“Ik heb er wel een weekend slecht van geslapen.” Dani van der Moot is eerlijk over de uitkomst van de 33e speelronde, waarvan Rijnsburge Boys de grote verliezer was. Hoewel de titelkansen danig zijn geslonken, geeft de spits de hoop nog niet op. “Één procent is ook een kans. We willen ons absoluut niet voor de kop slaan, dat we zelf iets minder hebben gegeven, maar achteraf de uitslagen misschien toch gunstig zijn.”
Toch is Van der Moot ook realistisch. “Afgelopen weekend zijn onze kansen een stuk kleiner geworden, dat is geen geheim.” Rijnsburgse Boys ging zelf met 4-3 onderuit bij FC Jong Volendam. Omdat AFC niet verder kwam dan 1-1 bij OFC lag de koppositie voor het grijpen. Uiteindelijk profiteerde niet de ploeg van Henk Wisman, maar Katwijk als lachende derde.
Top drie Tweede Divisie:
1. Katwijk 33-68 (72-35)
2. AFC 33-68 (60-31)
3. Rijnsburgse Boys 33-66 (70-40)
Van der Moot kan het nog altijd maar moeilijk bevatten. “Als je het hele seizoen bezig bent met zo’n geweldige inhaalrace en zich dan zo gigantische kans voordoet om daadwerkelijk de kop te pakken…Dan weet je even niet wat je met jezelf aan moet.”
De teleurstelling was vanzelfsprekend groot na afloop in de Rijnsburgse kleedkamer, maar harde woorden vielen niet. “Je moet oppassen dat je op zo’n moment niet allerlei dingen gaat roepen en naar elkaar gaat wijzen. Natuurlijk konden er dingen tactisch beter en was de openingsfase niet goed. Dat is allemaal waar. Maar wij hebben de kwaliteiten om ook na zo’n start Jong FC Volendam te verslaan. We kwamen ook goed terug tot 2-2, maar konden niet doordrukken.”
‘Ik koester geen wrok hoor, maar na afloop schiet dat wel door je hoofd: dat het dan net Volendam moet zijn.’
Van der Moot bekent dat het open karakter van de wedstrijd op het veld al niet goed voelde. “Dat is misschien makkelijk praten, maar als wij met 0-2 voor waren gekomen, hadden we waarschijnlijk met 0-5 gewonnen. Nu werd het een vechtwedstrijd die enorm op en neer ging, waarbij de gelukkigste zou gaan winnen. Dat is als voetballer niet fijn. Je wilt een wedstrijd controleren en naar je hand zetten.”
Programma
Katwijk – Spakenburg (15:30)
Rijnsburgse Boys – Noordwijk (15:30)
AFC – Excelsior Maassluis (15:30)
Dat het voor Rijnsburgse Boys uitgerekend misliep in Volendam, was extra vervelend voor Van der Moot. “Als ik van één club graag had gewonnen, is het FC Volendam wel. Ik koester geen wrok hoor, maar na afloop schiet dat wel door je hoofd: dat het dan net Volendam moet zijn.”
De reden van bovengenoemde irritatie zit ‘m vooral in de manier waarop de Volendammers zo’n vier jaar geleden afscheid namen van Van der Moot. “Als je iemand die 21 goals maakt in veertien wedstrijden niet persoonlijk laat weten dat diegene geen contract krijgt, getuigt dat niet van veel respect”, vertelt hij daarover.
‘Ik vind van mezelf dat ik er minimaal twintig moet maken per seizoen. Het lijkt me sterk dat ik er zaterdag nog vijf inleg.’
Van der Moot sloot vervolgens aan bij Rijnsburgse Boys, waar hij bezig is aan zijn vierde seizoen. Ondanks vijftien goals is het niet zijn beste jaar geweest op Sportpark Middelmors, stelt de spits. “Het is een seizoen met pieken en dalen. Het middenstuk was van mij persoonlijk niet goed en dat gevoel is een beetje blijven hangen. Tegelijkertijd is het heel simpel. Stel dat we zaterdag toch kampioen worden, dan heeft iedereen een topseizoen.”
Geen polonaise
Met zijn doelpuntenoogst zouden veel spitsen in de Tweede Divisie de polonaise lopen, maar niet Van der Moot. “Ik heb het gevoel dat er zoveel meer inzat. Vijftien goals en wat assists is natuurlijk statistisch gezien niet slecht. Maar ik vind van mezelf dat ik er minimaal twintig moet maken per seizoen. Het lijkt me sterk dat ik er zaterdag nog vijf inleg. In dat opzicht is het jammer dat ik mijn doelstelling niet heb gehaald.”
Een logische oorzaak voor zijn wat mindere seizoen zou de veranderde speelwijze kunnen zijn. Na een rampzalige seizoensstart besloten de Uien verdedigender te opereren en meer op de counter te gokken. Toch wil Van der Moot daar niet naar wijzen.
‘Je moet als ploeg ook kunnen schakelen. We maken nu gebruik van andere type kwaliteiten.’
“Het is een beetje dubbel. Dit systeem waarbij we loeren op de omschakeling en wat verder van de goal van de tegenstander afstaan, is voor een spits niet de lekkerste manier van spelen. Dat is geen geheim, dat kan iedereen inschatten. Maar we zijn met deze speelwijze begonnen uit bij Hardenberg en toen maakte ik er drie. Het is natuurlijk een verschil of je iedere wedstrijd vijf of twee kansen krijgt. Maar ik vind dat ik met mijn kwaliteiten een groter aandeel in doelpunten had moeten hebben. Dat is althans het gevoel wat ik er aan over heb gehouden.”
Niet vasthouden aan een systeem
Volgens Van der Moot hoeft Rijnsburgse Boys volgend seizoen onder de nieuwe trainer Martijn Lagendijk niet steevast terug naar een aanvallende 4-3-3. “Dat zou kunnen, maar het is ook afhankelijk van hoe het gaat. Onder de huidige trainer (Henk Wisman, red.) hebben we in het begin van het seizoen ook hoog druk gezet en eerdere jaren heeft dat ook goed gewerkt. Maar je moet als ploeg ook kunnen schakelen. We maken nu gebruik van andere type kwaliteiten.”
“Het is geen schande om zo te spelen. In veel topwedstrijden heeft het hartstikke goed gewerkt. Je moet je alleen niet blind staren op één manier. Uit bij Jong Sparta waarbij we 0-3 wonnen, hebben we ook hoog druk gezet. Als je zo’n ploeg laat voetballen, weet je dat je een heel lastige middag tegemoet gaat. Je moet gewoon het hele seizoen door, per weekend, kijken wat er nodig is.”
Lees ook: Rijnsburgse Boys likt wonden na zeperd in Volendam: ‘Dit was onze kans’