Het is een jaar van uitersten op ’t Duyfrak. Terwijl in de privésfeer klap op klap werd geïncasseerd, is Valken ’68 misschien wel bezig aan het succesvolste seizoen uit de clubhistorie. Het tweede elftal kroonde zich reeds tot kampioen, terwijl de hoofdmacht ook goede papieren heeft. ,,De tegenslag heeft ons als groep zijnde hecht gemaakt”, zegt aanvoerder Erwin van der Nagel. ,,Het is heel heftig geweest, maar ik ben zeer trots op hoe de jongens hiermee omgegaan zijn.”
Een zaterdagochtend in de kantine van Valken ’68. Niet de meest ideale plek om ongestoord met Erwin van der Nagel te kunnen spreken. De goalie blijkt een geliefd persoon. Regelmatig wordt hij gegroet door clubgenoten. Halverwege wordt er zelfs nog even een foto gemaakt. Van der Nagel ziet het met een glimlach aan. ,,Dit is een warme familieclub”, zegt hij met een twinkeling in zijn ogen. ,,Ik voel me hier thuis.”
Sinds drieënhalf jaar is Van der Nagel weer terug op het oude nest. Als C-junior stapte hij over naar Katwijk. Hij schopte het tot het eerste elftal, maar een definitieve doorbraak bleef uit. ,,Mentaal was ik er nog niet klaar voor. Nu wel. Je moet ook groeien als eerste doelman door wedstrijden te keepen.”
Stap hogerop
Om na enkele jaren als reservekeeper zijn loopbaan nieuw leven in te blazen, keerde Van der Nagel terug bij Valken. ,,Helaas ben ik niet helemaal doorgebroken bij Katwijk. Via een omweg hoop ik alsnog de stap hogerop te maken.” Daarvoor geeft Van der Nagel zichzelf de tijd. Met zijn 25 lentes heeft hij nog vele keepersjaren voor zich. ,,Ik hoef niet weg, want ik heb het hier prima naar mijn zin. Dit is ook mijn club. Maar als er een aanbod komt dat ik niet kan weigeren…”
Daarbij heeft Van der Nagel het gevoel dat er mooie dingen staan te gebeuren bij Valken. ,,De club maakt stappen. Vroeger kwamen hier jongens uit Katwijk en Rijnsburgse Boys 3, nu volwaardige basisspelers uit het tweede van die clubs. Andere jongens zien hoe leuk het hier is. Het is jammer dat de club niet betaalt, anders hadden er nog grotere stappen gezet kunnen worden. Ik sta er dan ook van te kijken dat we zo’n sterke selectie op de been hebben kunnen brengen. Met deze groep kunnen we in de Eerste Klasse om de plaatsen vier tot en met acht spelen.”
Valken ligt namelijk op koers om te promoveren. De achterstand van elf punten op koploper HVC ’10 is inmiddels ingelopen. ,,We gaan het worden”, zegt Van der Nagel. Dat vertrouwen komt overeen met de krachtige woorden die de doelman in oktober bezigde. Van der Nagel zei toen in het beste Valken ooit te spelen. Wenkbrauwen werden gefronst, want op dat moment werd slechts een positie in de middenmoot bezet.
Trotse jongens
,,Mooi hé”, grijnst Van der Nagel. ,,Ik heb dat wel een beetje met een knipoog gezegd”, bekent hij. ,,Er lopen hier veel trotse jongens, waaronder veel oud-spelers van het eerste. Die wilde ik een beetje voor het blok zetten.” En dan met een serieuze blik: ,,Ik denk echt dat als wij dit team bij elkaar kunnen houden, we iets moois kunnen bereiken.”
Van der Nagels rol bij Valken beperkt zich niet alleen tot het voetballen zelf. Hij regelt regelmatig dingen voor de selectie, is betrokken bij de organisatie van de Familiedagen en gooit af en toe lijntjes uit naar nieuwe spelers. Daarnaast praat Van der Nagel veel met Andries Wendt.
,,Ik ben tegelijkertijd met hem gekomen. We hebben een klik en zitten op één lijn qua voetbalfilosofie. Hij is misschien niet de beste trainer qua oefenstof, maar kan als geen ander echt één groep creëren. Hij betrekt de spelers erbij. Samen praten we over de opstelling en zulk soort zaken. De eindbeslissing ligt bij hem, maar hij luistert wel naar ons. Dat vind ik belangrijk’
Privésituatie
Van der Nagel is samen met Ronald Kuijt een van de sterkhouders van Valken. De twee zijn goede vrienden. Mede door trieste gebeurtenissen zijn de twee naar elkaar toegegroeid. Van der Nagel verloor vorig jaar zijn moeder, terwijl Kuijt zijn jonge zoontje zag sterven. Daarmee was het leed nog niet geschied, want onlangs overleed ook Herman Binnendijk, de elftalbegeleider van het tweede, het team van zijn zoon Herman junior.
,,Drie gevallen die zo dicht bij je staan en dat binnen een jaar. Ongelooflijk”, zegt Van der Nagel. ,,Ik had bijna nog nooit een begrafenis meegemaakt en nu drie in een jaar. We hebben elkaar gesteund en zijn als groep zijnde hier sterker van geworden. Ik ben trots hoe de jongens ermee omgegaan zijn. Toen er bij ons in de kerk opeens een groep van vijftig man sterk binnenkwam, deed dat me veel. Bij Ronald was er geen condoleance, maar zijn we door de week heen in groepjes naar hem thuis gegaan. En toen ik het nieuws van Herman hoorde, heb ik hem een berichtje gestuurd en ben meteen bij hem langsgegaan. Ik wist en voelde wat Herman junior meemaakte.”
,,Het tweede is al kampioen geworden, maar dat was een week na het overlijden van Herman. Ik hoop dat wij ook kampioen worden en dat zij met ons mee op de platte kar kunnen. Dan vieren we het met z’n allen. Al blijft het een feestje met een zwart randje.”
Foto: Gerrit van der Nagel