “Ik heb ook een tijdje centraal achterin gestaan en ook een paar keer verdedigende middenvelder, maar als back voel ik me het prettigst. Dan kan ik echt mijn energie kwijt.”

Nu hij al ruim vijftien jaar op een zeer verdienstelijk niveau meedraait in het amateurvoetbal merkt Groot dat dingen wel zijn veranderd. “De oude stempel verdwijnt een beetje. In deze tijd wordt alles snel onder een vergrootglas gelegd, ook door social media en al die mobieltjes. Vroeger legden we altijd een kaartje, nu zit iedereen op zijn mobieltje. Daarnaast accepteert de jeugd ook minder.”

Jordy Groot

In dat opzicht mag er misschien wat zijn veranderd, toch blijft voetbal een spelletje dat hij voor geen goud zou willen missen. Daarom was stoppen voor hem (nog) geen optie. “Je kunt me altijd wel wakker maken voor een potje voetbal. Zolang je je fit voelt, moet je doorgaan. Als er fysiek dingen gaan tegenzitten, snap ik de twijfel. Ik moet het afkloppen, maar ik heb nooit last van blessures. Naarmate je wat ouder wordt moet je wel wat beter voor je lichaam zorgen en met sommige dingen wat meer rekening houden.”

Daarnaast weet Groot zich gesteund door een sterk meelevend thuisfront, zijn ouders zijn steevast van de partij. “Mijn vader doet nu al een jaar of zes radioverslag voor Bollenstreek Omroep. Dat vindt hij erg leuk. Soms gaan de kids ook mee.”

Het komt zelfs voor dat de spelersbus een (extra) tussenstop maakt om pa Groot op te halen. “Mijn vader werkt bij KLM en moet op een wedstrijddag soms eerst nog werken. Negen van de tien keer reizen we voor een uitwedstrijd via Amsterdam. Soms stoppen we dan bij het brugrestaurant op de A4 zodat hij kan instappen. Hetzelfde gebeurt ook wel eens in de richting van Den Haag voor de vader van Martijn van Trigt, die de Twitter beheert. Dat is toch onwijs mooi? Niet iedere trainer zal zoiets willen omdat het wellicht de wedstrijdvoorbereiding verstoort. Dat het bij SJC wel kan, typeert voor mij de club.”

Foto’s: Johanna Oskam

Lees ook: Trefzekere Duindam langer op de Lageweg

POPULAIRE BERICHTEN