Na een aantal jaren als assistent van het eerste elftal en trainer van de onder 21 bij Quick Boys werd het voor Derek van der Plas tijd om de volgende stap te zetten in zijn trainerscarrière. Zijn eerste klus als hoofdtrainer vond hij op ’t Duyfrak, bij Valken ’68.
Onder leiding van Van der Plas is Valken ’68 dit seizoen een stabiele subtopper. Op een aantal maanden als interim-trainer bij Quick Boys na, is dit de eerste kennismaking van de 41-jarige Katwijker met het hoofdtrainerschap. ”Het bevalt me goed, ik heb het goed naar mijn zin en krijg hier de ruimte om mij verder te ontwikkelen. Daarnaast heb ik een hele leuke spelersgroep om mee te werken, met jongens die echt graag willen.”
Van der Plas maakte afgelopen zomer de overstap van het onder 21-team van Quick Boys naar Valken’68. ”Bij de onder 21 ben je altijd afhankelijk van het materiaal wat je terugkrijgt van het eerste. Daarnaast kan je niet echt werken aan een bepaalde manier van spelen, vanwege spelerstekorten en spelers die nodig zijn bij het eerste. Nu is het heel anders en kan ik mij focussen op de speelwijze die bij mij past en daar stappen in maken”, stelt de Katwijker.
Punt van kritiek
Dat de beginnende hoofdtrainer leergierig is en zichzelf graag wilt ontwikkelen als trainer blijkt uit alles. Van der Plas weet goed waar zijn kwaliteiten liggen, maar ook op welk vlak hij zichzelf nog kan verbeteren. ”Als hoofdtrainer moet je goed tussen de groep staan, goed kunnen praten met spelers en op het juiste moment een arm om ze heen slaan. Ik denk dat ik me als people manager nog wel verder kan ontwikkelen”, aldus de zelfkritische hoofdtrainer.
‘Ik vind dat er veel meer inzit dan waar we nu staan.’
Met een huidige zesde plaats heeft Valken ’68 een plek in de subtop bemachtigd. Een positie waarmee ze nog omhoog kunnen kijken, maar ook weg moeten blijven van de nacompetitie plekken. De voorsprong op de nacompetitie plekken bedraagt zeven punten. ”Ik ben op zich wel tevreden, alleen vind ik wel dat er veel meer inzit dan waar we nu staan. In deze competitie ontlopen de ploegen elkaar niet veel, de wedstrijden worden beslist op details.”
VUC – Valken’68
Zaterdag nemen de manschappen uit Valkenburg het op tegen het Haagse VUC, een laagvlieger in de Eerste Klasse. ”Het is een gegeven dat de Haagse ploegen vooral vanuit de counter willen spelen. Inzakken om vervolgens gevaarlijk te worden uit de omschakeling, dat was afgelopen zaterdag ook het geval (1-3 verlies tegen Die Haghe, red.).”
”VUC heeft een aantal goede spelers, zoals hun linksbuiten (Djamairo Rigters, volgend jaar speler van FC Rijnvogels red.). Zij moeten aan de bak om degradatie te ontlopen. Ze hebben de punten nodig en daar zullen ze alles voor doen, iets waar wij ons tegen zullen moeten wapenen”, vertelt Van der Plas.
Springplak voor jonge spelers
Van der Plas klinkt in zijn bewoordingen steeds meer als een echte trainer, iemand die veel over het voetbalspel nadenkt. Tevens is hij trainer van een club waarin veel jongens uit de gemeente Katwijk – die het (nog) niet redden bij de tweededivsionisten in de regio – de kans krijgen om zich verder te ontwikkelen.
”Voorafgaande aan dit seizoen hebben de technische commissie en ik een bepaalde visie besproken met elkaar, waarin we op zoek willen blijven gaan naar jonge spelers in deze regio. Ik zie Valken ’68 als een springplank in deze regio, doordat er allemaal Tweede Divisie ploegen spelen. Deze visie zijn we gaan volgen, we hebben veel jonge spelers uit Rijnsburg 2 en Quick Boys O21 kunnen halen.”
Van der Plas voelt zich momenteel op zijn plek bij Valken ’68 en ziet de club momenteel niet als een springplank naar Quick Boys. ”De vraag over een terugkeer bij Quick Boys wordt me vaak gesteld. Het gevoel moet bij mij goed zijn, en ik moet er zeker van zijn om dat aan te kunnen. Ik blijf me nu doorontwikkelen bij Valken ’68 en dan gaan we zien waar het schip strandt.”
Tekst: Teun Zethof
Foto: Orange Pictures
Lees ook: Programma 11 en 12 maart: regioclubs treffen elkaar op Ter Specke en de Lageweg