Tot ons verdriet ontvingen wij vandaag (24 november 2022) het nieuws dat Henk van Eeuwijk, de lachende scheidsrechter, op 85-jarige leeftijd is overleden. In februari 2016 had Leo Schrama voor de rubriek Vergeten Verleden  een uitgebreid interview met de positieve Lisserbroeker. Ter ere van Henk hebben wij het stuk omhoog gehaald en opnieuw in de etalage gezet.

VIDB wenst de nabestaanden veel sterke en kracht toe. Henk, rust zacht. 


‘De lachende scheidsrechter’, zo ging Henk van Eeuwijk in onze regio door het (voetbal)leven. Tussen 1965 en 2007 floot de inmiddels 78-jarige Lisserbroeker meer dan duizend wedstrijden. De arbiter beleefde aan die periode enorm veel plezier en hield er daarnaast een schat aan levenservaring aan over. Zijn visie daarbij is duidelijk. “Je kunt als scheidsrechter een wedstrijd altijd op een positieve manier beïnvloeden. Dat gold toen en is ook nu nog altijd het geval. De maatschappij is veranderd en tijden kun je niet met elkaar vergelijken, maar één ding is voor mij altijd hetzelfde gebleven: voetbal is een fantastisch spelletje. Ik kan er geen genoeg van krijgen.”

Laat Van Eeuwijk vertellen over zijn belevenissen op de groene mat en de anekdotes vliegen over de tafel. Begonnen als modale speler bij Kagia, waar hij tegen het eerste elftal aanhikte, zette hij op 27-jarige leeftijd na twee sleutelbeenbreuken binnen één seizoen een streep onder zijn actieve carrière. “Ik was toen net een eigen bedrijf begonnen en een blessure kon ik niet gebruiken. Ik ben toen gaan fluiten. Lisse 10-Teylingen 9 was mijn eerste wedstrijd en vanaf de allereerste dag vond ik het geweldig.”

Een volle baard
In het begin floot Van Eeuwijk vooral op zondag, terwijl hij rond 1970 ook nog vijf seizoenen trainer was van, wat toen nog de zaterdagtak van Sportclub Lisse was. “Ook een geweldige tijd. Promoveerden we van de Tweede Klasse LVB naar de Vierde Klasse, maar fluiten bleef toch mijn ding. Ik floot altijd op een luchtige manier, maar wel met overwicht. Daarbij denk ik dat ik de uitvinder van de vijfminutenstraf ben geweest. Op het niveau waar ik destijds floot, kon ik die gewoon toepassen. Als twee spelers mot hadden, stuurde ik ze naar de kant om even af te koelen. Na een minuut of drie vroeg ik: ‘Wat denken de heren ervan’? Kwamen ze er weer in en had je verder geen centje last meer. Dat wisten spelers op een bepaald moment ook en zo kon het gebeuren dat ik een keer mooi de mist inging toen er twee spelers op het veld lagen te rollebollen. Ik liet ze aan de zijlijn even nadenken over hun zonden, waarna ze even later weer lachend het veld inkwamen Bleken het twee zwagers te zijn die me in de maling hadden genomen.”

De causeur Van Eeuwijk raakt op stoom. “Of die keer dat ik op de verjaardag van mijn moeder voor een wedstrijd eerst nog een biertje dronk. Eenmaal tijdens de wedstrijd hoorde ik een speler zeggen: ‘De scheids stinkt naar drank’. Ik kon wel door de grond zakken. Het was meteen de laatste keer dat me dat is overkomen. Daarnaast ben ik nog een keer een niveau teruggezet door de KNVB, omdat ik met een flinke baard het veld inkwam. Ik had een weddenschap verloren en had me daarom drie maanden niet geschoren. Stond er een rapporteur langs het veld en die meldde iets over mijn uiterlijk, met de nadruk op mijn meer dan volle baard! Dat kon in die tijd echt niet volgens de bond. Zelfs een brief met toelichting om mijn ‘straf’ ongedaan te maken hielp niet. Die baard heb ik er overigens nooit meer afgehaald, hoewel die nu wel een minder fors formaat heeft”, vertelt Van Eeuwijk opnieuw lachend.

Op 47-jarige leeftijd zat het fluiten er op seniorenniveau vanwege zijn leeftijd op. Geen nood, jeugdwedstrijden leiden werd zijn volgende missie. “Floot ik ineens wedstrijden bij de A- en B-regionalen. Dat waren vaak wedstrijden op niveau, want de profs en de topamateurs speelden toen in de hoogste klasse nog tegen elkaar.”

Gemotoriseerd het veld op
Waar het zelden of nooit misging als Van Eeuwijk floot, haalde de Lisserbroeker in oktober 1981 alsnog de krantenkoppen. In de slotfase van een duel tussen de A-jeugd van Roodenburg en Feyenoord, waarin op het scherpst van de snede werd gespeeld, ging het in de slotfase mis. Bij Roodenburg speelden o.a. de latere profs Marco van Alphen en Ron de Roode mee en bij Feyenoord Mario Been. Roodenburg probeerde de achterstand met alle macht in de slotfase nog ongedaan te maken en kreeg op een bepaald moment een ingooi. Daar ging een blessurebehandeling aan vooraf. Hoorde ik de trainer van Roodenburg tegen één van zijn spelers speler zeggen: ‘Als de bal straks in de zestien komt, ga je met een flinke schreeuw neer’. Dat gebeurde even later uiteraard ook waarna ik net deed of mijn neus bloedde. Er was flink wat publiek en dat pikte het niet dat ik liet doorspelen.”

Het was meteen een chaos op en rond het veld. “Kwam ineens de opa van Ron de Roode met zijn gemotoriseerde invalidewagen, je weet wel zo’n ouderwets geval, het veld opgereden om verhaal te halen. In de krant werd vermeld dat ik met een zijwaartse sprong kon voorkomen dat ik aangereden werd, maar dat viel mee. De beste man reed, terwijl hij de nodige verwensingen naar mijn hoofd slingerde, een paar rondjes om me heen. Daarna stroomde het veld vol met toeschouwers. Toen zat er maar één ding op: afblazen. In alle consternatie zag ik nog dat dat de grensrechter van Roodenburg met zijn vlag een flinke tik uitdeelde aan Mario Been. Die grens moest ik toen wel rood geven. Wat Been zelf geflikt had was me ontgaan, maar die was in het veld ook geen lieverdje hoor! Later heb ik nog vaak gefloten bij Roodenburg. Dat gebeurde altijd in een sfeer van ‘wat gebeurd is, is gebeurd’. We konden er jaren later met elkaar alleen nog maar smakelijk om lachen.”

Voor zijn verdiensten op het arbitrale vlak werd Van Eeuwijk van een bronzen, zilveren en gouden COVS-speld voorzien. De gouden variant werd hem, om onduidelijke redenen, zelfs twee keer toegekend.  In 2007 borg ‘de lachende scheids’ zijn arbitrale tenue definitief op. Zeventig jaar is nu eenmaal de leeftijdsgrens om een wedstrijd te mogen fluiten. Sindsdien bezoekt Van Eeuwijk, met als vaste metgezel Jan van den Berg, zijn wedstrijden.  Thuisduels van Noordwijk en VVSB zijn daarbij favoriet. Maar ook clubs als Van Nispen en SJC worden door het duo regelmatig bezocht. “Omdat het zo’n fantastisch spelletje is.”

Foto: Ron van der Linden

POPULAIRE BERICHTEN