Om de intenties van zijn woorden te benadrukken nam Mike van den Ban na elke uitspraak een kleine seconde de ruimte om z’n mond dicht te houden. Als het buiten goot van de regen of stervenskoud was, richtte hij zich tot z’n teammaten van vv Katwijk en sprak hij ze toe voordat ze gingen trainen. ,,Gasten… héél… véél… plezier…” Natuurlijk met een tikkeltje ironie in z’n stem. Maar de middenvelder, die een jaar lang geblesseerd moest toekijken, sprak uit z’n hart, terwijl hij op dat moment nog buitenspel stond.
,,Voetbal is mijn grote hobby. Mijn passie. Als je zo lang geblesseerd bent, ga je het kleedkamergevoel missen. Het dollen met de jongens op het veld. Alles.” De Haarlemmer in Katwijkse dienst vocht zich terug. Nadat hij eind oktober 2017 tegen VVSB in de KNVB-beker een kruisbandblessure opliep aan z’n knie, maakte hij bijna twaalf maanden later z’n rentree in de wedstrijd tegen Rijnsburgse Boys op 17 oktober van het vorige kalenderjaar.
Achterhoofd
,,Dat voelde heerlijk. Daarna tegen IJsselmeervogels ging het ook nog goed. Alleen in die week na IJsselmeervogels kreeg ik een tikje op mijn knie en kreeg ik met een terugslag te maken. Ik had natuurlijk ook nog een conditionele achterstand.” Het bevreesde de middenvelder enigszins. Opnieuw werd z’n mentale weerbaarheid getest.
,,Eigenlijk had ik daar tot lange tijd geen last van en ging ik weer onbevreesd het veld op na mijn blessure. Maar toen die terugslag kwam, dacht ik in sommige duels: ‘oeh, nu moet ik even oppassen’. Ik heb geleerd dat wanneer je ziet dat je een duel aangaat met een tegenstander, dat je er zelf ook hard in moet gaan en niet je poot moet terugtrekken. Als je er niet hard ingaat, kan je zelf geblesseerd raken. Dat ging dan in een split-second door mij heen.”
,,Toen ik eind oktober weer fit was, liep ik eigenlijk ruim voor op schema.”
Maar nu het nieuwe jaar is aangebroken staat de 27-jarige middenvelder inmiddels met een ‘vrij hoofd’ in het veld. Geen afdwalende gedachtes meer richting een ellenlang revalidatieproces. Geen angst meer om de duels in te gaan. Geen flitsen meer van het fatale moment tegen VVSB.
,,Dat merkte ik toen we zaterdag tegen RKC oefenden. Ik maakte minuten, het ging goed, mijn knie gaf geen reactie. Prima dus. Toen ik eind oktober weer fit was, liep ik eigenlijk ruim voor op schema. Uiteindelijk miste ik daarna alleen GVVV nog, maar de duels daarna tegen bijvoorbeeld Barendrecht, Jong Almere City FC en FC Lienden, speelde ik gewoon mee. Dat ik daarna wel een iets stijvere knie had, was ook niet gek volgens de fysio. Maar verder ging het goed.”
Oude liefde
En dus staat de aanvallend ingestelde voetballer te trappelen om een seizoenshelft te draaien die volledig bevrijd is van pijn en blessureleed. Wat het voor Van den Ban nog specialer maakt, is dat de eerste pot van de tweede seizoenshelft in eigen huis is tegen zijn oude en nog steeds geliefde vereniging: Koninklijke HFC.
,,Daar voetballen nog veel vrienden van mij. Ik heb ook gewerkt op de club. Van de week sprak ik bijvoorbeeld nog met Tom Boks, de keeper, over dit duel en ik heb ook nog regelmatig contact met Koen Beerens.” Uit de intonatie in z’n stem, vloeit nog steeds de liefde voort, voor z’n oude vereniging.
Mike van den Ban maakte tegen Rijnsburgse Boys in oktober z’n rentree
Van den Ban zag in de eerste seizoenshelft ook hoe verrassend goed de Haarlemmers presteerden. Na het vertrek van coach Ted Verdonkschot, het vertrek van Kevin Sterling en de lange blessure van Roy Castien, leken de withemden een lastig seizoen tegemoet te gaan. Integendeel.
,,Voor het seizoen begon, vroeg ik me ook af waar Koninklijke HFC zou staan. In van die voorspellingen van kenners aan het begin van de competitie, zag je HFC altijd laag staan. Maar ze hebben het verrassend goed gedaan onder de nieuwe trainer Gert-Jan Tamerus.”
,,En ook dat was natuurlijk een gok. Veel spelers hebben nog samen met Gert-Jan gevoetbald bij Koninklijke. Nu was hij ineens hun trainer. Maar het klopt allemaal.” En hoe soepel en rustig het ging in Haarlem, zo bewogen was toch al de eerste seizoenshelft in Katwijk.
,,Rustig is anders. Alleen heb ik nooit het gevoel gehad dat de groep er heel veel last van heeft gehad.”
Trainer Jack van den Berg stopte, Cees Bruinink stond als technisch manager een paar weken voor de groep en was ondertussen bezig om Jan Zoutman als nieuwe oefenmeester aan te stellen. ,,Ja, als je het zo bekijkt hebben we in één jaar, vier trainers gehad.”
,,Althans, ik niet”, lacht Van den Ban. ,,Onder Jack heb ik nooit kunnen spelen. Bij één van de laatste duels van Bruinink viel ik voor het eerst weer in. En toen ik geblesseerd raakte, speelden we nog onder Dick Schreuder. Ik heb dus zelf niet zo heel veel last gehad van al die trainerswisselingen. Maar rustig is anders. Alleen heb ik nooit het gevoel gehad dat de groep er heel veel last van heeft gehad.”
,,Robbert Susan, Michiel van Dam en Marciano Mengerink werden tijdens de gesprekken met de nieuwe trainers meegenomen in het proces en hebben zelf ook gesprekken gevoerd. Maar dat heeft hun niveau nooit beïnvloed.”
Teambuilding
Toch kwam voor Katwijk en Van den Ban de winterstop op een goed moment. De nummer tien van de Katwijkers kon weer even honderd procent fit worden. Zoutman en z’n spelersgroep konden het trainingskamp gebruiken om dichter naar elkaar te groeien. ,,Het groepsgevoel was en is goed. Zo’n trainingskamp is niet alleen belangrijk voor de oefenwedstrijden, maar ook voor de teambuilding. Het was gezellig. Dat is een goed teken.”
Foto’s: Peter Teunissen
Lees ook: ‘Talentvolle middenvelder overheveld naar eerste elftal Katwijk’