Voorhouter Nino Roffelsen kan eindelijk weer met de toekomst bezig zijn. Afgelopen zaterdag maakte hij voor het eerst in twee jaar weer speelminuten voor een eerste elftal. Hij viel tien minuutjes in voor Jong Sparta in de Tweede Divisie tegen Noordwijk. ,,Heerlijk”, vond de 21-jarige Voorhouter die paar minuten. ,,De eerste stap is gezet.”
De jonge middenvelder kende twee zware jaren. Een mysterieuze ‘hielspoor-achtige’ blessure hield hem ruim anderhalf jaar aan de kant. Hij verliet Jong ADO Den Haag in de tussentijd en tekende deze zomer een amateurcontract in Rotterdam, nadat hij een testwedstrijd had gespeeld.
Het leven lachte hem weer toe, dacht hij. Totdat hij in de voorbereiding werd getroffen door een blindedarmontsteking. ,,Daarna heb ik nog wel een paar weken rustig aan moeten doen. Ik had toch een jasje uitgedaan. Sinds een paar weken zit ik weer bij de wedstrijdselectie en zaterdag mocht ik mijn eerste minuten maken”, gaf Roffelsen een beknopte samenvatting van de afgelopen maanden.
,,Ik denk zelfs dat we voetballend het beste team van de Tweede Divisie zijn.”
Z’n debuut maakte hij nota bene tegen vv Noordwijk. Een team vol bekenden voor Roffelsen. ,,Dat was leuk, ja. Ik ken Guy Smith nog van ADO Den Haag, Axel en Emiel Wendt, Huib Oversloot en Mike van Vliet. Kees Zethof ken ik ook nog via Foreholte. Je bouwt in al die jaren voetbal toch wel wat contacten op.”
Slim
De eerste minuten voelden positief aan voor de middenvelder. Het waren er misschien ‘maar’ tien en dan ook nog bij een 4-0-tussenstand. Maar de blik kon eindelijk weer vooruit voor Roffelsen. ,,Voor mijn gevoel gaat het nu pas echt beginnen voor mij bij Sparta. Ik ben volledig fit verklaard en wil nu een toegevoegde waarde gaan worden voor dit team.”
Een team vol talenten, merkte Roffelsen al wel in z’n eerste maanden op Het Kasteel. ,,Er zit veel kwaliteit in deze ploeg. Ik denk zelfs dat we voetballend het beste team van de Tweede Divisie zijn. Maar in deze competitie worden er ook anderen dingen van je gevraagd. We verliezen van clubs in de competitie vanwege bepaalde slimmigheidjes in het voetbal. Tegenstanders zijn vaak wat meer ervaren.”
Voor betaald voetbalorganisaties zoals Jong Sparta is de Tweede Divisie een perfecte leerschool. Een goed voorbeeld daarvan is spits Halil Dervisoglu. De jonge Rotterdammer groeide via het amateurvoetbal uit tot een belangrijke pion in het eerste elftal van de Rotterdammers.
Basisspeler in Rotterdam
Toch zijn de meeste amateurverenigingen niet unaniem tevreden met de beloften in de competitie. Roffelsen kan het zelf als lid van een beloftenelftal ergens wel begrijpen. ,,Komende zaterdag spelen we tegen Katwijk. Dan is het niet zo dat wij ineens honderd man meenemen. We zijn dus niet zo goed voor de baromzet. Aan de andere kant geloof ik ook best dat het voor amateurvoetballers leuk kan zijn om op Het Kasteel te spelen.”
Of de Voorhouter ook direct in actie komt tegen Katwijk, weet hij logischerwijs nog niet. Maar de eerste balcontacten proeven goed. ,,Stap één is gezet. Het waren mijn eerste officiële speelminuten in twee jaar. Nu wil ik zo snel mogelijk meer minuten gaan maken, met uiteindelijk als doel basisspeler te worden bij Jong Sparta.”
,,Het voordeel voor hem is dat hij een doel heeft om naar toe te werken en dat hij ongeveer weet hoe lang hij eruit is.”
Ondertussen volgt de Voorhouter z’n oude ploeg, Foreholte, nog steeds op de voet. Als het kan is hij er bij elke thuis- en uitwedstrijd bij en onderhoudt hij de Twitter- en Instagrampagina van de club. ,,Alleen als we tegen de zondagclubs spelen in de Tweede Divisie, dan voetballen we vaak ook echt op die speeldag. Dan kan ik dus niet bij Foreholte zijn.”
Kruisband
,,Maar anders ben ik erbij. Ik vind het ook gewoon leuk. Er spelen allemaal vrienden van mij in het elftal. En natuurlijk mijn broertje.” Alleen is de jongste Roffelsen momenteel geblesseerd. Hij scheurde enkele weken geleden z’n achterste kruisband. ,,Gelukkig was het z’n achterste en niet z’n voorste kruisband. Dan was hij er langer uit geweest.”
,,Ik heb ‘m gelijk kunnen helpen door hem te koppelen aan mijn fysiotherapeut. Ik hoop voor hem dat hij er na de winterstop al weer bij kan zijn. Het voordeel voor hem is dat hij een doel heeft om naar toe te werken en dat hij ongeveer weet hoe lang hij eruit is. Toen ik die ‘hielspoorblessure’ had, wist ik niet hoe lang het kon duren. Dat was vreselijk.”
Archieffoto: Jeannette Kloet
Lees ook: