Het kratje bier na de overwinning tegen Altior wordt in de Teylingen-kleedkamer met gejuich ontvangen. ,,En die muziek mag ook best aan hoor”, roept trainer Marc van Wonderen naar binnen. Eén nieuwkomer in het Teylingense geniet zichtbaar van de sfeer die er hangt op de Roodemolen. Tarek Kharboutli is pas sinds anderhalf jaar in Nederland, nadat hij uit Syrië moest vluchten. Bij Teylingen staat hij nu onder de lat en doet dat alsof hij er al jaren staat.
Als de kleedkamerdeur weer open zwaait en iemand schreeuwt ‘Tarek, een journalist voor je, voor een interview’, reageert de doelman in eerste instantie wat schuchter. Hij is bang dat het interview op camera wordt opgenomen en daar vindt Kharboutli zelf zijn Nederlands nog niet genoeg genoeg voor. Een angst die voor te stellen is voor iemand die pas zo kort in Nederland is. Maar wie de Syrische goalie in het veld zijn verdediging voor hem ziet coachen, in het Nederlands, verwacht die teruggetrokkenheid niet. Als hem verzekerd is dat het interview niet op beeld komt, loopt hij opgelucht de gang in.
Al Shorta
Na verschillende felicitaties, schouderklopjes en tikken tegen het achterhoofd, komt Kharboutli wat los en vertelt hij zijn verhaal. En dat is indrukwekkend: heftig zelfs. In Syrië woont hij met zijn gezin en is hij een gerespecteerd doelman, die ook bij de nationale ploeg zit.
,,Ik heb in totaal vijf wedstrijden gekeept voor de nationale ploeg van Syrië. Ik heb wel een aantal jaar bij de nationale ploeg gezeten, maar ik was vaak tweede keeper. Ik heb wel voor meerdere clubs gekeept, mijn laatste team was Al Shorta, daar werd ik kampioen mee”, vertelt Kharboutli.
,,Ik moest het leger in om te vechten, maar wilde niet.”
In Syrië lijdt Kharboutli het leven als een echte prof: een mooi huis, een toffe auto en elke dag op het veld staan. Ongeveer vier jaar geleden komt daar een abrupt einde aan. In een hotel in Damascus heeft hij contact met zijn vrouw en kinderen, die dan al voor het regime van Al Assad en de burgeroorlog gevlucht zijn naar Denemarken.
Zij sporen hem aan Syrië ook te verlaten. ,,Datzelfde weekend in Damascus werd ik opgepakt door geheim agenten. Ik moest het leger in om te vechten, maar wilde niet. Toen is mijn nationaliteit afgepakt”, zegt de doelman.
Paspoort
Kharboutli weet toch te vluchten via Turkije, waar sommigen hem herkennen als speler van het Syrisch elftal en hem aanzien voor aanhanger van Assad. Dan komt hij terecht in een vluchtelingenkamp in Griekenland, waar hij ongeveer acht maanden zit.
In het kamp ontmoet hij een Nederlands stel, waarvan hij dan nog niet weet dat het Nederlanders zijn. Met een vals, Bulgaars paspoort weet hij naar Amsterdam te komen. Geland op Schiphol, wordt hij direct meegenomen naar een vluchtelingenopvang.
,,Ik had mijn gezin toen meer dan drie jaar niet gezien”
In die opvang maakt de toen 30-jarige Kharboulti misschien wel de beste keus uit z’n leven. Hij neemt contact op met Marina Otten en Jan Petit via Facebook: het stel dat hij in Griekenland ontmoet heeft. ‘Ben je al in Denemarken bij je vrouw en kinderen?’, vraagt Marina hem.
Als hij antwoordt, dat hij in Amsterdam zit, staat het stel binnen kortste keren voor de deur. Ze nemen hem mee naar huis, verzorgen hem, gunnen hem een nieuwe start. ,,Daar ben ik ze nog altijd dankbaar voor”, zegt Kharboutli.
Bij een nieuwe start hoort het oppakken en aantrekken van de keepershandschoenen. Via contacten van zijn gastfamilie staat hij binnen een maand weer op het veld. Bij het Amsterdamse AFC mag hij meetrainen en in oefenwedstrijden keepen. ,,Dat was goed voor mij. Ik had mijn gezin, mijn vrouw en twee kinderen, toen meer dan drie jaar niet gezien. Op het voetbalveld vergeet ik alles”, aldus Kharboutli.
Het gemis van zijn familie en de ambitie om voor een eerste team te keepen, blijven punten waar de inmiddels 31-jarige keeper tegen aanloopt. Bij AFC zien ze zijn gedrevenheid en willen daarom voor hem uitkijken naar een andere club. Op dat moment komt Teylingen-trainer Marc van Wonderen in beeld, die toenmalig AFC-trainer Ulrich Landvreugd kent. Een overgang is snel geregeld. Zeker omdat Teylingen op dat moment, met de blessure van Wessel Zonjee, krap in de keepers zit.
,,Echt geweldig hoe hij toen stond te keepen”
Al snel blijkt Kharboutli geen tijdelijke vervanging van Zonjee. In zijn eerste drie wedstrijden dit seizoen maakt hij een ontzettend zekere indruk. Zowel aan de bal, als op de lijn. ,,In Nederland is het een hele andere focus met keepen. Je moet veel meer doen aan de bal. In Syrië draait het alleen om reflexen en ballen tegenhouden. Maar ik raak er wel aan gewend”, glimlacht Kharboutli tevreden. Ook zijn trainer is complimenteus. ,,Vorige week tegen KDO (2-2 red.) redde hij voor ons echt een punt. Echt geweldig hoe hij toen stond te keepen”, aldus Van Wonderen.
Op het veld lacht het voetballeven Kharboutli dus weer toe en ook buiten de lijnen is de zon weer gaan schijnen. Hij is eindelijk herenigt met zijn vrouw en kinderen, die nu ook in Nederland verblijven. ,,Ik kan niet zeggen hoe blij ik daarmee ben. Daardoor kan ik van veel meer waarde zijn bij Teylingen.”
Video-interview
Want dat hij graag iets bereikt bij zijn nieuwe club, dat straalt hij in alles uit. En dat Teylingen dat waardeert, is ook meer dan duidelijk. ,,Ik wil graag naar de Eerste Klasse. Het liefst kampioen worden”, zegt Kharboutli, met een twinkeling in zijn ogen. Als hem gevraagd wordt of hij na dat eventuele kampioenschap of die promotie een interview op camera geeft, snelt hij snel weer de kleedkamer in. Kharboutli blijft immers verlegen, maar wie weet hoe dat over een jaar is.
Foto: Peer Compeer
Lees ook: ‘Teylingen moeizaam langs Altior’