In de kelder van het amateurvoetbal moet Stephan Spruijt af en toe op zijn lip bijten. De kans om vierdeklasser Warmunda voor de zondagtak van FC Lisse te verruilen, liet hij daarom niet onbenut. 

,,Een opluchting wil ik het niet noemen”, vertelt Spruijt. ,,Daar zou ik Warmunda tekort mee doen. Dit is een leuke club, met enthousiaste mensen en ik heb het goed naar mijn zin. Maar ik heb in de Hoofdklasse gevoetbald en in de Tweede Klasse gewerkt als trainer. Het is soms wel erg in de marge werken.”

Spruijt worstelt met de problemen van een typische vierdeklasser, maar kan er niet aan wennen. ,,Er gingen jongens midden in het seizoen drie maanden naar Thailand en anderen vergaten een pasfoto voor op hun KNVB-pas in te leveren, waardoor ze niet konden spelen. Dat ben ik niet gewend. Ik ben blij met deze leuke stap hogerop.”

Thuiskomen

In meerdere opzichten voelt Lisse als thuiskomen voor Spruijt (rechts op de foto). Hij voetbalde er jarenlang succesvol in de hoofdmacht, de zaterdagtak. Inmiddels voetbalt zijn zoontje bij de E-tjes van FC Lisse. ,,Het is lekker om in je eigen kantine te komen. Vorig jaar heb ik ook al een visje uitgegooid, maar toen bleef Laurens van der Voort nog. Ik vond het prima dat ze mij vroegen. We waren er heel snel uit, binnen een halfuurtje.”

Spruijt hoeft niet verteld te worden hoe de verhoudingen op Ter Specke liggen. ,,De zondagtak is niet het vlaggenschip, de focus ligt op zaterdag”, weet hij. ,,Talentvolle A-junioren zullen naar de zaterdag doorstromen en datzelfde kan gebeuren als iemand op de zondag opvalt. Ik weet hoe het werkt bij FC Lisse. Mijn voorgangers Laurens van der Voort en René Ras zijn ook echte Lisse-mannen. Desondanks zijn er prima voorwaarden, met een mooie accommodatie en een goede spelersgroep. Ik hoop en verwacht dat ze in de Tweede Klasse blijven.”

,,Veel spelers ken ik nog van de jeugdkampen, waar ik als speler begeleider was”, vervolgt Spruijt. ,,Het is een echte vriendenclub, met zo’n zestien of zeventien eerste elftal-waardige spelers. Die concurrentie is goed, daar wordt een spelersgroep alleen maar sterker van. Dat heb ik vorig jaar bij Van Nispen ook ervaren. Bij Warmunda had ik in sommige wedstrijden maar één wissel.”

POPULAIRE BERICHTEN