,,Koudekerk had het goed voor elkaar, maar we hadden er zeker wel een puntje uit kunnen halen’’, vertelt Kagia-trainer Anton Wijsman na de 2-0 nederlaag tegen Koudekerk. De ploeg uit Lisserbroek verkeert in een wisselvallige fase. Twee weken terug werd er met 4-1 verloren van Zwammerdam, terwijl Roodenburg vorige week door een ‘degelijk en mannelijk’ Kagia met 5-2 werd verslagen.
,,We verkeren inderdaad in een kwakkelfase en daar moeten we zo snel mogelijk uit zien te komen. Het liefst voor de kerst nog’’, gaat de oefenmeester verder. ,,Tegen Koudekerk hadden we er in mijn ogen toch wel meer uit kunnen halen als je naar alle facetten van het voetbal kijkt. Bij Koudekerk stond het erg degelijk. Er stonden drie goede spitsen in het veld. Dat was hun kracht en dat zorgde bij ons voor problemen. Bij balbezit waren we tot vijftien meter over de middellijn gevaarlijk, maar daar hield het ook wel op. We waren niet agressief genoeg en drongen te weinig aan om echte kansen te creëren. Zij deden dat wel. Door een ongelukkig doelpunt kwamen zij op voorsprong.”
Na rust haalde Wijsman alles uit de kast om toch met minimaal een punt van het veld af te gaan, maar dat mocht niet baten. ,,We hebben risico’s genomen. Uiteindelijk kregen we toch een grote kans op de gelijkmaker en die maakten we niet. Als de bal dan in de tegenstoot er dan aan de andere kant in ligt, dan zakt de moed toch wel in je schoenen en dan weet je eigenlijk dat het afgelopen is.’’
Scheidsrechter
In de tweede helft stond de coach niet op zijn vertrouwde plek bij zijn assistenten en wisselspelers, maar nam hij plaats in het publiek langs de lijn. ,,Dat is een heel apart verhaal. Het was een strikte scheidsrechter en er mocht in het veld weinig tegen hem gezegd worden. Op een gegeven moment vond ik dat hij ons aan het benadelen was en dat heb ik netjes tegen hem gezegd in de rust. Maar daar was hij niet van gediend. Toen ik de tweede helft het veld opliep, rende hij naar mij toe en verzocht mij het veld te verlaten. Ik ben de moeilijkste niet en dat heb ik toen ook gedaan.’’
Van het ‘degelijke en mannelijke’ van vorige week was niet veel meer van over. Toch was niet alles verdwenen. ,,Het was minder dan vorige week. Maar de ene keer zit je beter in het spel dan de andere keer. Het ligt ook aan de tegenstander. Bij de ene kan en mag je meer dan bij de ander. Vorige week hebben een paar spelers een hoofdrol gespeeld en sommige denken dan dat ze dat deze week ook wel ‘ff’ kunnen doen. Dat is niet zo en dat is iets waar wij aan moeten werken.”
Tekst: Danny van den Bosch